Joop Bromet
Polygram krant

Een hechte drieëenheid:

Herman van Veen, Harlekijn en Polydor

januari 1977

Nederland ongeveer tien jaar geleden, Een land met ups en downs, ditjes en datjes en Heilige Huisjes, waaraan door de Hoge Heren van het cabaret af en toe krachig geschud wordt. We hebben turbulente jaren achter de rug met de opkomst van het Lurelei-cabaret, 'Zo is 't toevallig ook nog eens een keer op de televisie en de protestliedjes van Boudewijn de Groot op de plaat, Het cabaret bloeit.


Wim, Toon en Wim hebben tal van opvolgers van verschillende pluimage gekregen, zoals Paul van Vliet, Seth Gaikema of Fons Jansen. Het studentencabaret begint sterk op te komen met groepen als Don Quishocking, Ivo de Wijs en Neerlands Hoop in Bange Dagen. En opeens is daar... Herman van Veen. Een vreemde vogel in de cabaretbijt. Hij heeft net het conservatorium in Utrecht achter de rug, speelt uitstekend viool en beklimt met dit instrument de bühne om cabaret te brengen. Via het Harlekijn-lied brengt hij een avond uitbundig plezier. Speelse verhalen en liedjes, die zich van de rest onderscheiden door een grote levensblijheid en ongekunsteldheid. Wim Kan ziet Herman van Veen en onderkent in hem min of meer de kroonprins van het Nederlandse cabaret. Meer loftuitingen van 'de groten van het vak' volgen.

Harlekijn Holland

En Herman gaat onverminderd verder. Hij werkt hard aan zijn programma, waarbinnen in de loop der jaren de muziek een steeds grotere plaats is gaan innemen. En daarnaast komt hij op de gedachte de bv Harlekijn Holland te stichten. Een organisatie die er op uit is louter en alleen vóór de artiest te werken. Het eerste grote initiatie van Harlekijn is -naast het organiseren van Hermans voorstellingen- de totstandbrengen van een eigen platenlabel. Een arties is er al: Herman van Veen, die zijn eigen maatschappij Polydor al op aardige reeks successen kan bogen. Maar Herman wil meer. Hij weet de Polydor-directie te bewegen tot een deal met Harlekijn te komen: Harlekijn zal zorgen voor het artistieke deel van de platenproductie, Polydor voor persen, sistributie, publiciteit e.d. Er wordt een financiele verdeelsleutel gevonden en Harlekijn kan beginnen platen op de markt te brengen. Herman van Veen:


"Harlekijn is begonnen op basis van: Ik ben gelukkig; wat fijn dat jij dat ook zou kunnen zijn. Daarom heb ik via Harlekijn een basis willen leggen voor een aantal artiesten, die zonder onze organisatie wellicht veel moeilijker een eigen plaat zouden kunnen maken. Bovendien geven we iedereen die bij ons een plaat maakt, ook een zo groot mogelijke artistieke vrijheid. Het feit dat iemand bij ons een plaat maakt, zegt immers dat we al voldoende vertrouwen in hem hebben."


"lk geloof. Ik geloof ontzettend en daarom blijf ik op deze manier bezig. Ik geloof in mensen, in geluk, in uitingen. Iedereen die iets doet -het geeft niet wat- ervaar ik als verschrikkelijk positief. Daar wil ik alles voor doen. En dan maakt het niet uit wat voor mening of toestand je aanhangt, als het maar voor je eigen is. Als je maar je best doet een ik te zijn, om daardoor iets te kunnen betekenen voor een ander. Sar- tre zegt heel bewust: Willen is kunnen. Kunnen is krijgen. Krijgen is hebben, etc. En daar geloof ik sterk in. Er zijn genoeg mogelijkheden. Als je wilt, kan je alles. Ook Tibetaans leren op je 65ste. Het gaat er enkel om bij jezelf de discipline te kweken om de ene voet voor de andere te zetten."

