Tubantia
Ton Ouwehand

'Als Herman het ei legt, dan ga ik wel broeden'

13 dec 2001

Herman van Veen komt voor drie voorstellingen van zijn kerstverhaal 'Er was eens...' naar Enschede. Uiteraard is gitariste Edith Leerkes van de partij. Ze speelt al een jaar of acht op Van l/eens cd's, die ze mede produceert. Sinds vijf jaar deelt ze met Van Veen de podia en bemoeit ze zich met veel facetten van zijn voorstelling. 'Herman is de bron. Als hij het ei legt, dan ga ik wel broeden. '


Is de Jacobuskerk aan de Oude Markt in Enschede tegenwoordig een van de podia van de Twentse Schouwburg? Zondag en maandag in elk geval wel. Dan speelt zich daar 'Er was eens...' af, het kerstverhaal volgens Herman van Veen.
Dat de Twentse Schouwburg voor een keer nu eens niet zoals gebruikelijk de Grote Kerk inzet, is te danken aan de Enschedese wortels van Edith Leerkes. Al een jaar of vijf is ze de vaste gitariste van Herman van Veen en al veel langer vervult ze een bepalende rol op diens platen.

Ze kende de Grote Kerk en de daar tegenover gelegen Jacobuskerk ook, omdat ze daar als docente van het toenmalige Twents Conservatorium een keer had gespeeld. 'De Jacobuskerk leek me veel geschikter voor deze voorstelling/ zegt ze. En aan die wens kon tegemoet worden gekomen.
Herman van Veen vormt voor haar inmiddels meer dan een dagtaak. Even de agenda van vorige week. Op donderdag moest ze met Herman naar Amsterdam voor een interview met Paul Witteman. Daarna direct de auto in naar Hamburg voor een talkshow waarin ze Herman van Veenmoest begeleiden in vier liedjes. En daarna naar Neurenberg voor drie voorstellingen met de hele groep. Trouwens, was het wel Neurenberg? Misschien was het wei Leipzig. Zondagavond was ze in elk geval weer even thuis. Vervolgens zat ze maandag de hele dag te monteren voor de tv-uitzending van Hermans kerstverhaal. De KRO heeft het opgenomen in een intieme versie, want ze wilden het klein houden. Niet zoals de voorstellingen in het land. Alleen met de stem van Herman en alleen met de gitaar van Edith Leerkes.

Op deze dag beginnen om twaalf uur de zangrepetities (die ze de vorige avond nog heeft zitten voorbereiden) en vooraf heeft ze nog wel tijd voor een gesprek. 'Mijn man en kinderen hebben het er bij vlagen wel moeilijk mee dat ik veel weg ben. Ik sta wel eens voor een dilemma of ik aan een volgend project van Herman mee moet doen of niet. Ik wil graag bij mijn twee kinderen zijn, maar ik wil ook op reis. Ik wil het allemaal doen.'
Ze woont in Soest, bij Herman in de buurt. Als ze uit het raam kijkt, kan zij z'n huis zien. Ter voorbereiding van het KRO-programma hebben ze onlangs samen een concert gegeven in de Oude Kerk van Soest. 'Die staat vlak bij mijn huis. We konden allebei lopend naar het concert.' Ook buiten de voorstellingen om komen ze wel bij elkaar over de vloer. 'Ik ga wel eens bij hem voetbal kijken en we wandelen soms bij hem door zijn tuin. Het gaat bij ons eigenlijk altijd over werk. Hoewel je dit moeilijk werk kunt noemen. Het is een leven. Herman zit vol ideeën. Hij is de bron. Ik bemoei me met zoveel mogelijk andere aspecten van de voorstelling. Maar de ideeën moeten van hem komen. Als hij het ei legt, dan ga ik wel broeden. Dag en nacht kan ik ermee bezig zijn. Daar heb ik het met mijn kinderen ook over. Mama is veel weg en dat is niet altijd leuk, maar ze hebben nu eenmaal zo'n moeder. Ze gaan trouwens ook wel eens mee.'

