de Stem
Marja Mes

Herman van Veen houdt het bij oude effecten



13 mei 1981
BREDA - Dat magie en de spanning, die vooral de eerste programma's van Herman van Veen kenmerkten, zijn - althans in mijn ogen - voor een groot deel verdwenen.
Het moet te maken hebben met het gebrek aan artistieke vernieuwing, dat deze kleinkunstenaar vertoont. Zijn merkwaardige talent om muziek, taal en beweging gevoelsmatig en associatief met elkaar te verbinden, bood aanvankelijk grote verrassingen.



Momenteel, ook in het nieuwe programma dat gisteravond in Het Turfschip te beleven viel, lijkt er voornamelijk sprake van voortborduren op oude thema's, motieven en effecten. Nu is de financiële noodzaak ook niet de meest aangewezen inspiratie voor artistieke vernieuwing. Het ideologische programma „Onder water", waar Van Veens Harlekijn Produkties veel geld hadden gestopt, werd een flop en zo werd de artiest gedwongen om in aller ijl een nieuw programma samen te stellen teneinde zich uit een financieel debacle te redden.

In dit nieuwe programma tracht hij ook een deel van zijn verontwaardiging over de rotzooi in de wereld te stoppen.

Na de pauze gebeurt dat op een agressieve manier in de vorm van een niet van verstaanbaarheid en begrijpelijkheid overvloeiende monoloog van „Hermie", die in een mengsel van plat Utrechts en Nederlands klinkend Engels uithaalt naar de katholieke kerk en de paus, die met hun geboortbeperkingsverbod de honger in de wereld en de ellende van ondervoede kinderen alleen maar erger kunnen maken. Zo'n tirade komt wezensvreemd over, temeer daar het toch niet Van Veens sterkste kant is om politieke satire te bedrijven en maatschappelijk engagement als een rode draad door zijn programma te laten lopen. Prachtig blijven zijn stem en het gebruik van muziek en de uitgelezen versterking daarvan. Hij laat er genoeg van horen, evenwel vooral in oudere nogal trage nummers.

Het contrast kinderwereld-liefde en oorlog-geweld vormt nog steeds zijn belangrijkste thema. Het komt er humoristisch-fantastisch, koddig weemoedig of agres- sief uit, maar de schok en de ontroering blijven weg, omdat de echte inspiratie aan deze voorstelling ontbreekt.
De laatste scène voor de pauze, laat een beroep doend op de tragiek, Van Veen in de tralies hangen, eerst als een aap daarna als een (zich aftrekkende) gevangene, die zijn zaad prijsgeeft aan de aarde en in tranen uitbarst als hij niet bij zijn viool kan, die aan de andere kant van het gaas ligt.

Het blijft echter bij effect en de tragiek werkt nauwelijks. De begeleiding door Erik van der Wurff en Harry Sacksioni is, zoals steeds, voortreffelijk. Op maandag 18 mei is deze voorstelling nogmaals in het Turfschip te zlen.



MARJAN MES