Leidsche Courant

Herman van Veen als ijscoman op school-tv

11 november 1974

Herman van Veen in de rol van ijscoman krijgen we komend voorjaar op het scherm in een 4-delige school-tv-serie, getiteld „Eenentwintig van een kwartje" en geschreven door Herman en zijn vrouw Marlous Fluitsma. Het aandeel van Marlous aan deze serie is niet gering, want zij speelt er ook een rol in en vertelt iets over de achtergronden van deze serie in het blad „Harlekijn Nieuws" van oktober.
Zij laat René in der Maur, die de regie heeft, vertellen over de „belazerde image van de schooltelevisie". René noemt het bijna synoniem voor saaiheid. Vroeger hadden de school-tv-programma's bijna een documentair karakter. Er verscheen een keurige onderwijzer in beeld en die hield dan een betoog, omlijst door een aantal visuele zaken. Dat werkt niet. Dat gaat langs de kinderen heen. Je kunt de kinderen via school-tv creatief of bewust maken. Met dat laatste moet je dan wel weer voorzichtig zijn. Het mag niet leiden tot een ontevreden zijn met. Na schooltijd komen kinderen immers ook weer thuis, dus in die maatschappij.
René vindt Herman erg geschikt om met kinderen te werken, omdat die zichzelf niet altijd volwassen opstelt, niet dicht geslagen is, niet vastgepind. Hij staat voor wat-ie doet. Dat pikken kinderen altijd op. Die openheid moeten ze houden. Vandaar dat hij toe wil naar een dramatische vorm, een verhaal zodat ze zich kunnen herkennen.
In deze woorden spreekt René klare taal, maar even verderop zegt hij ook: „Toch zullen we de mogelijkheden van het medium optimaal moeten gebruiken, uitkijken voor hobbyisme".



Dit laatste riekt bedenkelijk veel naar het intrappen van de open deur, die toegang geeft tot de kretologie, welke eerder in Hilversum en wijde omgeving werd vernomen. Staat Marlous daar achter, ook al omdat zij mede -verantwoordelijk is voor, die dramatische vormgeving van deze nieuwe school-tv-serie. Marlous: „Ik heb zijn woorden weergegeven zoals hij zich uitdrukt. Wij beschouwen hem als een pionier, een, man vol initiatieven, die uit het onderwijs voortkomt en veel ervaring heeft in de omgang met kinderen. Vanwege zijn dramatische inbreng hebben wij hem graag in dit werk betrokken. Hij loopt met een hoofd vol smeuige projecten, waarin het kind een hoofdrol speelt en waarin het kind zichzelf herkent."

Dat moet er in deze serie uitkomen. Elke aflevering van twintig minuten bevat een afgerond verhaal, dat zowel afzonderlijk als op reeks bekeken kan worden. Hoofdpersoon is telkens Hansje (een rol van Joris Franszen) die door Marlous wordt omschreven als „een lief jong met pep". We krijgen Hansje te zien in telkens een andere omgeving, in een saneringswijk, in een nieuwbouwwflat, op school, op een boerderij.

In elke aflevering beleeft Hansje een nieuw avontuur, maar zien we ook zijn reacties op zijn omgeving. Hierin vooral zullen de kijkende kinderen zichzelf kunnen herkennen. In elke aflevering komt Herman als ijscoman opdraven om de zaken wat te relativeren en verder zien we Marlous als de moeder van Hansje, Fréd Florusse als de vader, Liselore als boerin, Paul van Vliet als boerenknecht en nog enkele anderen.
Marlous: „Sommige scènes zijn surrealistisch gedaan, bijv. wanneer ijscoman Herman een lied zingt en de hele flat leegloopt van mensen die beginnen mee te zingen. Zo vergroten we de werkelijkheid en krijgen we de dingen te zien zoals kinderen ze kunnen ondergaan".