Winschoter Courant

Herman van Veen - unieke Harlekijn - in Stadsschouwburg

9 juni 1969

Aan het einde van het Groninger toneelseizoen heeft cabaretier Herman van Veen zaterdagavond de Stadsschouwburg nog eens lekker vol laten lopen; er bleef geen enkele plaats onbezet. En dat mag dan als een bewijs gezien worden dat deze „Har- lekijn" van de kleinkunst zich langzamerhand van een enthousiaste aanhang heeft weten te verzekeren. Dat kan ook haast niet anders, want Herman van Veen Is een uniek artiest, die zijn programma met een bewonderenswaardig élan weet te brengen, zodat men wel in zijn ban moet geraken.


Opvallend is het, dat Herman zijn kracht zoekt in de muziek en alles wat je daarmee kunt uitspoken. Waarom zou hij zijn sterkste troeven niet uitspelen? En zo valt te bemerken, dat hij de conferences min of meer mijdt. Daarin ligt ook niet zijn grootste kracht, al weet hij nog heel wat zaken op een allergrappigste manier te verwoorden. Bij al dat musiceren weet hij zich danig gesteund door het orkest van Gerard Stellaard en de zijnen zoals bijv. de virtuoze pianist Laurens van Rooyen. Deze laatste heeft zelfs een enkele keer een zeer werkzaam aandeel In de presentatie van het programma, waarmee de opmerkelijke teamgeest van de hele groep duidelijk valt vast te stellen.

Het charmante van Herman van Veen is wel, dat hij enig in zijn soort is. Hij doet het echt weer anders dan de anderen. Een duidelijke persoonlijkheid met een geheel eigen, vooral enthousiaste, inbreng in de cabaretwereld van vandaag, waarvan we nog veel plezier kunnen beleven.

De kolderieke situaties, die ontstaan als hij de piano ,,beklimt" of een reuzentoer met de dikke trom uithaalt, zijn kenmerkend voor zijn geestdriftige, geheel eigen aanpak van dit toch wel moeilijke vak dat cabaret heet. Het zingen gaat hem overigens eveneens goed af, terwijl de verschillende schokeffecten, die de zaal regelmatig doen bulderen van het lachen, zeer geraffineerd zijn afgestemd. Duidelijk is wel, dat hij al het wilde gedoe op de planken, dat overigens zeer goed overkomt, niet eindeloos zal kunnen volhouden.
Maar dat hoeft ook niet. Tegen die tijd zal Herman van Veen zo ver gerijpt zijn, dat hij wellicht het accent wat meer naar de spitse conferences gaat verleggen, waarvan wij in dit programma eigenlijk te weinig mochten vernemen. De manier echter waarop hij bijvoorbeeld de pauze weet aan te kondigen - languit ge- strekt op een heus luchtbed - doet ons nog veel meer van deze „Harlekijn" verwachten.