Eigen gezicht

Inspireren en doorzetten werden de wortels van Harlekijn. Het eerste jaar kwamen er nog niet zo erg veel platen en werden de plaatinkomsten voornamelijk gehaald uit de opbrengsten van Hermans platen. Maar vanaf het moment dat Adri Verstijnen in 1973 als zakelijk leider zijn intrede deed binnen Harlekijn, werd ernaar gestreefd het label een eigen gezicht te geven. En met succes. Adri, die evenals Herman, een grote belangstelling heeft voor klassieke muziek, legde contacten met Ton Koopman. Een klavecinist van wereldformaat, die op dat moment als eerste Nederlander op zijn gebied de Prix d'Excellence had gekregen. Ton maakte een aantal (barok)platen, waarin klassieke muziek werd gebracht. En verder zocht hij op zijn gebied naar gelijkgestemden om het label een nog sterker profiel te kunnen geven. Ton Koopman: "Het bijzondere aan Harlekijn is, dat er in deze tijd nog mensen zijn die niet vragen hoeveel ze ergens aan verdienen, maar die zeggen, dat vind ik reuze leuk om te doen. Harlekijn is qua idealisme zeker een soort Walden, maar de achtergrond is toch iets zakelijker, waardoor we meer overlevingskansen hebben".

De overlevingskansen waarover Ton Koocman enkele jaren geleden sprak, zijn er zeker. Sterker nog: het label begint een steeds groter succes te worden. Tons platen haalden alleszins bevredigende oplagen van rond de drie a vierduizend, wat voor een aardig succes is. Maar de grote klap maakte Harlekijn, toen Reinbert de Leeuw, Satie-expert bij uitstek, zich bij de organisatie aansloot en op dit label zijn eerste Satie-plaat uitbracht. De plaat steeg snel naar de top van de klassieke hitlijst, waardoor niet alleen een groot artistiek succes, maar ook een goede financiële basis gelegd kon worden voor verdere plannen, zoals het uitbrengen van meer Satie-platen en een Satie-plaat van zangeres Marianne Kweksilber met begeleiding van Reinbert de Leeuw. (Onlangs verschenen).

Artiesten verder helpen

Natuurlijk kan niet iedere artiest die bij Harlekijn binnenstapt meteen een plaat opnemen. Er wordt wel degelijk gekeken of het artistieke niveau voldoende garantie biedt om in het fonds te worden opgenomen en ook of de plaat niet alleen interessant is "voor familie en vrienden."
Adri Verstijnen: "lk ben november 73 bij Harlekijn gekomen, omdat Herman dat platenlabel wilde beginnen. En dat is zich nu langzaam aan het uitkristalliseren. Wat Harlekijn onderscheidt van andere organisaties is, dat we alles doen wat we werkelijk goed vinden. Wij zijn niet bezig rijk te worden, maar om mensen te helpen."

Typerend voor de werkwijze van Harlekijn zijn de platen die Harry Sacksioni, Erik van der Wurff en Joost Nuissl de afgelopen jaren hebben gemaakt. Zij zouden bij geen platenmaatschappij de mogelijkheid hebben gekregen met een eigen budget te werken, eigen mensen uit te zoeken en zelf het hele artistieke proces te begeleiden. Zeker niet omdat het hier om debuut-elpees ging.
Joost Nuissl: "Harlekijn is iets waar ik me volledig voor wil inzetten, omdat dat omgekeerd ook het geval is. Herman vindt alles goed, als het maar gemeend is. Het is fijn dat mijn hitsingle van twee jaar geleden "lk ben blij dat ik je niet vergeten ben" een commercieel succes is geworden, maar als dat niet het geval was geweest, was er nog niets gebeurd. Zij vonden het een goede plaat: dat was het criterium. Daarom voel ik me hier thuis. Die hele administratieve rompslomp neem ik dan op de koop toe."

