DAGBLAD DE LIMBURGER
Liesbeth Bukkems

De componist uit Broekhuizen die zelf klanken bouwt

14 mei 2002

Er lopen heel wat mensen met een prachtig verhaal rond. Een verhaal dat het verdient verteld te worden. Daarom een afspraak met Martijn Alsters uit Broekhuizen.


Maandenlang kan hij zitten te "pielenmuizen" of een a-klank een seconde langer of een seconde korter moet klinken. Componist en klankkunstenaar Martijn Alsters (51) uit Broekhuizen is helemaal gefascineerd door geluiden. Hij maakt ze op zijn computers en synthesizers. "Je kunt zelf klanken bouwen die je niet in de natuur hoort." De fascinatie voor muziek en geluid stamt uit zijn kindertijd. De in Blerick geboren en getogen Martijn speelde op de lagere school mondharmonica in het schoolorkest. "Dat was een fantastische school waar ontzettend veel aandacht aan kunst en cultuur besteed werd. We gaven concerten en speelden toneel in zaal Tivoli. Daar rook het altijd naar verschaald bier. Spannend." De mondharmonica veranderde in een gitaar. "Een elektrische. Het was de tijd van de Shadows. Als ik op zaterdag de auto van vader waste om een zakcentje bij te verdienen stonden overal op straat de ramen open. En daaruit klonk Shadowsmuziek. Ik zat bij de verkenners. Ons honk was bij de noodkerk. Daar repeteerde tegelijkertijd altijd een bandje met grotere jongens. Met elektrische gitaar. Ik weet nog goed hoe ik dan altijd mijn neus tegen het raam drukte om die gitaren zo goed mogelijk te kunnen zien en horen. Het geluid van die gitaren was magisch." Een vriendje van Martijn ontdekte dat je spannende geluiden kreeg als je twee radio's op elkaar aansloot. "Achteraf gezien kun je zeggen dat het zo begonnen is", weet Martijn nu. "Toentertijd was het gewoon spannend om zulke dingen te onderzoeken. Als je de versterkeronderdelen uit oude radio's haalde, kon je zelf een versterker bouwen. Dat werkte fantastisch. Geld voor echte versterkers hadden we toch niet, maar dit voldeed. Vader hielp ons altijd mee. Uit voorzorg, zodat wij onszelf niet zouden elektrocuteren."

Martijn ging in allerlei bandjes spelen. "Ach, je weet hoe dat gaat. Je begint met wat groepjes uit de straat. Dat worden dan regionale bandjes. Van alles wat. Uiteindelijk kom je in een bandje terecht dat aan de weg timmert. Met een blues- bandje waarmee we regionaal furore maakten, wonnen we een talentenjacht in Den Haag. Dat was veelbelovend, maar twee mensen stapten over naar die Bintangs. Ik hoorde de fluitist van de Bintangs. Ben ik gek geworden van dat geluid." Martijn ging naar de muziekschool in Venlo. "Ben ik klassieke muziek gaan leren.
Daar ben ik naar het conservatorium in Rotterdam gegaan. Met ails hoofdvak fluit." In de jaren zeventig was Martijn veel te vinden in het kleintheater Mikroskoop in Broekhuizen. "Dat was toentertijd voor ons het culturele middelpunt van Europa.
Een soort kunstenaarsgemeenschap. Nee, een commune kon je het niet noemen. Iedereen kwam naar Broekhuizen. Bram en Freek. Lenny Kuhr nog voordat ze het songfestival won. Jules de Corte. Heel kleinkunst-Nederland. Joost Nuissl woonde er. Die ben ik gaan begeleiden. In die tijd had ik het ontzettend druk. De studie in Rotterdam. Gaf les op vier muziekscholen en moest elke zaterdag in Vlaardingen repeteren. Een Vlaamse kleinkunstenares vroeg me voor haar programma. We trokken door Nederland en België. Bij een optreden in Maastricht kwam Herman van Veen vragen of ik bij hem wilde spelen." Martijn begeleidde Van Veen zeven jaar. "Tot 1980. Toen hadden we een familievoorstelling. Onder Water. Die is helemaal mislukt. Betekende bijna het faillissement voor Harlekijn. Ik ben in een erg diep gat gevallen. Tot ik de FM-synthese ontdekte. Toen ben ik enorm met geluid aan de gang gegaan. Heb me jaren als een kluizenaar teruggetrokken. Er was een elektronisch blaasinstrument. De midi wind controller. Ik ontdekte hoe een synthesizer kon klinken.
Een techneut ben ik niet, maar het mooie van elektronica is de klank. Ik stapte in een nieuwe wereld. Bestaande instrumenten imiteren is niet interessant. Wat je zelf bedenkt, kun je maken. Zeg maar een soort audiosculptuur maken. Mensen compleet omgeven met klanken." Wat Martijn maakt, hoeft niet per se mooi te zijn. "Mijn muziek moet beklijven. Je moet er naar luisteren, zoals je naar andere muziek luistert. Muziek gaat rechtstreeks de ziel in. Bij beeldende kunst moeten de hersenen nog eerst een vertaalslag maken." Martijn vindt dat niet alles kunst genoemd kan worden. "Dat vind ik zo oppervlakkig. Zolang iets oprecht is, is het gewoon goed. Dat hoor je.
Kijk naar André Rieu.
Dat zag je aan de Zangeres Zonder Naam. Maar noem het alsjeblieft geen kunst. Dat is te gemakkelijk. Met kunst moet je aan de slag kunnen gaan. We zijn te bang voor alles wat nieuw is. Leven in de dictatuur van de middelmaat. Daar moet je je tegen verzetten. Het gaat er niet om wat je doet, als je 't maar goed doet." Martijn is getrouwd en heeft twee kinderen. Is al jaren docent muziektechnologie aan de hogeschool voor kunsten in Utrecht.

"Lesgeven vind ik door de bank genomen leuk. Bovendien is het financieel noodzakelijk, want rijk word je niet van wat ik doe. We dromen er wel van om nog ooit in Noord- Frankrijk te' gaan wonen. Weg van de drukte hier. Een huis met een grote tuin. Ruimte. Niet met de stroom mee blijven drijven. Dat is iets voor dode vissen."



Liesbeth Bukkems