het Vrije Volk
Loui du Moulin

Herman van Veen:
"rust is niets voor mij"



12 september 1981
Herman van Veen is weer boven water.' Onze enige "harlekijn" toerde de afgelo- pen weken met een nieuwe show door het land, in de winkel ligt een nieuwe elpee: "Iets van een clown", en op de televisie zijn binnenkort vier door hem gemaakte thema-programma's over dromen te zien. Op zijn programma staan verder een toernee door Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. een tweede speelfilm (waarschijnlijk "De rattenvanger van Hamelen") en een verkenning van mogelijkheden in Amerika. En dan hebben we het alleen nog maar over zijn artistieke activiteiten.


Herman van Veen is drukker dan ooit, zelfverzekerder en meer gedreven dan ooit. „Ik heb nu na vijftien jaar het gevoel dat ik echt ga beginnen. Dat ik nu pas echt aan de bak kom. Ik heb zoveel gezien, zoveel meegemaakt de afgelopen jaren, kom maar op denk ik nu. ik zal wat laten zien. Echt 't gevoel van: ja. . Ik sta echt heel hard ja te zingen. Pas nu ben ik er 100 procent van overtuigd dat ik in staat ben een avond theater te maken waarin ik voor mezelf en de , mensen iets kan laten gebeuren." Aldus Herman van Veen, 36 jaar, clown en motor van de multi-mediale-produktiemaalschappij Harlekijn Holland.

Een Bluffer? Beslist niet voor zijn fanatieke achterban. En zo ja, dan toch zeker een actieve en een zeer moedige man, die altijd zal weigeren bij de pakken neer te blijven zitten, al waren er begin dit jaar enkele onverwachte tegenslagen.


Rust?


De voorgenomen oversteek naar Groot-Brittannië ging niet door. De affiches in Londen en andere grote steden, waarop "An Evcning with Herman van Veen"' stond aangekondigd konden weer van de muur worden gehaald. Zijn theatershow voor groot en klein: "Onder Water" werd voortijdig gestaakt. De critici hadden de Greenpeace-boodschap in verhaalvorm gekraakt, veel Van Veenfans lieten hun idool in de steek. Een inzinking werd vermoed dan wel voorspeld. De bezige, almaar prikkende bij had nu zelf eens pijn en was aan rust toe.

Herman van Veen dook inderdaad onder, maar niet om te rusten. „Ben je gek. Ik heb daar geen moment aan gedacht. Integendeel, ik was door de tegenspoed juist ontzettend geïnspireerd. Rust nemen is niets voor mij want ik kan niet stil zitten. Ik heb veel te doen. Ik heb pas rust als ik aan het werk ben. Keihard gewerkt hebben we de afgelopen maanden. Het resultaat:
een theatershow, een plaat, televisieprogramma's, en zo is er nog een aantal dingen."

De afstand tot „Onder Water" en het Engeland-avontuur is inmiddels voldoende om er in alle nuchterheid op terug te blikken. Allereerst op het verhaal over de toestand van de zee en haar bewoners: „Het functioneerde niet als familie-voorstelling. Ik zal me verkeken hebben op de dramatische structuur. In zo'n abstracte vorm als die wij hanteerden is het heel moeilijk om van kind tot volwassene te boeien. Ik heb de voorstelling nog gesplitst, in een matinee voor de kinderen en 's avonds één voor volwassenen. We draaiden met een bezet- ting van zeventig procent. Voor een vrije produktie — 30 tot 35 man werkten er aan mee — te weinig publiek. Het was daarom een; economische noodzaak te stoppen.


Geen kans


Maar ..Onder Water" is nog niet voorbij, je hebt straks de plaat en het boek. Net als destijd „Alfred J. Kwak" (programma 78/79 - LDM» loopt dat project nog door. „Alfred J. Kwak", waarin ik het monarchistische systeem aanpakte is door de pers toen op dezelfde merkwaardige manier gekraakt. Niet op de inhoud, maar op de vorm, dat is het trieste van de hele zaak. „Onder Water" is ook weer gevallen op de vergelijking. Eerst decd-ic dit en nu doet-ie dat. Je krijgt dan geen kans.

