TUBANTIA
TON OUWEHAND

'Meneer, waar ken ik u van?'

11 mrt 2004

Op radio, tv en in boek houdt Kick van der Veer zich bezig met cabaret, kleinkunst en het betere Nederlandse lied. Zaterdag presenteert hij in het gemeentehuis van Haaksbergen een literair kleinkunstprogramma met zanger Alex Roeka en de dichters Rob Crispijn en Driek van Wissen. 'Ik ben een bekende Nederlander uit de b-categorie. Zo eentje van: 'meneer, waar ken ik u van?'


- Wat ga je doen in Haaksbergen?

'Een dichtersprogramma, dat het gedicht toegankelijker moet maken voor een luisterend publiek. Alex Roeka zingt, en de dichters Driek van Wissen en Rob Crispijn lezen voor. Ik praat het aan elkaar en we voeren gesprekken over het schrijven van gedichten. Poëzie heeft de naam zwaar te zijn, op die avonden wordt het tegendeel bewezen.'

- Je bent vooral bekend van het programma Andermans Veren, op radio en tv. Nu presenteer je dit weer. Wat doe je allemaal?

'Ik maak boeken, bloemlezingen. Eindredacteur van de Pluche-serie van Nijgh en Van Ditmar. Ik ben adviseur van Amsterdams kleinkunst festival. Ik ben een wandelende kleinkunstman.'

- De nieuwe Wim lbo?

'Nee, ik vind dat Jacques Klöters dat eerder is. Hij is meer een historicus, een duider. Ik ben meer iemand die de boel goed in z'n kop heeft zitten. En daar put ik uit. Een repertoirekenner.'

- Heb je ooit zelf de neigingen gehad op een podium te klimmen?

'Jazeker. Lang geleden, in 1981 heb ik het Leids Cabaretfestival gewonnen. Kick & ik, dat deed ik samen met een pianist Peter Koekoek. Daarna gingen we meedoen met Cameretten.
Daar kwamen we ook in de finale. Maar we werden derde, dat vonden we een achteruitgang; Een half jaar daarna hielden we er helemaal mee op.'

Wat voor soort cabaretier was jij?

'Ik wilde een soort Freek de Jonge worden of Herman van Veen, Mooie ontroerende dingen afwisselen met keiharde conferences en vreselijke grappen. Voor minder wilde ik niet. Toen duidelijk werd dat ik niet verder kwam dan een soort gemiddelde, koos ik ervoor achter de schermen te gaan werken.

- Hoe ben je in die wereld terechtgekomen? Nederlands gestudeerd?

'Nee, ik heb een beetje psychologie gedaan. Nooit afgemaakt trouwens. Ik ben vijf jaar psychologisch assistent geweest bij de stichting voor geestelijke gezondheidszorg. Ging ik met een koffertje vol testen scholen langs. Ik ben nog een tijdje slijter geweest. En ik heb op het secretariaat gewerkt van het Theaterinstituut.'

- En nu, freelancend de kleinkunst door?

'Ja, helemaal zelfstandig. Ik werk veel voor de AVRO, maar ik ben er niet in dienst. Sa men met Jacques Klöters ben ik eindredacteur en adviseur van Pluche-serie. De boeken over Lennaert Nijgh, Ramses Shaffy en Herman van Veen heb ik samengesteld.

- En omdat je regelmatig op tv bent, word je nu natuurlijk overal herkend?

'Soms wel. Maar ik ben een bekende Nederlander uit de b-categorie. Zo iemand van: meneer, waar ken ik u toch van? Dat vind ik precies goed. Moet zeker niet meer worden. Ik heb nooit die enorme wens gehad beroemd te worden. Ook niet om met mijn kop op tv te komen, trouwens. Dat is zo gegroeid. Ik moet het natuurlijk nooit officieel zeggen, maar eigenlijk vind ik radio het leukste wat er is. Omdat ik daar helemaal vrij word gelaten. Er is geen regisseur, geen grimeur. Niet van die mensen die alleen maar afleiden. Bij de radio kan ik doen wat ik zelf wil. Ik ben niet zo'n discjockey die moet draaien wat de baas zegt. Ik pak thuis uit mijn eigen archief al mijn platen en cd-tjes en dan ga ik elke week live in de studio zitten. Heel ouderwets. Maar wel de leukste manier van radio maken.'

- Nog plannen voor de nabije toekomst?

'Jacques Klöters en ik gaan vanaf september het theater in, met Andermans Veren live. We moeten nog heel wat voorbereiden. Maar het is de bedoeling dat we cabaretfragmenten vertonen en dat becommentariëren. Daar zie ik erg naar uit.'

- Op tv mogen jullie geen fragmenten van VARA programma's laten zien. Mag dat in de theaters wel?

'Laten we het daar maar niet over hebben. Ik weet het niet. Het is een oorlog die buiten mij om wordt gevoerd. Ik weet er niets van en ik wil het er ook maar niet over hebben.'

- Buiten beschouwing laten maar?

'Graag.'



Ton Ouwehand