Utrechts Nieuwsblad
Herman van Veen

Aflevering 8:

Bennie: "Dan kun jij je Veloxshirt meenemen..."

6 nov 2004

Om niet al te zeer op te vallen zat Bennie in onze klas altijd op de achterste rij. Leren vond hij niet echt leuk. Voetballen dat was zijn ding, dat was zijn leven. Zijn grote voorbeeld was Abe Lenstra. Bij het poten werd Bennie altijd als eerste gekozen. Als hij bij jou in het team zat, won je altijd wel wat. Met Bennie wonnen wij bijvoorbeeld Het Paas-toernooi en werden we tweede bij De Vakantieontspanning.



In de straat speelden wij vaak stoeprandje met een tennisbal. Het doel was een blok van de stoeprand. Bennie kon alles met zo'n tennisbal, wipte hem op, hakte hem omhoog, legde hem stil in zijn nek. Als een volmaakt jongleur liet hij de bal via zijn schouder op zijn borst landen, om dan via zijn knie de bal op zijn wreef te nemen. Bennie was een tovenaar. Er reden in die tijd nog maar weinig auto's. De straat was ons domein. We speelden chronisch stoeprandje tot het donker werd.

In de Kievitdwarsstraat, daar was een deftige en een gewone kant. Wij woonden aan de doe-maar-nor-maal-dan-doe-je-gek-genoeg kant. Aan de overkant woonden veel christelijke mensen die op z'n zondags naar de kerk gingen.,,Opgedirkt voor God," mopperde mijn moeder vaak.
Een van die mensen noemden wij de Bal, omdat hij zo duur deed en zo deftig sprak. Zo deftig dat je kon horen of iets met een -d of een -t geschreven was. De Bal had een pesthekel aan ons, omdat maar al te vaak tennisballen tegen of door zijn ruiten vlogen. Toen dat weer eens gebeurde, rende hij naar buiten, greep Bennie zo hard bij z'n oor dat ik dacht dat hij hem eraf zou rukken.
Droomde laatst van Bennie. Hij zou nu net als ik ook 59 zijn, maar hij werd in de eerste klas van de middelbare school op z'n fiets doodgereden door een vrachtwagen. Tenminste, dat werd ons zo verteld. Bennie werd begraven in Bilthoven. We waren erbij met de hele klas. Ik was nog nooit bij een begrafenis geweest. Verschrikkelijk verdrietig.
Ook de Bal van de deftige kant was er, stond er beteuterd bij met tranen in zijn ogen.
,,Goed jochie," zei mijn vader.
"Goed voetballertje," zei de Bal.
Ik dacht, toen ik daar zo tussen al die mensen stond, aan het verhaal van mijn Velox-shirt. Zij die een voetbalshirt hadden, mochten hem meenemen laar school. En er iets over vertellen. "Leuk," zei Bennie, "dan kun jij je Velox-shirt meenemen." Jezus, dacht ik, ook stom. Mijn leugentje kwam nu vel heel slecht uit. Had iedereen verteld dat ik op Velox zat. Dat was helemaal niet waar. Ik zat niet op voetbal omdat mijn vader dat niet kon betalen. Hij werkte vrijdags al over voor mijn vioollessen. Bennie had ooit zijn fantastische rood-witte voetbalshirt laten zien. Ik was toen zó jaloers dat ik zei dat mijn Velox-shirt in de was zat. Dit was echt een probleem. Kon er die nacht niet van slapen. Toen mijn moeder 's ochtends vroeg wat er met mij was, sprongen de tranen in mijn ogen. Ik vertelde haar snikkend dat ik op school verteld had dat ik lid was van Velox. En daar rechtsbuiten was.
Kon al twee maanden zaterdagsmiddags niet naar buiten omdat we dan immers moesten spelen. "Ja, dat is bijzonder stom," mompelde mijn moeder.
,Zo zie je maar, jokken is niet erg praktisch. Als je belooft," zei mijn moeder, "dat je in de klas alles zult vertellen, niet anders dan de waarheid, zal ik proberen of ik aan zo'n Velox-shirt kan komen. Ik praat wel met Ome Frans."
Mijn Ome Frans stond op de markt. Was gespecialiseerd in damesondergoed en herensokken. Ome Frans was in mijn ogen een genie. Dus dat zou wel goed komen.
Dat kwam het niet.
Wel vertelde ik aan Bennie hoe het zat. Dat was immers een maatje. Maar in de klas...
Woensdagochtend moest ik aan de bak, mijn spreekbeurt over het Velox-shirt. Ik had er inmiddels een. Het was mijn Ome Frans gelukt. Goed, het was weliswaar maat 53 en als ik hem aan had leek het wel een geel-zwart gestreepte regenjas, maar mijn gezicht was gered. In de klas vertelde ik dat ik nog geen lid was, maar wel bijna en dat mijn moeder een shirt op de groei gekocht had.Zo heb ik me er toch nog aardig uitgejokt.

Toen ik daar op Den en Rust, weet niet of dat vroeger ook zo heette, tussen al die verdrietige vaders en moeders stond, wist ik zeker dat mijn geheimpje nooit meer verklapt zou worden.
Ik heb me vergist.
U weet het nu ook.
Niet verder vertellen.


