Utrechts Nieuwsblad
Herman van Veen

Die gozer is een mokkel

8 jan 2005





Bij ons in de straat woonde een meisje dat een jongen wilde zijn. Ze droeg haar haar niet lang en los zoals Pierre Angeli, een beroemde filmster, maar kort en stug zoals Tonny van der Linden*, van 'DOS zal zegevieren', de beste club van Nederland. Ze droeg haar haar met een scheiding, opgeschoren in de nek. Ze droeg geen rokken maar korte, ribfluwelen broeken. Geen bloesjes maar geruite overhemden als Roy Rogers, de onbekende Stille, met opgerolde mouwen. Gerda Zalm heette ze, die eigenlijke jongen. We zouden meedoen aan het paastoernooi. We hadden precies elf man, inclusief Gerda. Zagen er geweldig uit: zwarte broeken, allemaal zwarte sokken en witte hemdjes met opgespatte nummers. Hadden we op school gedaan. Door fijn gaas verf geborsteld, gespat op uit papier geknipte mallen. Drie van ons droegen echte kicks, voetbalschoenen met omhoogstaande ijzeren neuzen. Zagen er geweldig stoer uit. Vlak voor de aftrap van de eerste wedstrijd maakten we nog een groepsfoto. Ik heb hem nog.
Gerda Zalm was aanvoerder. Zij zou tossen. Ze koos kop.
De scheidsrechter, een spijkerdunne kale man, bestudeerde het gezicht van Gerda. 'Zeg, ben jij een meisje?' Gerda klemde haar lippen op elkaar. Bennie, die naast haar stond, begon ogenblikkelijk zijn veters nóg beter vast te knopen. De scheidsrechter zag in dat wij niets zouden zeggen. Haar broek zou hij sowieso toch nooit uitdoen. De man liep naar de zijlijn, naar de moeder van Pier, onze keeper. Ze stonden even te kletsen. Hij kwam terug. 'Heet jij Gerda Zalm?' Gerda weigerde te antwoorden. 'Meisjes mogen niet meedoen.' Een van onze tegenstanders die een en ander met verbazing had gevolgd, kon zich niet meer beheersen en riep: 'Hé, die gozer is een mokkel.' Dat had hij beter niet kunnen doen. Gerda stampte hem voor z'n hoofd.

'En,' vroeg mijn vader 's avonds bij het eten, 'wat hebben jullie gedaan?' 'Verloren.' 'Verloren?' 'Ja, omdat Gerda Zalm geen jongen is.' 'Wie is geen jongen?' vroeg Dirk Lammers die binnenkwam. 'Herman? Ben jij een pootje?' Dirk Lammers, de Marco van Basten van toen, woonde een paar huizen verderop in de Kievitdwarsstraat. Schuin tegenover de lantaarnpaal. Lammers was dé middenvoor van DOS, Door Oefening Sterk, de kanaries, Utrechtse voetbalvereniging. In 1958, ik was toen 12, werden zij de beste club van de wereld. In dat fameuze elftal speelden onder anderen Hans Kraay, die van de tv, Henk Temming, familie van de voormalige popgroep Het Goede Doel, Ton-ny van der Linden, van zal zegevieren, Frans de Munck van het blonde stuk, en Louis van de Bogert die tegenover ons


Als DOS ging winnen glom het haar van Dirk Lammers

woonde. Aan het hoofd van Dirk Lammers kon je van tevoren zien of DOS ging verliezen of winnen. Hij droeg zijn donkere haar strak achterover gekamd, zoals de Rotterdamse burgemeester van de nacht, Jules Deelder*, maar bij Lammers zat er nog een golf in. Een slag. Hij leek een beetje op de jonge Frank Sinatra in From Here to Etemity.