De oudste, de tienjarige Marnix, zit nu in een Miichael Jackson-periode. Herman van Veen leert hem de moonwalk. Maar ook is het kereltje een fanatiek voetballer. 'Hij is er zo een die bijvoorbeeld weet hoe de keeper van Cambuur heet. Hij krijgt de Voetbal International altijd van Herman. Die haalt hij zelf altijd op. Herman maakt voor de: KNVB een strip over een jong voetballertje en daarvoor heeft hij Marnix in zijn hoofd. Uiterlijk lijkt hij er niet op, maar Marnix vindt het enig. Het spoort hem aan om nog meer met Herman over voetbal te hebben.' Dochter Barbara is inmiddels acht jaar.
Maar voor haar geboorte figureerde ze al op een plaatopname van Herman van Veen. Edith Leerkes was toen nog fulltime gitariste: in het Amsterdams Gitaar Trio. 'We waren met het trio een keer gevraagd voor een opname met Van Veen. Ik was toen net zwanger. Daar heb ik toen met Hermani over gepraat. Maanden later kreeg ik een telefoontje of ik naar Hamburg wilde komen om Herman in een liedje te begeleiden. 'Volgens de berekeningen kan het nog', klonk het. Dat klopte, want ik was acht maanden zwanger. Herman wilde het liedje Nina Bobo opnemen en dat moest per se worden begeleid door een zwangere vrouw. Dat is nou typisch Herman. Ik was heel nerveus. Allereerst kende ik het stuk niet en ik kwam bovendien uit de klassieke wereld. Een klassiek gitarist moet een partij hebben. Ik heb Erik van der Wurff gebeld, die al al vanaf het begin met Herman samenwerkt en vroeg hem wat ik moest spelen, zodat ik me kon voorbereiden. Hij zei dat ik me geen zorgen moest maken, maar dat deed ik natuurlijk wel. Ik kreeg een papier met akkoordsymbolen en een paar noten, maar ik bleek het te kunnen spelen.'

Na die eerste opname werd Edith Leerkes ook betrokken bij de cd-opnamen die volgden. 'Vijf jaar geleden vroeg Herman of ik ook live mee wilde doen bij de theatervoorstellingen. Ik had een full-time baan bij het Amsterdams Gitaartrio en anderhalf jaar heb ik getwijfeld. Moest ik mijn wereld verlaten om iemands adjudant te worden? Ik besefte ook wel dat ilc dan in een wereld zou komen waarin ik niet Edith Leerkes was, maar de gitariste van Herman van Veen.'
Uiteindelijk zei ze ja, want het trok haar wel. 'Door de platen die ik met Herman had gemaakt, was ik voor de buitenwereld misschien de adjudant, maar muzikaal gezien hoefde ik mezelf geen geweld aan te doen. Mijn muzikale bagage sloot aan bij wat Herman wilde. Bovendien hadden we met het gitaartrio net een kinderprogramma gedaan. Daarvoor hadden we met een regisseur gewerkt en die theatrale aanwijzingen spraken me zeer aan. Toen kwam bij mij het besef dat ik misschien wel wat anders wilde met de klassieke gitaar.'

Ze ervaart het inmiddels als een sensatie dat ze anders dan in de klassieke muziek niet meer precies hoeft te spelen wat een ander heeft bedacht. 'Als je ergens niét helemaal tevreden over bent, dan is het geweldig dat je wat anders kunt gaan spelen. Het zou niet in me op komen om een noot bij Scarlatti te wijzigen. Altijd had ik muziek gespeeld zoals ik meende dat de componist het had bedoeld. Nu maak ik wat ik zelf mooi vind. Ik ben geen componist, maar ik schrijf soms met Herman mee. In die gevallen zijn we gezamenlijk de auteur. Wat invulling betreft kan ik mijn gang gaan. Vroeger dacht ik dat het ging om de mooie toon. De klank die ik liet horen, moest mooi zijn. Ik ben er nu van overtuigd geraakt dat het helemaal niet zo hoeft.

Het hoeft allemaal niet zo gepolijst te klinken. Dat rauwe geluid van aanlopende snaren komt soms veel meer in de buurt van wat ik eigenlijk wil zeggen, dan die mooi gespeelde noten.'

Het kerstverhaal 'Er was eens...' wordt gezongen en verteld door Herman van Veen met Lori Spee (zang), Edith Leerkes (gitaar), Erik van der Wurff.(piano), Jannemien Cnossen (viool, zang), Thomas Dirks (bas), Wieke Garcia (percussie, harp) en het Harlekijn Danstheater o.l.v. Gaëtane Bouchez. Te zien in de Jacobuskerk in Enschede, zondag om 14.00 en 21.00 uur en maandag om 21.00 uur.



Ton Ouwehand