SPIKESS

Herman van Veen

7 juli 2005

Een prachtige voorstelling: poëtisch en humoristisch, met oog voor elk detail, zoals alleen meesters van de kleinkunst dat kunnen aanbrengen.
Herman van Veen heeft veel bij het oude gelaten. Gedurende het grootste deel van de avond is hij nog steeds het toonbeeld van minimalisme met maximaal resultaat.



Als hij een oud liedje van Willem Wilmink zingt over vrouwenborsten, beweegt hij zijn armen subtiel achter zijn hoofd om daar een denkbeeldige knoop te leggen. Daarna zwabbert hij even met zijn armen ter hoogte van de knieën. Zulke gebaren worden nooit plat, maar krijgen zelfs een lieflijk poëtische lading. Hij wekt oude grappen weer tot leven, vertelt een sprookje, zingt een liedje, en bij de pauze gaat keurig het gordijn dicht. Het is zo vanzelfsprekend datje pas achteraf beseft datje getuige bent geweest van een hypnose-sessie. Vrijwel alles is terloops en daardoor wordt het krankzinnige normaal. Gebleven zijn de zeer amusante Utrechtse volksverhalen, de schrijnende joodse verhalen en natuurlijk de politieke uithalen. Niet geforceerd om duidelijk te maken dat hij de krant leest en deugt, meer om een idiote situatie te beschrijven. Het is allemaal typisch Herman van Veen, maar het blijft boeien. De grote verandering zit in de muzikale kleur.
Tien jaren werd het Van Veen-geluid gedomineerd door de piano van Erik van der Wurff en de saxofoon van Nard Reijnders. Daar is sinds enkele jaren de gitaar van Edith Leerkes bijgekomen (voormalig Amsterdams Gitaar Trio), die met haar fascinerend lenige, linkerwijsvinger een enorm bereik heeft. De sfeer wordt door haar nog lyrischer. In deze nieuwe show trekt zij het initiatief naar zich toe, zonder dat de andere muzikanten in de hoek worden geduwd. De bijzondere percussie van Wieke Garcia brengt Afrikaanse invloeden in veel oer-Hollandse nummers. Herman van Veen heeft zich nooit iets aangetrokken van trends. Hij is een autonome artiest, die altijd al stand up comedian is geweest, die altijd al chansonnier is geweest, en de springerige clown, de dromer en de realist.

Hilarisch wordt het als Van Veen het steeds populairder wordende genre opera te kakker éet. Zijn goochelact is niet veel anders dan jaren geleden, maar het past bij hem zoals een rode neus bij een clown.Ook ouderwets is de duur van de voorstelling met afgedwongen toegift na toegift: pas om kwart voor elf mag je iets anders gaan doen.

Als het publiek al in drommen de zaal verlaten heeft, gaat het doek nogmaals open en speelt Herman weer verder. Een verstild nummer uit zijn begintijd aan het theater, zichzelf begeleidend op gitaar. Deze avond zijn de bekende nummmers voorbijgekomen re maar ook veel nieuw werk. Het bijzondere bij alles wat hij doet is, dat het zo vanzelfsprekend gaat.
Hij ademt ais het ware theater, en wij ademen een avond mee.