Als DOS zou gaan winnen glom dat haar. Dan zat er brillantine in, was het dik en vet. Dan stond het. Als DOS ging verliezen was het droog en er alleen maar een hand doorgehaald. Als DOS ging winnen had Lammers kuiltjes in zijn wangen en om zijn mond een mysterieuze glimlach. Als DOS ging verliezen waren zijn wangen glad en stond zijn mond in een streep.
Destijds vulde mijn vader het totoformulier in. Kwam hij bij DOS, werd ik er op uitgestuurd om te kijken hoe het hoofd van Dirk Lammers stond.
Zo ook in 1958 toen ze moesten spelen in Nijmegen, in de Goffert om het kampioenschap* tegen Sportclub Enschede. 'En...?' vroeg mijn vader. Brillantine. Dus een tweetje.
PS: Tonny van der Linden maakte de beslissende treffer in de 3e minuut van de 3e verlenging die toen zevenenhalve minuut per helft duurde.



Herman van Veen

Research

Tonny van de Linden

Met 207 doelpunten bezet hij de vijfde plaats op de ranglijst topscorers eredivisie, ook zit hij nog in de top-tien van Oran-je-schutters. De nu 72-jarige Ton van der Linden scoorde negentien keer in 24 interlands, maar de ras-Utrechter vertrok nooit naar het buitenland, hij bleef bij DOS ondanks het gebrek aan respect uit eigen geledingen. Misschien daarom ging hij in zijn nadagen nog voetballen bij DOS' aartsvijand Elinkwijk, maar de twee clubs fuseerden uiteindelijk met Velox tot FC Utrecht. De mooiste interland die hij ooit speelde vond hij die tegen Bulgarije in 1960, waarin hij drie doelpunten maakte. In 1958 bezorgde Tonny van der Linden DOS het landskampioenschap door in de verlenging te scoren tegen Sportclub Enschede.


Jules Deelder

Achterovergekamd haar. Een zwart pak, een donkere bril en een sikje. ledere dag gebruikt hij speed: 'gedisciplineerd' zoals hij zelf zegt. De Nachtburgemeester van Rotterdam kreeg ter gelegenheid van zijn 60e verjaardag op 24 november de verzamelbundel Vrijwel Alle Gedichten - 824 pagina's gedichten dieJustus Anton (Jules) Deelder vanaf zijn 25e maakte. Toen hij zijn allereerste gedicht schreef op de lagere school had hij er nog nooit een gelezen. Hij zegt zelf dat hij zijn gedichten vaak schrijft in de 'tussentijd', hij is een krachtig performer en richtte in 1963 het Nieuw Vormgevend Gezelschap op dat zich bezighoudt met jazz & poetry happenings. Naast zijn gedichten en zijn drukke nachtleven schreef Jules Deelder ook nog proza en een kinderboek en vertaalde hij uit het Grieks Sophocles' Antigone. Deelder kreeg ook prijzen, in 1988 de Anna Bla-manprijs voor zijn gehele oeuvre en in 1999 de Johnny van Doornprijs voor zijn dichtbundel Bijbelsch.


Het kampioenschap 1958

De eerste en enige keer dat een Utrechtse club zich tot landskampioen kon laten kronen, was in het seizoen 1957-1958. Het Utrechtse DOS moest zich op zondag 15 juni in het Nijmeegse stadion De Goffert meten met Sportclub Enschede. Het stadion was met 38.000 mensen op die snikhete dag geheel uitverkocht. Wie landskampioen zou worden moest via een beslissingswedstrijd beslecht worden want DOS en Sportclub Enschede, de voorganger van FC Twente, waren in punten gelijk geëindigd en in die tijd was het doelsaldo nog niet doorslaggevend. Het werd uiteindelijk een confrontatie tussen de internationals Abe Lenstra en DOS-topscorer Ton van der Linden. Door de laatste gewonnen, hij scoorde in de verlenging het winnende doelpunt. In het kampioenselftal van 1958 speelden André Nagtegaal, Frans de Munck, Henk Temming, Louis van den Bogert, Hans Kraay, Jacques West-phaal, Wim Visser, Gerrit Krommert, Dirk Lammers, Tonny van der Linden en Cor Luiten.

Research Rian van Kuppenveld .