de Bond
jd

Van Veen

6 mei 1994

Ik zag Herman van Veen in het Brusselse Luna-theater en kan niet anders dan zeggen dat ik het een geweldige voorstelling vond. Ik bedoel daarmee dat ik een artiest zag die op een meesterlijke wijze greep heeft op de zaal, op zijn eigen repertoire, op het toneelbeeld. op de sound van z'n voorstelling, kortom op alles. Daarenboven heeft hij een geëngageerd verhaal, hij staat daar niet zomaar.


Ik was dan ook stomverbaasd in de intellectuelenkrant De Standaard de vraag te lezen "in hoeverre deze ooit baanbrekende Van Veen nog relevant" is. Terwijl het toch al vanaf het allereerste, simpele liedje duidelijk is dat de zanger (net terug van een lange Duitland-tournee) volop in de maatschappelijke en politieke werkelijkheid van deze droevige dagen staat. Van Veen begint toch niet vrijblijvend met: "Alles in de wind, alles in de wind, jij bent mijn koningskind. Kom hier, Rosa. Ik zal je kussen, ik zal je kussen." Rosa antwoordt niet, en de zanger herneemt zijn lied. maar nu zingt hij: "Kom hier. Sara . Als je dat hoort, weetje toch welke kant de voorstelling zal opgaan? Er zit. me dunkt, veel vertwijfeling en angst in het verhaal dat Herman vertelt, soms heel expliciet en soms haast terloops. Maar de vraag of zo een verhaal relevant is, is ronduit ridicuul als je weet dat Van Veen zijn Grand Hotel Deutschland en Een foto zong in de vroegere DDR, in de stad Halle bijvoorbeeld, waar (zoals Van Veen in Vrij Nederland vertelt) "het afgelopen jaar tientallen bejaarden en zwakzinnigen in elkaar geslagen zijn". Of in de stad Rostock die wij zo goed kennen van de vreemdelingenhaat en de brandbommen op de televisie.

Tegelijk, en dat is precies het verrukkelijke, staat erbij tijden een vrolijke clown op de planken, want Van Veen is natuurlijk vakman genoeg om te weten dat hij niet te hele avond liederen als Grand Hotel Deutschland kan staan zingen. En dus dolt hij als vanouds met z'n publiek, laat Alfred Judocus Kwak opdraven, tennist in slow motion (zie ik hier een jonge Toon Hermans?), vertolkt ingetogen Een vriend zien huilen kan ik niet van Brel.

Het is waar dat de voorstelling die Van Veen dezer dagen in ons land brengt geen al te hechte structuur heeft. Het is meer dan vroeger een simpel liedjesprogramma, en omdat het een korte voorstelling betreft, heeft de zanger een zee van tijd voor toegiften, zodat je haast van een tweede concert kan gewagen. Ook dan komt Brel weer aan bod, en dat laat zien hoeveel Van Veen van deze zanger houdt. (Niet zonder ironie vertelt hij hoe Brel zeventiende werd met Ne me quitte pas in de Grote Prijs van Knokke...) Herman Van Veen is even bezeten met theater bezig als Brel was in zijn beste jaren. Het is ook nauwelijks te begrijpen waar hij de geestelijke en lichamelijke energie vandaan blijft halen om te doen wat hij doet. Ik denk dat Herman Van Veen een theaterman is die je "moet gezien hebben in je leven," zoals dat met Toon Hermans is, met Sonneveld was en met Brel. Niet elke generatie levert zo een artiest op, laten we er dus maar spaarzaam mee omspringen,



(jd)