MIX

Herman van Veen: altijd volle zalen en toch wordt hij niet rijk

7 januari 1977
In Nederland en Duitsland, waar hij regelmatig optreedt, valt het niet mee kaartjes voor de show van Herman van Veen te krijgen. Zijn langspeelplaten lopen als treinen. En toch blijft Herman een bescheiden burgermansinkomen houden. Wat doet hij in hemelsnaam met zijn geld, vraagt de arties- tenwereld zich af. Zijn vrienden geven het antwoord.


Het applaus is zijn dagelijkse metgezel.
Het woord „uitverkocht" begeleidt de laatste jaren vrijwel elke avond zijn carričre. En toch is Herman van Veen net zo'n doodgewone werknemer als de meesten van ons. Voor hem geen chalet in de Zwitserse alpen, geen grote bungalow in de Bloemendaalse duinen of een boerderij in de Provence. Ondanks zijn successen in Nederland en Duitsland als cabaretier ondanks zijn snel verkopende langspeelplaten zwemt hij niet in het geld. Waarom niet? ' Het antwoord is „Harlekijn". Achter die naam, verschuilt zich één van de merkwaardigste ondernemingen van ons land. Gesticht door Herman, dat wel. Maar niet om er rijk van te worden, niet zo'n handzaam B.V.-tje om de inkomstenbelasting te omzeilen. „Harlekijn" is door Herman opgericht om nieuw talent dezelfde kansen te geven die hij destijds heeft gehad.

Een talent als de zanger Joost Nuissl bijvoorbeeld. Hij zegt:
„Ja, Herman werkt net als ik bij Harlekijn. Tegen een normaal maandsalaris. Natuurlijk zou hij met zijn show enorm veel geld kunnen verdienen, dat doet hij ook. Maar dat geld gaat in ,Harlekijn' en dank zij dat geld kreeg ik onder andere mijn kans. Toen mijn eerste LP niet zo'n succes werd en er duidelijk geld op verloren werd, hebben Herman en de anderen het mij mogelijk gemaakt door te gaan."

Ook musicus Harry Sacksioni kreeg via „Harlekijn" zijn grote kans. Hij vertelt hierover:
"Ik was gitarist bij het cabaret van Sieto Hoving toen men mij vroeg of ik mee wilde werken aan Hermans langspeelplaat „Goed voor een glimlach". Een paar weken lang heb ik op en neer gereden tussen Amsterdam (waar ons cabaret optrad) en Brussel (waar de opnamen met Herman van Veen werden gemaakt). Kort daarna vroeg Herman mij of ik bij de groep wilde komen die hem begeleidt tijdens zijn optreden. Dat aanbod heb ik met beide handen aangenomen."

In het begin dacht Harry Sacksioni, dat „Harlekijn" helemaal rond Herman was opgebouwd. Dat er verder niemand anders bestond. Maar daar is hij wel snel van teruggekomen.
Harry Sacksioni: ,Ik was bijvoorbeeld zeer verrast, toen ik hoorde, dat Herman zijn hele gage in Harlekijn steekt en zelf met een maandsalaris genoegen neemt. Herman wil andere artiesten graag een kans geven. Daarom is er langzamerhand een echte ,stal met Harlekijnartiesten' ontstaan. Er zijn nu ook veel eigen produkties en er worden regelmatig ,eigen elpees uitgebracht. Joost Nuissl, Ton Koopman, Reinbert de Leeuw, Loeki Knol en Erik van der Wurff doen erg veel voor het Harlekijn-label."

Ondanks het feit, dat Harlekijn stuk voor stuk uit jonge, geëngageerde mensen bestaat, die graag vakwerk willen leveren en bereid zijn daarvoor keihard te werken, worden sommige producties met een nadelig saldo afgesloten.

Harry Sacksioni: ,Er zijn gewoon platen en producties, die niet zo bij de mensen blijken aan te slaan. Daarmee draaien we dan inderdaad met verlies. Maar er zijn ook andere platen, waar we weer erg veel succes mee hebben.'

Dus Herman van Veen zal niet, zoals veel mensen denken, binnen korte tijd steenrijk worden. Hoewel veel van zijn bewonderaars het hem van harte gunnen, heeft Herman zelf voor een andere manier gekozen om zijn geld te investeren. Hij wil jonge kunstenaars, in wie hij iets ziet, een kans geven. Met zijn eigen geld.