ROTTERDAMS DAGBLAD
Ben van den Aarssen

Van Veen heeft fans nog immer in de hand

9 okt 1996

Rotterdam - Na vijf jaar staat hij eindelijk weer op de vaderlandse podia. Herman van Veen: zanger, violist, clown, kindervriend, Unicef-ambassadeur en wat al niet meer. Het weerzien biedt nieuw werk, maar ook klassiekers uit de lange carrière van de 50-jarige Van Veen. De voorstelling kenmerkt zich eerder door melancholie om wat geweest is dan door bijtende spot.


Zo is het eigenlijk altijd bij Herman van Veen geweest. Met als gevolg dat de man evenveel idolate fans heeft als notoire haters. De een loopt met hem weg en bewondert zijn ietwat naïeve wereldbeschouwing, een ander vindt hem maar een onnozele neuzelaar. Een tussenweg lijkt haast niet mogelijk.
Op het eerste gezicht is er in de afgelopen vijf jaar niet' veel veranderd. Erik van der Wurff zit nog altijd achter de vleugel en Nard Reijnders assisteert stemmig op saxofoon, klarinet en accordeon. Van Veen is ogenschijnlijk ook nog dezelfde. Nog immer is er de warrige haardos rond het kalende hoofd, een hoofd dat geschapen lijkt om de clown uit te hangen. Een echte clown lacht niet, hij huilt. Zo is het ook bij Herman van Veen.
Vrolijk word je niet van zijn repertoire. De loutering van vroeger, vanwege de droom die bij hem al tijd ontsnapping bood. is er niet meer. De tijden zijn harder geworden, zo ook de inhoud van de liedjes. Desillusie is het woord dat je nu te binnen schiet. De liefde is kapot gegaan in overspel en angst voor een enge ziekte, idealen van vrede verdronken in drank, de muziek is na de dood van Jimi Hendrix niet meer wat het geweest is en vogels hoor je enkel nog zingen in die paar minuten van de vierde mei.

Van Veen afschilderen als een terugblikkende jaren-zestig representant zou echter onrecht aan de man doen. Daarvoor is de inhoud en de vormgeving van zijn concerten nog altijd te bijzonder.
Liedjes worden afgewisseld met instrumentale stukjes, one-liners en mini-verhaaltjes. Boosheid, grap en verdriet lopen voortdurend in elkaar over. En er is natuurlijk die uitstraling. Zijn ogen lijken tot de achterste rijen door te dringen, zijn stem doet dat in ieder geval. Al gebeurt het eigenlijk te weinig dat hij echt alle registers opentrekt. Te vaak is het meer praatzingen wat hij doet. Maar zo is het altijd geweest. En voor de fans behoort het ook zo zijn.

Zeker wanneer hij een oudje als Jacques Brels 'Marieke' inzet heeft hij, de harlekijn met de traan in de ooghoek, het publiek nog altijd geheel in zijn hand.



Ben van den Aarssen