NEDERLANDS DAGBLAD
HERMAN VEENHOF

Warme klanken en een tikje spot

14 jan 2000

Je zoenen zijn zoeter
Herman van Veen & The Rosenberg Trio. Cd Polydor 543 009 2, Universal Music 1999


Herman van Veen kan het ook als 54-jarige niet laten. De warme klanken die hij met zijn stem, zijn viool en de drie leden van het Rosenberg Trio over ons uitstort, vinden een tegenwicht in de teksten.


Twee mooie, maar navrante liedjes van Willem Wilmink zingt Van Veen met passie. De teksten moeten even spotten, met de Lieve Heer, die bloemen bloeien doet 'terwijl Hij niet bestaat', en zijn gelovigen: het duo zou hen graag van de angst voor hel en oordeel verlossen. Het geeft het genieten een scherp randje en Van Veen kennende is dat ook zo bedoeld.

De artiest kwam het trio in de kleedkamers tegen. Het specialiseert zich al een jaar of tien in een kruising van echte gipsy jazz a la Django Reinhardt en meer commerciële sfeerrythmiek - zeg maar zigeunermuziek op z'n Nederlands. Ze traden al snel samen op en eind vorig jaar was er de cd.
Muzikaal passen Van Veen en de Sinti- zigeuners Stochelo (sologitaar), Nous'che (slaggitaar) en Nonnie (bas) Rosenberg prima bij elkaar. Gitarist Edith Leerkes ondersteunt. Hoewel veel materiaal langzaam is, kan Van Veen heerlijk tekeer gaan in up tempostukken als 'Kus'. Het klinkt als een tijdloze combinatie van het Harlekijn- lied, waarmee hij 33 jaar geleden zijn loopbaan begon en de improvisatie- klanken van Ella Fitzgerald. Als violist kan hij zich goed meten met de drie gitaarspelende heren.

Naast hun wrangheid ontroeren de teksten soms. 'Teddybeer' heet het lied waarin een dood meisje van zes wraak neemt op het kind dat het knuffeldier van haar graf gapte. Iets van een naar gevoel blijft hangen, ondanks de prachtige akkoordenvolgorde en de met zorgvuldige pauzes bijna lijzig gezongen tekst. Dat het nare gevoel is beoogd, maakt niet vrolijken De humor van 'Als ik de koning was van Nederland' - waarin alle lintjes voor hooggeplaatsten worden vergeven aan de gewone man - verdampt in de laatste strofe:

Als ik hier koning was, zou 't om het even wezen
Of je de Koran of de Bijbel wilde lezen
Ofwel de filosofie, zoals Kant
Dan zou ik al die mensen graag willen genezen
Die de verdoemenis en 't laatste Oordeel vrezen
Dan hielp ik al die mensen uit de brand
Als ik de koning was van Nederland

Een andere Wilmink-tekst is 'Meisje met anorexia' waarin Hannah - reeds ten prooi aan - wordt verzocht terug te keren met een beroep op het enige dat

auteur in stand hield als zijn wereld haast verging: het vermogen tot bewondering: van kerken - het gebouw, niet het woord - muziek van Schubert en Bach, Mozart, de dichter Nijhoff, meisjes in het algemeen en het Rembrandtplein in het bijzonder. En ook - ex aequo op de laatste plaats:

Bewondering voor de Lieve Heer
Die bloemen bloeien laat
En vogeltjes doet fluiten
Terwijl Hij niet bestaat.

Let op de hoofdletter - hoogachting voor een Non-existente - en het met de stem omhoog gezongen 'niet'. Van een man die timing als geen ander beheerst: op de millenniumwisseling volgen net zo makkelijk weer kerstliedjes.



Herman Veenhof