Haarlems Dagblad
Cees Straus

En nooit weerom: verwachtingspatroon opnieuw doorbroken

Van Veen ontroert door eenvoud

10 juni 1975

HaarLEM. — De grote betrokkenheid die hij schijnbaar moeiteloos bij zijn publiek weet los te krijgen, maakt een optreden van Herman van Veen elke keer weer tot een bijzonder theatergebeuren. Wist hij al veel eerder aan het nauwe kader van het cabaret te ontkomen , in zijn nieuwste programma "En nooit weerom'' weet Herman van Veen ook zelfs te ontsnappen aan. de eisen die theater-amusement stelt. Voorzover amusement inhoudt het bezighouden van het publiek gaat dat bij VanVeen nog wel op, maar het is wel een vorm van entertainen geworden die soms tegenstrijdig lijkt te zijn met wat men van showbusiness verwacht.


Een goed voorbeeld daarvan vormt tevens het slot van de voorstelling als je door een dodendans, die nauwelijks meer macaber is. wordt gewezen op het sterven. Herman van Veen weet te bereiken dat je niet eens meer prettig gestemd of voldaan weggaat na afloop. Hij zet met een volstrekte integriteit een domper op het voordien gekweekte entshousiasme. In het doorbreken van dat kleinkunsttaboe (de mensen dus vrolijk en blij naar huis sturen) ligt tevens de grote waarde van „En nooit weerom". Het laat ook het unieke karakter zien van een kunstenaar die zich, mede door zijn introverte gerichtheid, alles op de planken kan permitteren.

„En nooit weerom", gisteren als de eerste van een. serie van zeven avonden in de Haarlemse Stadsschouwburg, toont een dieper gravende lyriek dan voorheen. Het is pure poëzie, die zingt zonder dat er een enkele noot wordt gezongen. Van Veen gaat in zijn teksten met de borst bloot, graaft diep in zijn emoties en weet ze daardoor versterkt, van het publiek terug te krijgen. Zijn gevoelens hebben het onschuldige van hel kind zender ooit banaal te worden. Hij draagt zijn teksten met een uiterste perfectie voor (al lijkt hij soms te willen improviseren), met een correcte stem- en taalbeheersing om jaloers op te zijn. ^

Natuurlijk heeft Herman van Veen. het clowneske nooit gepropageerd, hebben zijn teksten altijd een droomachtig karakter behouden, maar het zijn nu vooral de absurde elementen die de nadruk krijgen. Van Veen is minder weemoedig geworden.
Een ongewoon aspect van zijn theateropvattingen is plotseling naar voren gekomen: het relativisme. Van Veen is in staat vrij snel een intieme band met de zaal te kweken. Vroeger hield, hij dat contact lang aan. Nu lijkt hij het te willen relativeren, te doorbreken door grote (geluids) effecten.
Dat kan twee gevolgen hebben: of Van Veen weet hierdoor zijn contact juist te verstevigen of hij stoot er door af. De heftige volume-uitbarstingen kunnen namelijk nogal rauw overkomen. Ze verbreken de intense band zeer definitief. De tot dan goed vcrlopen combinatie van toneel-poëzie-mimeclownerie en muziek wordt er abrupt mee afgesloten. Maar hij weet ook steeds opnieuw vormen van spanning naar een ontknoping te leiden.

De lichteffecten zijn ten opzichte van vorige programma's beter doordacht en soms van een zeer verfijnde esthetiek. Van Veen's bewegingen (vaak die van een ledepop blijven ver van bestuurdheid en zijn knap in hun eenvoud. Zijn veelzijdige muzikaliteit komt in elk instrument tot haar recht, waarbij de uitstekende begeleidingsgroep met een zeer vaardige Harry Sacksioni niet mag worden vergeten. Van Veen's mimiek is overtuigender dan oout, maar zijn sterkste krachten, zijn grootste expressie blijft echter de taal vormen.

„En nooit weerom" boeit in ontroering, waar de meeste theatershows blijven steken in gladdigheid.



CEES STRAUS