Alkmaarse Courant
PETER PAUL SCHMAAL

Van Veen geeft zijn publiek warmte mee

9 januari 1979
ALKMAAR — We schrijven 9 november 1970. De zaal van de Haarlemse Stadsschouwburg is niet helemaal vol. Achterin de zaal zit een groep scholieren. Rusteloos afwachtend wat er dan wel te zien zal zijn, dat zo belangrijk is om er een vrije avond aan op te offeren. De eerste rijen worden gevuld door „het betere Haarlemse publiek": nertsen, bontjassen en stola's.
Applaus klinkt op: een man in een rode maxi-jas komt het podium op, buigt, richt een gebed tot alles wat hoger zit dan de decorstukken en ziet tot zijn tevredenheid een klerenhangertje naar beneden komen, waarop zijn jas een plaatsje krijgt.



Herman van Veen danst, springt, zingt, schreeuwt en speelt viool. De harlekijn Van Veen geeft zijn visitekaartje af. Een kaartje met twee kanten: „Je houdt van mij" op de ene kant en „Je vindt mij vervelend" op de andere kant.
Diegenen, die zoals ik, de eerste kant van het visitekaartje lezen en onderschrijven, hebben de harlekijn Van Veen in de loop der jaren zien veranderen in een introvert cabaretier-chansonnier; een man, die zichzelf geestelijk uitkleedde op het podium. Die durfde te tonen dat hij soms-best wel bang was voor alles wat er om hem heen gebeurt. De harlekijn wisselde de lach in voor subtiele stiltes en het applaus voor verwarring.

Zij, die zich in die periode niet te zeer hebben doen vervreemden van Herman van Veens werk, en dus gisteravond naar de Vest togen, waren getuige van een show, waarin Van Veen weer terug blikt op het uitbundiger werk. Werk waarin hij en het publiek zich uitstekend kunnen vinden. Ingetogen liedjes en teksten, afgewisseld met razendsnelle dansjes, sprongen en muzikalehoogstandjes.

Gesteund door een perfect musicerend combo met Erik van de Wurff, Martijn Alsters, Hans Koppes, Ger Smit en Harry Sacksioni en belicht door de „dichter met licht" Gerard Jongerius.
Herman van Veen geeft presentjes: kleine lachcadeautjes en blijheidsgeschenkjes, resulterend in een warmte, die iedereen mee naar huis mocht nemen.

Verwacht in deze recensie geen kwalificaties voor elk onderdeel op zich, dat is me onmogelijk, maar ik troost me met de gedachte dat eigenlijk alles zegt van Van Veens vakmanschap.
Geen volledigheid derhalve, wél de vaststelling dat de tot de nok gevulde zaal uitzinnig genoten heeft en dat de 33-jarige Herman van Veen erin geslaagd is van half negen tot kwart over elf volledig uit te pakken.

"Als je niet kunt fantaseren, dan ga je dood. Niet van buiten, maar van binnen", zegt hij op een bepaald , moment in zijn show waarin hij vooral zeer overtuigend toont, dat hij ook van binnen leeft.

"Ik heb dat tedere gevoel
voor elke zot, voor elke lw dwaas,
die buiten ronddaast zonder doel,
die niemands knecht is, niemands baas."



Dat tedere gevoel gaf Herman van Veen gisteravond door. Het publiek mocht het na drie toegiften meenemen om het thuis te koesteren.



PETER PAUL SCHMAAL