Prov Zeeuwse Cour.
Willem Nijssen

Herman van Veen speelt op zeker

11 mei 1994

Onmiskenbaar is hij een talent, Herman van Veen, een zanger met een warme stem, een man met een boodschap, een artiest met gevoel voor show. In 'Herman van Veen in concert' heeft hij maar weinig woorden nodig, de typische Van Veen- sfeer is met alleen zijn aanwezigheid en met de markante muziek al volop gevuld. Alles wat de grote man van de avond méér doet dan ademhalen, wordt dankbaar in ontvangst genomen.


In feite wordt hem daarmee te veel eer aangedaan, en is er voor Herman van Veen nauwelijks behoefte om op scherp te staan. Heel ongedwongen en relaxed werkt hij zijn show af. en is daarbij wa t in slaap gesukkeld. Ondanks al het oprakelende geschut van een fraaie lichtshow, de af en toe uit de notenbalk springende muziek en een enkele rauwe kreet van de meester zelf. ligt er een sluier van gezapigheid over het programma. Mijn bezwaar richt zich onder meer tegen het niveau van de korte kwinkslagen die de brug moeten slaan tussen het ene en het volgende lied. Quasi diepzinnig citeert Van Veen uit de krant: "Brand in crematorium, één dode." Grappig? Heel héééél even misschien, maar de nasmaak van oubolligheid bederft dat ogenblikkelijk en zeer grondig. En zo strandden alle pogingen om in een notedop vrolijkheid te vinden.

In meer uitgesponnen acts, een anti-goocheltruc of een slow motion life action replay op het tenniscourt, is het satirische element nog wel te herkennen, maar dat wordt 'overspeeld' door het najagen van een paar gemakkelijke effecten. Een slappe lach uit de zaal fronsend en grimassend helemaal uitmelken? Daar past inderdaad een vraagteken bij.

Blijft over de man van de liedjes. Van Veens 'thuisland'. Daar zitten een aantal mooie nummers tussen. Goed eigen werk als 'Grand Hotel Deutschland' en 'Niet alleen'. Liedjes op altijd zeker weer sprekende tekst van Willem Wilmink: 'Een foto', over een razzia op joden. En liedjes van grote namen, ongetwijfeld door Herman van Veen bewonderd: Kurt Weill en Jacques Brel. 'Voir un ami pleurer' en 'Ich lieb dich nicht' krijgen een oprechte, voortreffelijke vertolking.

Een goed deel van die liedjes heeft het accent op een melancholieke stemming (prachtig gearrangeerd en gerealiseerd bovendien door de twee musici). Andere hebben een boodschap, bijna zwijgend zoals in 'Een foto' of nadrukkelijk zoals in 'Grand Hotel Deutschland'. Het is een boodschap waar je verder niet zoveel mee kunt, die vaak niet meer kan oproepen dan een het-is-inderdaad-toch-wat-gevoel, een licht verontwaardigde ontroering misschien. Tot daaraan toe, er zijn per slot van rekening toestanden en problemen in de wereld die bijna niet anders meer te bevatten zijn. Maar als Herman van Veen dan het lef heeft om - midden in de maand mei - zijn programma af te sluiten met een kerstliedje (mooi zoet gezongen hoor, daar niet van), is de grens toch wel bereikt. De conclusie is duidelijk, de puzzelstukjes ontevredenheid vallen op hun plaats: Herman van Veen treedt alleen nog maar op voor zijn trouwste fans, en dat zullen ook de enigen zijn die na zo'n programma nog tevreden naar huis gaan.


'Herman van Veen in concert' is op 11,12 en 13 mei nog te zien in de Stadsschouwburg te Middelburg



Willem Nijssen