Amersfoortse Courant
Maks Mulder

Herman van Veen/ Andere Namen

13 apr 2002

Andere Namen, de nieuwe cd van Herman van Veen is zijn 123e muzikale uitgave. Een onwaarschijnlijk groot aantal voor een man die zich al bijna veertig jaar niet Heen als zanger maar ook als 'dromer, denker en muzikale clown een volstrekt eigen plek in alle theaters heeft verworven.
Met een eigen publiek ook. Zijn unieke manier van zingen waarin bombast, overdreven nadrukkelijk uitgesproken woorden en een vleugje Utrechts accent moeiteloos vermengd worden, levert nagenoeg iedere luisteraar kippenvel op. Van afschuw of van puur genot.



Een tussenweg is er eigenlijk niet. Je komt maar weinig mensen tegen die Van Veen 'wel aardig' vinden. Het eerste dat opvalt bij het beluisteren van Andere Namen is dat zijn stem na al die jaren geen spoortje slijtage vertoont. Sterker nog, het lijkt wel of het allemaal steeds makkelijker gaat. Net even te lange zinnen, een gewaagde overgang, een lastige inzet naar het refrein, het maakt hem geen bliksem uit. En altijd weer die prachtige arrangementen. Zo transparant, steeds met de juiste instrumenten zo geweldig goed toegesneden op de emotie in de tekst, het moet een genot zijn om daarop te zingen.

In de meeste nummers speelt de gitaar van Edith Leerkes een pro minente rol. Soms fluisterend, dan weer in een melancholieke pas de deux met een accordeon en waar nodig met krachtig stuwend spel levert ze een niet geringe bijdrage aan het geweldig hoge muzikale niveau.
Inhoudelijk is de cd -welbeschouwd- meer van hetzelfde.
Dat klinkt negatiever dan het bedoeld is. De trouwe fan zal er in ieder geval niet rouwig om zijn. Een groot deel van de charme van Van Veens werk schuilt immers in de eigenzinnige mengeling van poëzie, kleine observaties, weemoed en ironie die kenmerkend is voor zijn teksten die soms bijna schetsmatig lijken opgezet. Met een feilloos gevoel voor 'mooie zinnen' als "Zij had ogen met uitzicht op zee" en "Ze boog zover voorover dat ik bang was dat ze brak". In Andere Namen zijn het -onder andere- "In elke dwarrelende sneeuwvlok ziet hij God", en "Ik hoorde van de week een heel mooi treurig liedje / in een soort van Portugees / op een regenachtig melodietje". In Mijn Gedachten, een vertaling van Willem Wilmink van een liedje van de Friese groep De Kast en Ik weet niet hoe ze heet, hebben wat mij betreft de hoogste kippenvel-gevoelswaarde. Maar ook Maria, Andere Namen, Voor Marie-Louise, Waar ligt Jeruzalem -eveneens van Willem Wilmink- en Ja dan van -oud vertrouwd- Rob Chrispijn getuigen stuk voor stuk van onvolprezen vakmanschap.

Misschien wel het meest opvallende aan een cd van Van Veen is dat je je zo ontzettend goed kan voorstellen hoe hij het op het podium zal brengen. Met het iets te grote gebaar wanneer pathetiek vereist is en het intieme, ingetogen gemak wanneer de tere snaren beroerd gaan worden. Die wonderlijke mengeling van allerhande bijna tastbare vormen van dynamiek klinkt in alle nummers door. Valt er dan geen kritiek te leveren op deze cd? Gelukkig wel. Het nummer Nog één lijkt geschreven voor een inburgeringscursus Nederlands. Uitbreiding woordenschat. Zonder kop of kont achter elkaar geplakt. Op wel een bijzonder ritme met een raar hikje erin. Misschien heeft het zelfs wel een héél mooi einde maar zover heb ik het niet laten komen. Toch zul je altijd zien dal er ergens een fan rondloopt die dat nu juist het allerbeste nummer vindt. Omdat het 'zo hélemaal Herman is'! Nogmaals, je móet ervan houden. Maar als je dat doet is Andere Namen wederom een must. Net als die andere 122.

Het is veel maar steeds met ontzettend veel liefde gemaakt voor iedereen die er geen genoeg van kan krijgen. En dat al veertig jaar lang zonder kwaliteitsverlies.
Hulde Herman van Veen!



Maks Mulder