Rotterdams Dagblad
Frans Happel

Trots

8 apr 1995

Het is altijd heerlijk voor een omroep als een bekend artiest 't eindelijk belieft om vijftig jaar te worden. Dat feit geeft namelijk onvermijdelijk aanleiding tot een soort serieus-feestelijk verjaarsportret. Met daarin des artiests hoogtepunten, zo mogelijk veel nog nimmer vertoond materiaal en natuurlijk een openhartige, gerijpte beschouwing van de hoofdpersoon zelf over de woning die hij in het leven betrokken heeft.


Vroeger, toen omroepen behalve met vergaderen en doorverwijzen ook nog gewoon met het handwerk van het métier bezig waren, zou zo'n programma de betreffende specialisten juichend aan het werk hebben gezet.
Maanden voorbereiding zouden er zijn geïnvesteerd, intense sprokkeltochten door de archieven. lange interview-sessies. Tegenwoordig echter bestaat de enige activiteit die in zo'n geval ontwikkeld wordt, uit het uitkiezen van een-vrije producent en drie dagen kibbelen over het bedrag waarvoor die denkt de klus te kunnen klaren.'

Het kan nog onverplichter.

Herman van Veen werd onlangs een halve eeuw oud. De NCRV stond zó gretig vooraan in de rij om die mijlpaal te helpen vieren, dat het geen enkel probleem werd bevonden dat Van Veens eigen organisatie Harlekijn het feestprogramma zou leveren. Ook wat mij betreft is er geen twijfel over het bijzondere vakmanschap van Herman van Veen. Als er dan al verlekkerd moet worden gedaan over al die dingen waarmee wij als klein landje toch zo prachtig groot zijn, dan mag de naam van Van Veen daarbij niet ontbreken.

Een programma over hem hoeft dus echt niet zo afstandelijk of heel kritisch te zijn. Er mag warmte en genegenheid in doorklinken. zelfs dat we fier zijn op zo'n talent.
Dat is echter toch iets heel anders dan de ode aan Herman van Veen die ik deze week bij de NCRV over het scherm zag rollen. Leuk hoor. als ook buitenlandse coryfeeën als Shirley MacLaine en Peter Ustinov hun bewondering uiten, vertederend bijna als onze gewezen prinses Irene von Lippe Biesterfeld met een blos op haar wangen vriend Herman verbaal koestert. Maar als in een programma van een uur vooral dit soort bijval de toon zet, dan krijg je toch het idee dat er vervelend lang uit het felicitatie-register wordt voorgelezen. In elk geval had er tussen al deze lof en hulde iets gedaan kunnen worden aan momenten in Van Veens carrière die minder geslaagd waren, zou er nog eens kunnen worden ingegaan op zijn Amerikaanse avonturen en het al dan niet welslagen daarvan. Dat is geen spijkers op laag water zoeken. Zoiets dient de eerlijkheid, de waarachtigheid en bovenal het referentiekader om te kunnen afmeten hoe goed het bejubelde goed dan wel is.
Voorts had ieder ander die de artiest Van Veen goed kent veel meer nadruk gelegd op Herman de Zanger als dat zijn eigen medewerkers nu gedaan hebben.

Van 'Hilversum 3', hét liedje waarmee Van Veen zich tot in de achterstraten van zijn bekendheid zong, klonk er nog geen noot. En de NCRV maar trots wezen, in tal van vooraankondingen verwijzen naar de heuglijke gebeurtenis dat men uitgerekend bij deze inventieve omroep hét programma over de vijftigjarige Van Veen kon zien. Trots zijn op die manier, is ongeveer hetzelfde als soep uit een blikje serveren, terwijl er iemand veel deskundige activiteit suggereert in een reeds lang nutteloos geworden keuken.



Frans Happel