het Dagblad
Ruud Meijer

Filmcomponist Van der Wurff:
Geen noot te veel

11 apr 1990

HILVERSUM - Het verleden bungelt als een pluk haar aan zijn onderlip: de 'goatee', het hippe sikje uit de bebop-tijd, getuigt in stilte van de liefde die pianist Erik van der Wurff ooit voelde voor de jazz. In de jaren zestig hield hij het voor gezien: zijn lievelingspianist Oscar Peterson speelde zoveel noten, dat Van der Wurff steeds meer geïnteresseerd raakte in de kunst van het weglaten. Als begeleider van een artiest - dit jaar kijkt Van der Wurff precies 25 jaar naar de rug van Herman van Veen - kun je immers niet karig genoeg spelen. Hij vindt zichzelf meer dan de eeuwige begeleider. "Het spelen bij Herman is maar één van mijn vele activiteiten", verduidelijkt Erik van der Wurff. "Het grootste deel van het jaar ben ik bezig met het componeren van filmmuziek; ik noem mezelf dan ook het liefst filmcomponist."


CONSTANTE FACTOR


Erik van der Wurff, geboren in het laatste oorlogsjaar, had naar zijn zeggen een plezierige jeugd in de bossen en weilanden rond De Bilt. "Als er ergens een vuurtje was gestookt, stond de politie onmiddellijk bij de familie Van der Wurff voor de deur", herinnert hij zich niet zonder enige trots. Muziek was een constante factor in het dagelijks leven van de Van der Wurffs: vader en moeder speelden piano, grootvader dirigeerde de fanfare en een pedagogisch aangelegde oom trachtte de tegensputterende, zevenjarige Erik de beginselen van de achtentachtig toetsen bij te brengen.

Erik van der Wurff raakte al snel in de ban van de lichte muziek. De deinende heupen van Elvis Presley konden hem echter niet zo bekoren.
"Ik was een van die idioten die op de klasseavond platen van Art Blakey wilde draaien", zegt hij vol zelfspot. Blakey was hem, door de uitzendingen van The Voice of America, uit de Nieuwe Wereld komen aanwaaien, 's Avonds (èn 's nachts) zat de jonge pianist met zijn oor tegen de radio gedrukt om die schijnbaar onontwarbare harmonieën en notenreeksen te doorgronden. Samen met zijn vrienden werkte hij aan de oplossing van dit gesyncopeerde raadsel: ontrafelde akkoorden en uitge-schreven thema's werden geestdriftig uitgewisseld.

Inmiddels studeerde Erik van de Wurff piano, fluit, contrabas en schoolmuziek aan het Utrechts conservatorium - de plaats, waar hij in 1963 Herman van Veen ontmoette. De arrangementen die hij in die periode voor het Vara-Dansorkest schreef, moeten worden beschouwd als zijn laatste professionele flirt met de jazz. Al snel begon de langdurige alliantie met Van Veen, voor wie Erik van der Wurff niet alleen piano speelt, maar ook componeert en arrangeert. Andere Nederlandse artiesten zoals Robert Long, Frans Halsema, The Cats en Jasperina de Jong lieten zich maar al te graag door Erik in de watten leggen.In 1969 voorzag Erik voor het eerst bewegende beelden van een passend achtergrondmuziekje: hij schreef muziek voor de documentaire Openbare Orde. In 1979 debuteerde hij met de partituur voor de Van Veen film Uit Elkaar. Sindsdien werd dramatische handeling in bekende Nederlandse produkties als Van de koele meren des doods en Ciske de rat door Van der Wurffs muziek geaccentueerd.

Erik van der Wurff is nog maar net bekomen van zijn laatste klus: hij componeerde de muziek voor de 52-delige tekenfilmserie Alfred J. Kwak. Oorspronkelijk zou de componist een jaar de tijd hebben voor dit niet geringe karwei, maar omdat de Japanse sponsor (een televisiestation) de uitzending van de eerste Kwak-aflevering wilde laten samenvallen met een jubileumuitzending, bleef er nog maar een krap half jaar over.