Jammer. Als zoiets niet aanslaat heb ik daar veel moeite mee. Wat heb ik dan verkeerd begrepen. Wat heb ik verkeerd gedoseerd. Ik vraag het me nog steeds af. Het zal me echter nooit weerhouden om antwoorden te zoeken op vragen die ik mezelf en mijn omgeving stel.
Ik ben er wel achter nu dat ik hel best functioneer in mijn uppie. Ik kan wel toneelspelen, maar ik ben geen acteur. Ik ben een muzikant.

Ik moet scheppend kunnen werken, kunnen improviseren en niet vast zitten aan een dialoog. Meer mensen op het toneel bete- kent: meer afspraken. Ik heb vrijheid nodig."


Instinct


Dan Engeland. „Ik had het gevoel 'Hier zit iets totaal fout', ik stink daar niet in. In zo'n geval vertrouw ik volledig op mijn instinct en verdom ik hel om op reis te gaan. Omdat het instinct het enige is waar ik zeker van ben. Die organisatie in Engeland wilde niet de boot in gaan en maakte daarom van tevoren zo'n tamtam. Met allerlei vergelijkingen, een hele enge opgefokte toestand. Luister es even heb ik gezegd, als je dat belooft mag Jezus zelf wel komen. Word je met al die grote namen vergeleken dan heb je geen kans meer. Je bent 't of je bent 't niet.
Je moet je dan gaan bewijzen, daar heb ik ontzettend de pest aan. Ik wil muziek maken. Met pure commercie heb je dan te maken. Opklopperij. Ik ben gewoon een werkman, iemand die met muziek zijn brood verdient. Zoals een ander dat in de staalfabriek doet. Relax heb ik gedacht, ik kom wel terug als iedereen de andere kant op kijkt. Eerst eens met honderd man in de zaal, dan misschien 200, dan 300."

Op podium en plaat is Herman van Veen inmiddels weer de clown van voor „Onder Water". „Iets van een clown" is een voortdurend balanceren tussen ernst en grap, tussen poëtische- romantiek en prozaïsche werkelijkheid. De strekking van het geheel is in feite een grote waarschuwing.

„De liedjes hebben allemaal te maken met „Als". Als dit, als dat eens of ja maar, je hoort niet anders. Daar zijn ze tégen bedoeld. Laten wc in godsnaam iets doen, wil ik er mee zeggen. Anders gaan we naar de verdommenis. We kunnen niet blijven afwachten, straks is het te laat. Mijn vader bijvoorbeeld, die man ziet allerlei tendensen in deze tijd die hij voor de Tweede Wereldoorlog óók zag. Ik kan ze niet herkennen, hij wel. Daarom zing ik „Als Hitler toch de oorlog had gewonnen". Men denkt namelijk dat het wel zo'n vaart niet zal lopen. Net als toen. Hoe de reacties daarop in Duitsland zullen zijn kan me niet schelen. Dat is mijn probleem niet. Dat is hun probleem."

Ik probeer me met echt wezenlijke zaken bezig te houden. Met water, met geloof. Ik heb geen zin om meneer Den Uyl belachelijk te maken of meneer Van Agt voor schut te zetten. Dat leidt de aandacht maar af. Ik weet: het is een zeer geaccepteerde vorm, begrijpelijk en direct, maar ik vind het flauwekul. Het is de onmacht van het cabaret, het is bestaan bij de gratie van namen noemen. Een alibi om gezamenlijk nergens mee bezig te zijn.


Links kabinet


Wat er nu met die kabinetsformatie gebeurt doet me natuurlijk wel iets. Het is een ongelooflijk schandalige zaak. Den Uyl en Van Agt in één kabinet. Ik be- doel. dat zoiets kan gebeuren. Dat de mensen dat accepteren in zo'n-toch-crisistijd. De progressieve partijen hadden de verkiezingen moeten winnen. Alleen al om het feit dat zij de enige zijn de essenties bij de kop vatten. Er had een links kabinet moeten komen. Ik was er, ondanks die enquêtes, ook van overtuigd dat links samen de meerderheid zou krijgen, 't Gebeurt niet omdat de PvdA de PvdA niet meer is. Mijn vader, een PvdA-man schaamt zich kapot dat hij dit nog moet meemaken. Deze verkiezingen zijn zo'n gemiste kans."

