WIERINGER COURANT
Fons Stobbelaar

Efkes Deurzeuren...

Luchtradio

6 juni 2003

" Oh, nee hè, hier ook al." Dirk loopt door een winkelstraat en uit onopvallende luidsprekers klinkt popmuziek, die echter direct gevolgd wordt door de kijvende stem van een reclameboodschap. Door het geroezemoes hoort hij niet wat er gezegd wordt, maar het klinkt net of er iemand flink ruzie staat te maken. Blijkbaar neemt men tegenwoordig niet de moeite om de muziek, waarop de klanten getrakteerd worden, zelf uit te zoeken, maar stemt men lukraak af op een radiostation dat toevallig een plaat draait en wordt er verder niet meer beluisterd of dat zo blijft.


Dirk werkt in de bouw en in zijn jonge jaren piekerde geen enkele timmerman erover om eert radio mee te nemen. Herman van Veen zong erover: 'Hilversum 3 bestond nog niet.' Wie muziek wilde, zong zelf een lied onder het werken en als ze goede zin hadden, galmde de hele ploeg mee met 'Als de klok van Arnemuiden' en meer van het repertoire dat nu nog door het smartlappenkoor wordt gezongen. Soms zette iemand, die goed bij stem was een aria in en uit de schaftkeet klonk het antwoord van de struise koffiedame met een sopraanstem die de ramen liet trillen.
Maar mooie liedjes blijven niet duren. Wat aarzelend met een. klein transistorradiootje begon, is in de loop der jaren uitgegroeid tot een niet meer te ontlopen disco die harder klopt dan het gereedschap. Dirk heeft nog net kunnen regelen dat het geluid van zijn hamer nog enigszins boven de discodreun uitkomt, want een goede werkman werkt ook op zijn gehoor.

Maar nu Dirk in elke winkelstraat en iedere supermarkt, dezelfde zender hoort, die hij de hele week reeds om de twee platen heeft horen blèren dat ze de beste zijn, heeft hij het onprettige idee dat hij op zijn vrije dag nog op zijn werk rondloopt. Hij begint weer terug te verlangen naar de tijd dat de muziek in de supermarkt en de winkelstraat nog 'muzak' was: rustige melodietjes en de enige reclame die werd omgeroepen waren de aanbiedingen van de winkel zelf.
"Krijgen ze promotiegeld van die radiozender, omdat ze al die reclame door de winkelstraten laten galmen?" vraagt Dirk aan mij. Bij mijn weten niet; integendeel, er moeten Buma-rechten betaald woeden, omdat er tussen de reclameboodschappen en de melige diskjockeys flarden muziek gedraaid worden. De platenmaatschappij moet er flink aan verdienen en als er nog wat overblijft, is dat voor de muzikanten.
Dirk vraagt zich af of de muzikanten voor die centen in levende lijve kunnen komen spelen, maar dat kan niet; dat kost winkelruimte. Bovendien kan het publiek op het idee komen, met tomaten te gaan gooien, als de betreffende muziekmaker niet in de smaak valt. Tot nu toe is niemand op de gedachte gekomen om een tomaat naar een verborgen luidspreker te gooien, zelfs al geven de geluiden die eruit komen daar alle reden toe. Ze zorgen voor kippenvel; niet van ontroering, maar van afgrijzen. Geen wonder dat de klanten in sommige winkels niet langer willen blijven dan strikt nodig is om de boodschappen in het karretje te pleuren en dan tot hun schrik stranden in de file bij de kassa. Het is geen ongeduld, als ze nors kijken; het is meer van 'Help! Ik wil eruit'.

Buiten op straat rammelen de winkelwagentjes zo hard, datje weinig van 'Luchtradio' hoort. Spijtig dat hetzelfde gejammer ook langs stilde straatjes en nostalgische kerkpleintjes klinkt, waar deze geluiden absoluut niet passen bij de klassieke sfeer die daar hangt.

Hopelijk wordt er iemand wakker bij de zakenclub, als er weer eens een rekening van Buma/Stemra in de brievenbus ligt en iemand zich afvraagt: 'Betalen we voor echte muziek, of was het enkel
voor gebakken lucht.'




Fons Stobbelaar