"Voor die Japanners is dat geen probleem", zegt Van der Wurff, "die slapen desnoods onder hun bureau. Als het moet gaan ze maar één keer in de maand naar huis. De relatie die een Japanner met zijn werk heeft is ongelooflijk. Van der Wurff leerde ook leven met het krappe tijdschema. Tijdens een Europeese toernee met Herman van Veen bouwde hij zijn hotelkamer elke avond om tot een mobiele studio.De factor tijd was kampioen, op de hielen gevold door Kwantiteit en Kwaliteit. "Tijdgebrek hoeft geen handicap te zijn,in mijn geval kan het zelfs inspirerend werken", aldus Erik.

Kort geleden verscheen de cd Erik van der Wurff, een plaatje waarop voornamelijk Alfred J. Kwak-muziek is te vinden. Van der Wurff werkte gelijktijdig aan de tekenfilmmuziek en de cd. "Ik heb gemeend het beste uit de serie goed genoeg te vinden voor mijn cd, en het beste van mijn cd voor de serie", zegt hij enigszins cryptisch.

Ook in zijn meest recente werk valt de spaarzame - 'Geen nóót te veel hoor!' - werkwijze van Erik van der Wurff op. "Je kunt geen Art Tatum-achtige muziek in een film stoppen", zegt hij, verwijzend naar een virtuoze jazzpianist. "Dat leidt alleen maar af. Toen Oscar Peterson voor het eerst Art Tatum, solo, op de radio hoorde spelen, vroeg hij: hé, wie zijn dat? Kijk, dat bedoel ik nou..." hdramatische handeling in bekende Nederlandse produkties als Van de koele meren des doods en Ciske de rat door Van der Wurffs muziek geaccentueerd.

Erik van der Wurff is nog maar net bekomen van zijn laatste klus: hij componeerde de muziek voor de 52-delige tekenfilmserie Alfred J. Kwak. Oorspronkelijk zou de componist een jaar de tijd hebben voor dit niet geringe karwei, maar omdat de Japanse sponsor (een televisiestation) de uitzending van de eerste Kwak-aflevering wilde laten samenvallen met een jubileumuitzending, bleef er nog maar een krap half jaar over.

"Voor die Japanners is dat geen probleem", zegt Van der Wurff, "die slapen desnoods onder hun bureau. Als het moet gaan ze maar één keer in de maand naar huis. De relatie die een Japanner met zijn werk heeft is ongelooflijk.
Van der Wurff leerde ook leven met het krappe tijdschema. Tijdens een Europeese toernee met Herman van Veen bouwde hij zijn hotelkamer elke avond om tot een mobiele studio.De factor tijd was kampioen, op de hielen gevold door Kwantiteit en Kwaliteit. "Tijdgebrek hoeft geen handicap te zijn,in mijn geval kan het zelfs inspirerend werken", aldus Erik.

Kort geleden verscheen de cd Erik van der Wurff, een plaatje waarop voornamelijk Alfred J. Kwak-muziek is te vinden. Van der Wurff werkte gelijktijdig aan de tekenfilmmuziek en de cd. "Ik heb gemeend het beste uit de serie goed genoeg te vinden voor mijn cd, en het beste van mijn cd voor de serie", zegt hij enigszins cryptisch.
Ook in zijn meest recente werk valt de spaarzame - 'Geen nóót te veel hoor!' - werkwijze van Erik van der Wurff op. "Je kunt geen Art Tatum-achtige muziek in een film stoppen", zegt hij, verwijzend naar een virtuoze jazzpianist. "Dat leidt alleen maar af. Toen Oscar Peterson voor het eerst Art Tatum, solo, op de radio hoorde spelen, vroeg hij: hé, wie zijn dat? Kijk, dat bedoel ik nou...".



Ruud Meijer