de Volkskrant
Frans van Schoonderwalt

HET HART KLOPT NOG IN WIJK C

7 jan 1995

Beter belegde broodjes bij Ben Bril. Dat was in Wijk C. Waar Anton Geesink triomfantelijk werd ingehaald als de bedwinger van Japan. Waar Herman van Veen de krant rondbracht. Wijk C, een volksbuurt in Utrecht. Met sinds 15 mei 1993 een eigen Volksbuurtmuseum. Dat uiteraard Wijk C heet.


De Jordaan van Utrecht, wordt wel eens gezegd. Een wirwar van straatjes waar de veelal grote gezinnen op elkaars lip woonden. Veel straathandelaars, gevoelig voor iedere crisis, veel bijnamen ook, armoede, maar ook een grote saamhorigheid. Zo'n buurt waar inderdaad goeie buren beter zijn dan verre vrienden. Waar Oranjefeesten uitmuntten door creativiteit, niet in een borrel werd gespuugd en iedereen het hart op de tong had. Aan de Fransen dankt de wijk vanaf 1797 de naam 'C'. Anders had ze nu waarschijnlijk nog 'de wijk van de handvoetboog' geheten. Aan het onverzettelijke Wijk C Komitee - uit 1974 - dankt ze haar voortbestaan, al is dat aanmerkelijk kleinschaliger dan honderd jaar terug. Had het aan de gemeente Utrecht gelegen, dan was de slopersbal door alle gevels gejaagd om ruimte te scheppen voor onpersoonlijke kantoorpanden en winderige parkeerterreinen. Voor een deel werd het volksverzet destijds geďnspireerd door de gedachte: wat nu verloren gaat, is voorgoed verloren. Een lichte vorm van verzamelwoede sloeg in de wijk toe, en resulteer de binnen de kortste keren in een serieuze collectie.
Coördinator Albert van Wersch, Amsterdammer, maar al jaren als welzijnswerker verknocht aan Wijk C: 'We wilden die verzameling veilig stellen en we wilden er zelfstandig mee kunnen omgaan. Toen we lazen van het Volksbuurtmuseum in Den Haag, wisten we de oplossing.' Van Wersch is de enige vaste kracht, omringd door een stuk of zestien vrijwilligers. Sinds 1 januari weet hij zich verzekerd van een gemeentelijke subsidie van een ton (voorlopig voor één jaar toegekend door de dienst Cultuur). Daarnaast steunt de gemeente financieel het 'Interview-project', waarbij (ex-)wijk- bewoners hun eigen geschiedenis schrijven. Van Wersch: 'Dat is een verslaving geworden die zich steeds meer uitbreidt. Van alle kanten komen mensen om hun verhalen over Wijk C kwijt te kunnen.' Die herinneringen zijn over een paar jaar in een boek en een geluidsarchief terug te vinden.

In het buurthuis - een voormalige school met uitzicht op de Jacobikerk - ontbreekt de ruimte voor een permanente expositie. Van Wersch: 'We willen trouwens toch geen statisch museum met alleen maar voorwerpen in vitrines. Hier staan de buurt en de bewoners centraal, hun verleden en heden. We zitten met dit museum eigenlijk op het snijvlak van cultuur en welzijn. Het vertelt de geschiedenis van het gewone leven van gewone mensen in een volkswijk, geschiedenis waaraan heel weinig aandacht is besteed. Voor veel mensen betekent dit museum een erkenning van hun leven en daden. Dat is iets waarop ze recht hebben. Vandaar ook dat we bewust voor de benaming "museum" hebben gekozen.' Grote trekpleister is het fotoarchief waarin inmiddels meer dan vierduizend exemplaren zijn gerubriceerd op familie- en/of straatnaam.
Bewoners en ex-bewoners van Wijk C dragen foto's aan; op zijn beurt helpt het Volksbuurtmuseum menigeen aan een verloren gewaande of nooit eerder geziene foto. De activiteiten beperken zich niet tot het buurthuis. Van Wersch: 'Heel Wijk C behoort voor ons tot het museum.' Vandaar dat ook rondleidingen met diaseries (voor minimaal tien personen) op het programma staan, al is veel van de oude buurt ten onder gegaan in twee grote gemeentelijke kaalslagen. Binnen afzienbare tijd zal zo'n rondleiding ook langs een imposant borstbeeld van Anton Geesink voeren. Volksbuurtmuseum Wijk C, Waterstraat 27, Utrecht. Open iedere eerste zaterdag van de maand, 10-13 uur (wisselende foto-exposities). Ook op afspraak: 030-31.82.92 (bereikbaar ma-di-woe tussen 10 en 15 uur). Toegang gratis. Donateurs (25 gulden per jaar) ontvangen vier keer per jaar een nieuwsbrief.



Frans van Schoonderwalt