Harry Sacksioni, die na zijn eerste uitstekend verkochte solo-elpee, onlangs een nieuwe plaat "Vensters" op de markt bracht: Toen ik bij Harlekijn kwam, had ik het idee van: ik ga een fijne tijd tegemoet als gitarist. Verder dacht ik niet. Maar nu voel je je veel meer bij een voorstelling betrokken. Het is voor mij niet afgelopen als het elf uur is. Ik kan het misschien makkelijk zeggen omdat ik niet getrouwd ben, maar ik vind het soms een huwelijk. Zo'n band is het voor mij. Er is een ontzettende warmte bijgekomen. De relatie tot elkaar is veel menselijker. De eerste paar jaar bij Harlekijn had ik toch te veel het idee ergens in dienst te zijn en ook waren de verhoudingen onderling nogal afstandelijk. Nu ben je veel meer betrokken bij het ontstaan van het totale programma. Tijdens een van de tournees door Duitsland kwam Herman opeens mijn hotelkamer binnen en zei: "lk heb een tekst geschreven voor volgend seizoen. Wat vind jij ervan?" Dat zou vroeger nooit gebeurd zijn. Het is misschien maar een klein voorbeeld, maar voor mij wel typerend voor de totale sfeer."
"Toen ik mijn eerste plaat maakte, was ik erg onzeker. Ik dacht: ik doe dit nu wel, maar kan ik het ook? Eigenlijk durfde ik niet eens te beginnen. Dat ik door heb kunnen gaan, is vooral te danken aan de interne acceptatie. Door de instelling van mensen als Herman, Rob en Erik, die me lieten voelen dat ik wel gitaar kon spelen."

Kleine organisatie

Binnen Harlekijn, een in wezen kleine organisatie met een beperkt aantal mensen op de loonlijst, doet iedereen wat in zijn of haar vermogen ligt om de platen, de voorstellingen en alles wat daaromheen te doen is, te begeleiden. Zo maakt Adri Verstijnen vaak de foto's voor de covers van de platen. Adri: "Niet om geld uit te sparen of zo. Maar fotograferen is een hobby van me. En doordat we met opzet net niet groot genoeg zijn, kan ik tijd vrij maken om me naast de Harlekijn activiteiten ook met dit soort bezigheden te bemoeien."

Naast de klassieke poot van de Harlekijn stoel, komen er ook steeds meer artiesten die platen gaan maken in het populairdere genre. Erik van der Wurff, Harry Sacksioni en Joost Nuissl zijn al genoemd, maar zeker ook hoort Loeki Knol daarbij. Vorig jaar boekte ze een succesje met haar single "Algebra", getrokken van de grotendeels door Rob Chrispijn geschreven en geproduceerde elpee. Dit jaar komt er naar alle waarschijnlijkheid een nieuwe plaat van Loeki, terwijl er binnen Harlekijn hard gewerkt wordt aan de platencome-back van Liselore Gerritsen, die onlangs Phonogram voor Harlekijn verruilde.

Samen met Herman van Veen, die ook het nu lopende theaterprogramma 'Een Klein Concert II' regisseerde, wordt gestreefd Liselore op een tot nu toe ongebruikelijke manier uit te brengen.
Liselore: 'Ik vind het werken binnen Harlekijn uiterst plezierig, omdat een kleine organisatie een artiest optimaal kan begeleiden. Alle tijd die er beschikbaar is, gaat naar jou, terwijl er uitsluitend naar gestreefd wordt een zo hoog mogelijke kwaliteit te brengen'.

De verdeelsleutel tussen Harlekijn en Polydor blijkt ook in de praktijk uitstekend te werken. Polydor hoeft zich uitsluitend te concentreren op het op commercieel verantwoorde wijze uitbrengen en begeleiden van de plaat, terwijl het hele proces dat daaraan voorafgaat voor rekening van Harlekijn komt. Steeds duidelijker wordt ook, dat Harlekiin niet uitsluitend meer van Herman van Veen afhankelijk is. Een gegeven dat zowel voor Herman als voor Harlekijn alleen maar positief kan werken. Herman kan zich meer dan voorheen op zijn eigen carrière werpen, terwijl het goede geleide 'achterland' zorgt dat de zaak ook zonder hem marcheert, waardoor zowel financieel als artistiek een brede basis is bereikt.



JOOP BROMET