Amersfoortse Courant
Max Smith

Wollige filosofietjes voor kille bange dagen

De zacht schurende twijfels van Herman van Veen

13 maart 1987


Solo-voorstelling Herman van Veen, onder begeleiding van een combo bestaande uit Erik van der Wurff (piano, synthesiers), Nard Reijnders (sax, klarinet en accordeon), Chris Lockers (gitaar) en Cees van der Laarse (bas).. Teksten van onder andere Herman van Veen, Willem Wilmink, Kees Stip, Judith Herzberg en Von der Vogelweide. Licht: Rob Munnik. Kostuums: Marga Groen. Produktie: Harlekijn Holland. Gezien: De Flint Amersfoort, 12 maart 1987. Vanavond: herhaling.


AMERSFOORT — 'Fellini verdeelt clowns in witte clowns en domme Augusts. Ik ben een domme August. Freek is een witte clown. Witte clowns weten altijd hoe het moet. daardoor zijn ze superieur. De domme August wordt platgeslagen door de werkelijkheid. Ik organiseer mijn voorstelling ook wel maar die is uit onzekerheid opgebouwd,' aldus Herman van Veen tegen Bibeb in een interview in Vrij Nederland.


Er is nog een ander verschil:
Freek de Jonge werkt zijn denkbeelden tot op de bodem uit. Herman van Veen geeft enkel aanzetten, in de verwachting dat het publiek zijn filosofietjes oppakt en verder uitwerkt. In zijn recente show gebeurt dat opnieuw. Net zo als dat het toneel bezaaid is met stukjes papier, strooit Herman van Veen snippers gedachten, sentimenten en ervaringen over de toeschouwers uit. Hij diept bij tijden confetti uit zijn jaszak en werpt ze als een goochelaar naar een bepaald attribuut toe om er zogenaamd magische kracht aan te geven. Hij maakt zijn truc soms niet af. maar geeft met een buiging aan dat de act afgelopen is. 'Als jullie applaudiseren, dan weet ik dat het afgelopen is,' zegt hij met de nodige zelfspot.

Angst voor de dood en ondanks alle (persoonlijke) twijfels en frustraties toch een enorme hang naar het leven, dat zijn de kernthema's van dit solo-programma. Herman van Veen verwisselt al snel zijn smoking voor een lange, opgelapte jas. De stukjes stof symboliseren evenzovele stukjes lapmiddelen, waarvan hij zich in zijn leven heeft moeten bedienen.

Zijn twijfels over God en Diens leer, die maar door iedereen naar eigen goeddunken en dikwijls zeer opportunistisch wordt geïnterpreteerd, zijn teleursteling over een samenleving die bewapening nog altijd belangrijker vindt dan de bestrijding van de honger in de wereld, zijn verbazing over de agressie die zich reeds bij kleine kinderen manifesteren, zoals hij laat zien in zijn poppenkastvoorstelling met de dood van pierlala, en zijn zoeken naar de zin van het leven, worden dikwijls in wollige huis-, tuin- en keukenfilosofietjes warm ingepakt als bescherming tegen de gure, boze wereld.


De liedjes omzwachtelen eveneens beschermend deze rillerige en uiterst, bevattelijke geesteshouding. Herman van Veen heeft zich klaarblijkelijk nog altijd niet kunnen losmaken van de geitewollen-sokken-mentaliteit, die welzijnswerkers in de zestiger en zeventiger jaren met zachte dwang hebben willen uitdragen.
Die tijd is voorbij, net als bepaalde theatervormen ook tot het verleden zijn gaan behoren. Maar Herman van Veen presenteert zich nog steeds als een mens- en milieu-vriendelijke tovenaar, die met zijn animerende fratsen een tipje wil oplichten van de mysteries van het leven. De symbolen die hij daarbij gebruik zijn evenmin origineel. Op het toneel staat een ronde spiegel, die niet alleen geen spiegel blijkt te zijn. maar waarin de dood het spiegelbeeld is van het leven.

Een evenwichtsbalk scheidt de musici van het toneel waar hij danst, zingt, springt en acteert. En natuurlijk loopt hij een paar keer over deze balk om te demonstreren, dat het in het leven erom gaat je evenwicht te kunnen bewaren.
Dat wil niet zeggen dat zijn show een flop is. Herman van Veen kan meeslepend zingen, hij is entertainer en humorist genoeg om zijn publiek met succes te kunnen bespelen, vermaken en amuseren, maar je zou willen dat hij eens wat minder zoet was in zijn pijn en minder zweverig in de verbeelding van zijn onzekere levensvisie.

Aan de muzikale begeleiding en aan de wondermooie gekleurde lichteffecten schort het evenmin. Het is de toon en de soms wat al te sentimentele en voor de hand liggende vertolking van de noten die Herman van Veen op zijn zang heeft, dat de voorstelling wat mij betreft doen tegenvallen. Niet echter voor het gros van de aanwezigen gisteravond in de uitverkochte De Flint. Zij gaven regelmatig blijk van hun waardering en aan het eind werd door langdurig applaus om een toegift gevraagd die gul werd toegekend. Vanavond wordt er nogmaals voor een uitverkocht huis opgetreden.



Max Smith