Herman van Veen






Abe Lenstra

Us Abe. Zelfs wie nooit een voet in Friesland had gezet, kende het voetbalgenie Abe Lenstra (1920 -1985) bij zijn Friese koosnaam. Lenstra had een geniale techniek én groot spelinzicht. Op zijn 14e kwam hij in het eerste elftal van Heerenveen, zijn laatste wedstrijd speelde hij in 1962 voor SC Enschede. Abe Lenstra debuteerde in maart 1940 als eerste Fries in het Nederlands Elftal en kwam, tot 1959 47 keer voor Nederland uit en scoorde 33 doelpunten Ondanks de gouden aanbiedingen die Lenstra kreeg van buitenlandse clubs, bleef hij altijd in Nederland. In 1977 kreeg Lenstra een hersenbloeding en hij zat de laatste jaren van zijn leven in een rolstoel. In 1995 kreeg het nieuwe stadion van SC Heerenveen de naam Abe Lenstra-stadion.


Stichting vakantie ontspanning

Zes weken duurde (en duurt) de 'grote' of zomervakantie van de basisscholen. De kinderopvang kwam geheel voor rekening van de familie want professionele opvang bestond niet. Een grote uitkomst was vanaf de jaren vijftig en zestig de Vakantieont-spanning. In de laatste week van de zomervakantie organiseren stichtingen een week lang spelletjes, speurtochten, sporttoernooien, films en dergelijke voor de leerlingen. Soms organiseren de Stichtingen Vakantie Ontspanning ook 'buitenweken'voor basisschoolleerlingen. Zo stuurde de Utrechtse Stichting kinderen voor vijftien gulden naar het Utrechts Buitencentrum in Oldebroek op de Veluwe. Het Buitencentrum fungeert van 1964 tot eind jaren zeventig voor de Vakantieontspanning en haar opvolger, de Kindervakantie-besteding, als logeeradres in de vakantie.


Kievitdwarsstraat

De Kievitdwarsstraat ligt vrijwel in het hart van de Vogelenbuurt, een wijk die aan het eind van de 19e eeuw en begin 20e eeuw ontstond. De Vogelenbuurt hield het midden tussen 'een echte volkswijk en echt netjes'. Ambtenaren, middenstanders en personeel van de NS kochten of huurden de woningen in de buurt. In de Kievitdwarsstraat woonde Herman van Veen op 52, zijn oma en tante op 39. Aan de overkant op 51 b woonde Blonde Truus. Van Veen noemde de bekende prostituee ooit een 'kopie van Doris Day'. Truus hangt volgens het boekje Dank Je De Koekoek graag met haar 'goed geproportioneerde promotie-waar' uit het raam. Kwajongens proberen stiekem pijltjes tussen haar borsten te schieten wat vaak leidt tot een fikse scheldpartij Truus is niet de enige prostituee, maar lange tijd neemt de buurt de dames van lichte zeden voor lief. Als er echter te veel komen, pikt de buurt het niet meer. In 1966 gaan honderden bewoners de straat op, in 1971 komt de politie er met zes wagens aan te pas, maar het duurt tot 1985 voor de klad in de prostitutie komt. In het begin van de jaren zestig komen de eerste buitenlanders in de Kievitdwarsstraat wonen, eerst als kamerbewoners later kopen ze ook de sterk in waarde gedaalde huizen. Onduidelijkheid over de toekomst van de wijk leidt tot verloedering, maar uiteindelijk laat de wijk zich niet kennen en begint met een grote opknapbeurt. In 1976 krijgt de Kievitdwarsstraat bloembakken en verkeersdrempels. In 1978 exploderen de prijzen op de huizenmarkt, de oude bewoners krijgen plots een goed bedrag voor hun huis en vertrekken richting Nieuwegein. Ook in de Kievitdwarsstraat komt een nieuw publiek, jonge mensen met of zonder kinderen.


VELOX

De bekendste spruit die ooit aan de Koningsweg gevoetbald heeft is Willem van Hanegem. Als 17-jarige debuteerde hij in het seizoen 1960-1961 in het eerste van Velox. "Een fijnere club heb ik nadien niet meer gehad," zal Van Hanegem later zeggen. Velox werd opgericht in 1902 en stond bekend als een gezellige vereniging maar kende ook veel sportieve successen. In 1918 promoveerde Velox naar de tweede klasse, in 1955 naar de eerste en in 1958 werd de club landskampioen bij de amateurs. Velox kreeg daardoor recht op betaald voetbal in de tweede divisie. In 1962 werd Velox kampioen en verhuisde naar de eerste divisie. De club werd in die periode de vaste speler van stadion Galgenwaard. Eind jaren zestig moest de top van het Utrechtse voetbal gesaneerd worden. Op l juli 1970 ontstond FC Utrecht uit D.O.S., Elinkwijk en Velox. De drie clubs gingen verder als amateurs. In 2001 fuseerde Velox met de amateur-clubs SWU en Celeritudo tot VSC.


Research: Rian van Kuppenveld