Nieuwsblad van het Noorden
Jacques J. d'Ancona

HERMAN VAN VEEN en 'de bom die nooit valt'



14 naart 1983
Herman van Veen onderweg. Enkele deuren zijn met een klap dicht geslagen. Deuren van Carré, deuren op Broadway. Terug in Nederland, na de Newyorkse en een Duitse serie, heeft hij op basis van het sterke en bewogen programma dat de vorige zomer in première ging. een vernieuwde en vernieuwende theatershow gemaakt. Heel opmerkelijk en minstens zo produktief- creatief. Zijn programma zit vol liedjes. veel vioolpel en zeer persoonlijke, kleine vertellingen. Het is alsof hij zoekt naar de intimiteit van het contact met de zalen op grond van verwantschap in gevoelen denkwijze.


De eerste 25 minuten verlopen zonder monoloog. Later pas gaat hij praten. grinniken, gek doen en relativeren. Waarbij hij bruggen slaat van zijn eigen bezigheden naar het grote maatschappelijk gebeuren. Zijn verhaal is geschetst met een cursieve pen en hij zegt harde dingen op een vriendelijke toon. laat zijn pacifisme overheersen, geselt militairen, politiek en politici.

"De bom valt nooit" is een van de thema's in de talrijke verse liedteksten. Waarmee hij eigenlijk wil zeggen, dat de kernbom ons zo dierbaar is geworden, dat het "t hele levenspatroon zou ontwrichten als we te horen zouden krijgen dat hij blijft liggen waar hij ligt. Met andere woorden: dat ie toch gemaakt is om hem niet te laten vallen.

Herman van Veen is niet bezig ons een zwaarwichtige afrekening van Broadway aan te bieden. Zijn show van nu is minder geladen met symboliek. wat lichter van toon. was cabaretesker in zijn treffend taalgebruik. In dit programma is hij verhalenman en chansonnier, omgeven door erg goede muziek en een schitterend licht- en geluidenspel. Natuurlijk laat hij de liefhebbers van zijn rock 'n roll-toeren en de blues niet zakken en verschijnt zijn op 'Broadway ontdekte Franse musicoloog in een andere gedaante.

Maar de hoofdzaak is dat hij probeert zinnig in te spelen op je privé-beleving. de waanzin hekelt, positivisme, warmte en genegenheid aanbeveelt. Tegen misse toestanden behoor je "nee" te zeggen, betoogt hij. Daarin is hij duidelijker exacter dan vroeger. Wie in problemen zit, loopt de kans alleen te blijven staan, maar je mag hopen dat iemand je de hand toesteekt. Van Veen gaat daarin voorop. Zijn twijfel en onzekerheid verbloemt hij niet en dat doet weldadig



JACQUES J. d'ANCONA