Als kunstenaar zal Herman van Veen er alles aan doen om het „verkankerde politieke systeem" ter discussie te stellen. Als vertaler. „Tussen die onbegrijpe- lijke, onverstaanbare politiek en de realiteit ligt zo'n geweldige kloof. Voor schilders, dichters, filmmakers, kunstenaars dus, ligt er daarom de fantastische taak om die te dichten. Kijk, je maakt mij niet wijs dat die communistische en die Amerikaanse boer elkaar op hun bek willen slaan. Er is alleen een ongelooflijk stelletje hufters voortdurend bezig jou dat aan te praten. Omdat ze daaraan verdienen, daardoor iemand zijn, macht hebben. Allemaal lui met dezelfde uniformen, koffertjes en vliegtuigen. Die verpesten 't vertaalwerk dat nodig in om tot meer begrip van het ene volk voor de ander te komen. Als we daar nou eens vanaf konden komen.

Voor mezelf zie ik daar een heel klein werkje. Al draag ik daar maar voor een promille aan bij. Voor mij is de noodzaak ervan overduidelijk. Het mag arrogant klinken, maar ik heb iets van zien jullie dal dan niel'.'"


Bewapenen


Kennelijk niet, want men gelooft 't nog steeds wel. Tot mijn grote verbijstering.
Hoe kan het nou in godsnaam mogelijk zijn dat we nog steeds blijven bewapenen? Dat spul moet weg. Gewoon weg. Het is toch voorspelbaar dat we er straks machteloos tegenover staan. Er komt een tijd dat de computer meer begrijpt, dan de individuele mens. In een schaakcomputer zitten nu 200 grootmeesters. Een grootmeester kan daar nog van winnen. Straks zijn het er 600, 1200 en dan verliest-ie. Nu denken we nog zelf na als er Russische troepenbcwegingen zijn bij de Poolse grens. De computer weet straks meer dan wij, en als die dan aangeeft XP3250PZ dan betekent dat "drukken" voor de man achter de knoppen. Die heeft immers op zo'n ding rekenen geleerd."


Sirene


Om het niet bij grappige en mooie woorden alleen te laten richtte Herman van Veen, sinds 1968 "goodwill-ambassadeur" van Unicef, oen aantal jaren geleden met een vriend de Stichting Colombine op. Als bestuurslid, naast onder anderen prinses Irene ("Een geweldige, hardwerkende vrouw"), is de artiest thans betrokken bij een ontwikkelingsproject op de Filippijnen-

De gang van zaken bij de kleine stichting is echter anders dan gebruikelijk. Herman van Veen: "Colombine is destijds op- gericht om snel te kunnen zijn. Dat is één. Om niet Ie hoeven wachten op overheden, dle bu- reaucratie te vermijden, om meteen iets te kunnen doen. We zijn nu bezig met een groep van 1500 vrouwen in Tondo. een slop- penwijk in Manilla. We
hebben ze gevraagd op welke wijze ze geholpen wilden worden en volgens hun wens is nu een coöperatieve vereniging opgezet. Zo werken betekent dat je jouw ervaring ten dienst moet stellen van wensen die je eigenlijk niet begrijpt. Het verplaatsen in hun gedachten is nodig anders komen we er nooit uit. Je kunt niet ongestraft ijskasten blijven sturen.

In de Derde Wereld vragen ze zich ondertussen af wie er nou hulp nodig heeft, want ze begrijpen de ballen van ons. De gever zal moeten veranderen en de ontvanger zal moeten veranderen. Wat zij dreigen kwijt te raken hebben wij, wat wij dreigen kwijt te raken hebben zij. Laten we in godsnaam voorkomen dat allo verschillen met een gigantische strijkbout worden gladgestreken.

En wat de Filippijnen betreft, je hoort weleens: ga daar niet heen, naar dat fascistische; regime. Mijn mening is dat de mensen die daaronder lijden onze aandacht dubbel zo hard nodig hebben. Des te eerder is dat regime aan z'n eind."