DAGBLAD VOOR WEST FRIESLAND
Marius Hofhuis

Ik ben gekomen om dank-je-wel te zeggen

Herman van Veen in Bergen voor de klas

6 september 1979
BERGEN — De Nederlandse ambassadeur van de UNICEF, Herman v. Veen stak dinsdagmiddag een bliksembezek af bij de kinderen van de Van Reenenschool en de Jan Hogervorstschool in Bergen.
De reden van zijn bezoek was het feit dat deze beide scholen met een UNICEF-actie waaraan ook andere scholen hebben meegedaan het gigantische bedrag van tweeënvijftigduizend gulden hadden bijeengebracht.
Een cheque ter waarde van ƒ 50.000 die verborgen zat in een „Nepal-poen-varken" werd door kinderen van beide scholen het podium opgebracht en een volslagen verbaasde Herman van Veen haalde het belangrijke papier uit het inwendige van het varken.



„Dit is een volkomen unieke zaak, die in Nederland nog niet eerder is voorgekomen. Een klein dorp als Bergen dat via de scholen scholen zo'n groot bedrag samen heeft gebracht is een voorbeeld voor ons hele land", aldus Herman van Veen.

Spontaan bood hij aan te zingen en vroeg aan de kinderen; „Wie kent het liedje Opzij, opzij". Ruim tweehonderd handen gingen omhoog en uit volle borst werd het bekende Herman van Veen-liedje door allen meegezongen.
Het bericht dat de Nederlandse Danny Kaye, de ambassadeur van de Unicef zou komen was goed geheim gehouden. Het werd een middag vóór de kinderen. Buiten het personeel van de school waren er slechts enkele, direct bij de organisatie betrokken ouders aanwezig.

„Onze zolder is te klein voor zo'n geweldige hoeveelheid mensen", deelde de heer Van Oostveen mede, die als hoofd van het schoolteam er een eer in stelde Herman van Veen bij de kinderen in te leiden.
Met een simpel: „Hallo" probeerde Herman van Veen de kinderen op hun gemak te stellen, die het toch eigenlijk maar vreemd vonden hun idool van "opzij, opzij"zomaar in hun midden te hebben.


GEMOTIVEERD


De heer van Oostveen gaf vooral een overzicht van de actie voor Nepal, diew kon uitgroeien tot zo'n geweldig succes, juist doordat men zo enorm gemotiveerd te werk is gegaan. „Na de verbouwing van de school", aldus de heer v. Oostveen, „hebben we de leerlingen voogesteld eens te gaan nadenken over kinderen uit verre landen, die wellicht helemaal geen school hebben.
Toen kregen we een zakgeld-actie, daarna de kerstkaartenactie in UNICEF-verband. Weer later hebben we telefoonboeken verzameld en een klas presteerde het om te komen tot een getal van zevenhonderd telefoonboeken. Ook de toneelstukjes die we met de meesters en de jutten hebben opgevoerd brachten geld in het laatje, maar de UNICEF-loop, waaraan bijna alle Bergense scholen hebben meegedaan, zelfs de Europese school, brak alle records. Alleen die loop heeft ruim dertigduizend gulden opgebracht en het hele dorp was er op het laatst bij betrokken".

Herman van Veen vertelde een verhaal dat hij had meegemaakt tijdens zijn bezoek aan de Filipijnen. Over een dorpje in de buurt van Manilla, waar wel een ziekenhuisje met vier bedden aanwezig was. Zonder dokter, omdat hét geld op was. Tijdens zijn bezoek maakte hij mee dat een baby door gebrek aan medisch ingrijpen moest sterven.
„Voor slechts honderd gulden kan men in zo'n land een leven redden", aldus Herman van veen tot 'muisstille kinderen op de grote Van Reenenzolder „en jullie hebben met dit gigan- tische bedrag dus een heleboel levens gered".

Alle kinderen mochten vragen stellen aan de artiest die avond aan avond op dit moment volle zalen trekt in het Amsterdamse Carré. En zo kwamen ze te weten dat hij 34 jaar is, maat 43 van schoen heeft en 73 kilo weegt. Dat zijn drie kinderen Babet, Valentijn en Merlijn heten en dat hij aanvankelijk muziek-onderwijzer was geweest. "Ik werk al elf jaar voor de, Unicef en ik vind dat we goed voor kinderen moeten zorgen.' Want als we dat niet doen hebben we allemaal samen geen enkele toekomst meer", aldus een ernstige Herman van Veen tot de steeds vrijer wordende. kinderen.

Tot slot repeteerde hij een nieuw liedje met de zolder vol kinderen. "Toen ik nog alleen was, op m'n uppie een vrijgezel was", zong Herman van Veen op zijn bekende zangerige manier. En de kinderen zongen snel het refreintje mee: ,,Eenzaam, tweezaam, driezaam, is samen heel alleen; in je allerupste uppie, met niemand om je heen".

Toegejuicht door de honderden kinderen nam Herman van Veen afscheid om nog snel even op adem te komen in de leraarskamer bij een vers kop koffie.
De artiest die driemaal een Edison won, de zilveren en de gouden harp van de stichting. Conamus en in 1976 de Louis Davidsring kreeg uit handen van Wim Kan, schreef in het "dagboek" van de Van Reenenschool; „Namens de UNICEF dank ik voor het grote geldbedrag voor de kinderen van de derde wereld, die zelfs nog aan een ballpoint niet toekomen".
In oktober komt de populaire liedjeszanger en regisseur weer op de televisie met Alfred J. Kwak. Weer wat later met een andere spannende serie waarin onder meer een Italiaanse bende een rol speelt.



MARIUS HOFHUIS