Algemeen Dagblad
L. van Duinhoven

Meeslepende jool bij Herman van Veen

8 april 1968

DEN HAAG — De aankomende Nederlandse cabaretiers die een jodelachtig gevoel bij het publiek kunnen wekken zijn op een hand te tellen. Wij zullen er de andere bij moeten halen voor Herman van Veen. Deze 23-jarige afgestudeerde van het Utrechts Conservatorium (viool) kwam voor het eerst met zijn zes medewerkers als „full time prof" in het publiek met een vrije voorstelling. Het mudvolle Haagse Diligentia schudde op zijn waardige grond- vesten bij deze eerste kennismaking met „Cabaret chantant Harlekijn".


COMPLEET


~ Wij hebben ons met genoegen laten meeschudden. Deze jongen heeft het begin van „hét" op 't eerste gezicht:
Een machtige stem, volumineus en tot in falset gelijkmatig vibrerend, een dolle plastiek die aan de simpelste nummers een „go" geeft en een accentloze dictie die hem in staat stelt elk woord op zijn zin uit te diepen.

Dit alles gaat samen met een voor ons land — op PePijn na — onwaarschijnlijk goed vijfkoppig combo dat zich vakkundig voegt naar zowel Handel als Latijns-Amerikaanse of rockmuziek. Met zijn eigen teksten en muziek die de ruggegraat van het programma vormen, wekt Van Veen de beste verwachtingen op het gebied van puur amusement.


Weinig SCHEMA'S


Verwachting? Is „het" er dan al niet? Wim Kan's in het programma afgedrukte loftuitingen ten spijt. Bij nader inzien: nog niet. Zijn vakpotentieel is er overtuigend maar richt zich mentaal verkeerd. De hoofdtrek van „Harlekijn'' is weinig spiritueel of actueel. Na het sterke pauzenummer, kon men zich afvragen: en wat nu? Dat nu bleef beperkt tot een demonstrant die zich afvraagt: „met wie ik spandoek sjouw, potverdosie, 't is een vrouw. Ban die sexbom". Het programma dat werd geregisseerd door de televisieregisseur Nico Knapper is verder arm aan thema's die meer aanspreken dan de geboden volksliedjes. Een les in menuet, Abendglühe of zelfs een nummer als Janoschka, in het Russisch verteld schertsverhaal als aanloop tot een feilloze czardas op de viool.

Bij zo'n toneelpersoonlijkheid die om te vergelijken in één adem met een Nougaro en een Shaffy kan worden genoemd, wacht men op een. meer directe, desnoods geabstraheerde reactie op wat er overal gaande is. Daar hoeft de amusementswaarde geen punt mee te zakken.


BEGELEIDING


Het combo (piano, orgel, fluit, slagwerk en bas), ook al van het conservatorium, deinst immers voor niets terug. Het zette hoopvol in met reminiscenties aan de combo's van Adamo en Bécaud, maar zette niet door. Er komen teveel fanfare- en walsklanken op de proppen die wel tot daverende jool 'bijdragen maar naar een voorbij zijnd soort amusement tenderen.

Er ligt op dit gebied een enorme markt met nieuw publiek open dat getraind als het is best tegen een beatstootje kan of tegen een hardere mentaliteit. In zo'n aanpak zou het fotogenieke zangeresje Floortje Klomp, die voorlopig nog maar tussen de suitedeuren moet blijven, dan ook niet meer passen.



L. van Duinhoven