Dagblad vh Noorden
Marjan Terpstra

Al 40 jaar in Carré

12 okt 2011

• Clown, musicus - muzikant zegt hij zelf - en vooral levenskunstenaar

• Eind oktober treedt Herman van Veen anderhalve maand op in Carré

• Volgende week naar Stadskanaal, in 2012 naar Emmen en Groningen



Amsterdeam In mei 1971 betrad Herman van Veen voor het eerst het podium van Carré. 'Voor een handjevol genodigden en een paar andere dwazen", schreef De Tijd toen. Van 28 oktober tor 10 december staat hij er voor de 22ste keer met een serie van meerdere weken. Tegelijkertijd komt er een boekje uit over zijn weg naar de theatertempel: Naar Carré, Biografie van een reis.

Hij is 66 inmiddels, maar heeft nog altijd het elan van de jongeman die op zijn 22ste in een wijnkelder aan de Oudegracht in Utrecht zijn eerste voorstelling gaf. Hij raast als een wervelwind over het toneel, goochelt met pingpongballen, molt de vleugel van Erik van der Wurff bijna in een pianosolo, laat het publiek onweer maken door dijgeklap, vingergeknip en voetengestamp en wisselt prachtige liedjes af met grappen en grollen en maatschappelijke bespiegelingen. Van het tweeverdienersmodel waarbij vrouwen tien ballen tegelijkertijd hoog moeten houden tot de multiculturele samenleving.

Van Veen speelt eigen repertoire, maar zingt ook ijzersterke liedjes van anderen, zoals Laat me van Ramses Shaffy en La chanson des vieux amants van Brel. Als in de toegift Opzij, Opzij, Opzij klinkt, gaat de zaal plat. Ik doe Opzij overigens niet elke avond", vertelt Van Veen. "Soms zing ik het omdat iemand me dat in een mail heeft gevraagd. En ik doe het de laatste tijd weer omdat ik vlak daarvoor Doe geen enkele belofte bij mijn kist. Doe ze nu zing. Daarna krijgt Opzij een extra dramaturgische lading. Er gaat bijna geen week voorbij of iemand die ik goed ken verdwijnt. Het is nu echt een herfstbos. Dat heeft ermee te maken. Stel niet uit, leg geen bloemen op mijn kist, breng ze nu."

Ondanks de confrontatie met de dood in zijn omgeving is Van Veen niet bang dat hij op een dag niet meer op het toneel kan staan. Dat was enkele jaren geleden anders.
'Tussen mijn veertigste en mijn vijftigste was ik zwaarmoedig. Ik was gescheiden, vond het leven erg complex en dacht: stel dat ik straks minder kan. In die jaren kon ik ook heel moeilijk omgaan met de stilte en de euforie. Als ik na een toer in Amerika of Frankrijk thuiskwam, vond ik het heel moeilijk om het verschil te overbruggen. Mijn kinderen waren jongvolwassenen. Dat had er ook mee te maken. Ik kon ze geen sprookje meer vertellen als ze verdriet hadden. Dat gaf me een machteloos gevoel. Toen mijn dochter voor het eerst een kindje kreeg was ik perplex dat ze dat kon krijgen, zonder dat ik erbij was. Natuurlijk stond ik als een zenuwachtige vreemde gek te worden op de gang. Maar het was niet van mij. Het was haar kind met haar man. Ik stond gewoon voor aap. Daar moest ik mee leren omgaan."

In die tijd waren de voorstellingen van Van Veen ook zwaarmoediger. Inmiddels heeft hij de lichte toets weer gevonden en geniet hij elke avond. Hoewel hij vol idealen is ontkent hij dat hij optreedt om het publiek te overtuigen. "Ik sta er omdat het me gelukkig maakt. Ik laat merken wat ik voel, denk en vind. Ik doe mijn best om dat zo grappig, zo goed of zo merkwaardig mogelijk te doen. Dan laat ik het los. Het is heerlijk als iemand daarna zegt dat het hem tot een bepaald inzicht heeft gebracht. Dat vind ik mooi om te horen, maar dat is niet de reden waarom ik het doe. Ik doe het om de schoonheid. De weg is belangrijk, niet het doel."

Behalve in Nederland is Van Veen ook populair in Duitsland en België en treedt hij onder andere op in Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, Japan en Amerika. Hij werkt in cyli van vier jaar - waarbij hij door verschillende landen toert - en staat dan aan het eind van zo'n cyclus steeds weer een aantal weken in Carré. "Het grote voordeel daarvan is dat het programma organisch tot stand komt. Ik kan elke dag iets nieuws toevoegen en na vier jaar heb ik zo weer een volledig nieuw programma. Die dynamische manier van werken maakt het ontzettend leuk en boeiend. Ik heb nooit elke avond hetzelfde gedaan en dat zou ik ook nooit willen."



Marjan Terpstra