HENGELOSCH DAGBLAD

Herman van Veen zingt omdat het uit zijn ruggemerg komt

10 november 1970

WESTBROEK — Voor het eerst na drie jaarbliksemcarrière op de vaderlandse kleinkunstplanken is Herman van Veen dit jaar op vakantie gegaan. Naar een eilandje bij Zweden. „Links het communisme, rechts de democratie. Daartussen ligt dat eiland vrij, zichzelf te zijn", zegt de 25- jarige blonde zanger, gekleed in een even blauw kostuum als zijn ogen, op zijn hoofdkwartier: Het voormalige raadhuisje van Westbroek temidden van de groene christelijk nationale dreven van 't Sticht.
Dat vrije, zichzelf zijn van dat eiland bracht Van Veen tot een analoge opvatting omtrent zichzelf als theaterman. „Ik heb altijd mensen om me heen gehad, die steeds tegen me zeiden hoe ik het moest doen. En ik nam dat telkens aan. Maar op een gegeven moment sta je naakt in de wereld. Dan ga je de mensen zoeken die zeggen hoe het moet, die zeggen wat je graag hoort".



Dat wil Van Veen niet meer. Hij wil „de deur dicht doen, de herrie niet meer horen om zijn eigen hart te verstaan". Zo ongeveer zegt hij het in zijn boekje, dat op 16 november door de Amsterdamse uitgever Andries Blitz wordt uitgegeven. Het wordt tegelijk met de vierde langspeelplaat van Van Veen („Voor een verre prinses") gepresenteerd.
Van Veen omschrijft zijn programma als volgt: „Ik kom met een koffer vol dingen, die ik zou kunnen gaan doen. Maar het hangt helemaal af van het publiek en van ons, van de stemming op dat moment , wat we gaan doen.
Natuurlijk is er de afspraak, dat als ik aan een nummer .begin, ik het ook afmaak. Het publiek raakt een beetje in verwarring. Ik heb al een keer gehad, dat de helft van de zaal dacht dat het al afgelopen was en opstond. Maar ze moesten terugkomen, want er kwam nog meer. Het kan gebeuren dat we tot kwart voor een doorgaan".


Golflengte


In Herman's koffer zitten 40 a 50 „items", voor 70 procent chansons of zoals hij zegt tekst met muziek". Van Veen heeft veel vertaalde liedjes op zijn repertoire van anderen, o.a. van Leonard Cohen. Als een lied van een ander hem aangrijpt dan wil hij dat zingen. Bij wijze van ode aan de maker. Daar is echter enige verandering in gekomen. Van bewondering voor sommige artiesten verschuift zijn waardering naar facetten van deze of gene. De „fascinerende doorleefdheid" van Piaf, de „warme menselijkheid" van Serge Reggiani, de „constructie-techniek" van Brassens, de "hartstocht" van Joe Coc- ker.

Hij wil steeds meer doen, wat hij en zijn vrienden zelf maken en denken. „Iedereen die met mij op een golflengte zit is een stimulans voor me. Dat kan een schilder, een violist maar ook de melkboer zijn".


Braintrust


Omdat zijn medewerkers zijn vrienden en braintrust zijn, volgen hier hun namen: de musici Laurens van Rooyen, Erik van der Wurff, Jan van der Voort, Dick Heinen, de belichter Gerard Jongerius, de roa manager Hans Koppes en de medewerkers van zijn theaterbureau Harlekijn, Max van Tuyll en Rob Chrispijn. Zij vormen zijn braintrust, de dagelijkse bron voor ideeën.

Eigenlijk zijn de mensen in het algemeen Herman's inspiratie. Hij schrijft veel op. Alles wat gebeurt, houdt hem bezig. Dagboeknotities heeft hij tot zijn eerste boekje verwerkt „Gedachten van Herman, van Veen". Hij ziet het als de aankondiging van zijn tweede boek, dat wellicht de titel krijgt: „Als je me verlaat, kan je de kelere krijgen".
Poëzie is het niet, zegt van Veen. Poëzie vindt hij prachtig voor degene die het heeft geschreven, maar vaak zo onduidelijk voor de menigte. Hij wil in zijn werk „een zo breed mogelijke golflengte" hebben.

Herman van Vern ziet zichzelf als „zanger met randgebieden". Hij zegt: „De muziek is de basis voor mijn zijn op het toneel, ook als ik praat. Woorspelingen bijvoorbeeld vind ik griezelige dingen. Ik waardeer het alleen van Wim Kan, want zo is die man. Dat is zijn manier van zijn. Mijn programma is fysieke muziek. En muzikaal betekent eigenlijk harmonieus zijn".

Herman van Veen gelooft zijn leven lang door te kunnen gaan met waarmee hij nu bezig Is. Dat moet wel, want zoals hij zegt: „Ik zing omdat het uit mijn ruggemerg komt".