de Telegraaf
Peter Liefhebber

Ovatie voor Herman van Veen in Londen

5 nov 1990

Herman van Veen slaat zijn vleugels internationaal opnieuw wijder uit. Al populair op het Europese continent, heeft hij nu ook zijn show gepresenteerd in theatermekka Londen. De belangstelling voor zijn twee optredens dit weekeinde in de prestigieuze Queen Elisabeth Hall overtrof royaal Van Veens meest optimistische verwachtingen. De eerste avond was de zaal, die plaats biedt aan zo'n duizend bezoekers, vrijwel uitverkocht. Zaterdagavond waren er ruim zevenhonderd toeschouwers.


,,Ik had van tevoren getekend voor twee keer driehonderd," stelde Van Veen tevreden vast. Ook wat betreft de reacties had hij niet te klagen. Vanaf de eerste seconde at het publiek uit zijn hand en zijn naar Engelse maatstaven zeer ongewone programma werd uiteindelijk beloond met een ovationaal applaus.


Accent


Toch had Van Veen zich min of meer voor de leeuwen gegooid, door zijn première te houden zonder eerst proef te draaien. Maar het pakte goed uit: de show liep gesmeerd, Van Veen deed bewust geen enkele poging zijn accent te verbergen, speelde zelfs herhaaldelijk met Nederlandse woorden en eindigde met een Frans gezongen nummer en een Nederlandse toegift. "Nog nooit eerder zoiets gezien. Vreemd, maar fascinerend," dat was de tendens van de gespreksflarden, opgepikt van Engelse bezoekers in de pauze en na afloop. Of de beroepskijkers er ook zo over denken, zal nog moeten blijken uit de krantekritieken maar het uitgaansmagazine Time Out' wijdde al bij voorbaat lovende woorden aan Van Veens show en speciaal aan zijn aan Nederlandse fans welbekende slow-motion tennis-act.

Hèt optreden in de Queen Elisabeth Hall zal vermoedelijk worden vervolgd door een langere serie volgend jaar in een ander Londens theater. Maar voordien gaat Van Veen opnieuw op avontuur in Amerika, waar hij een aantal jaren geleden bij een poging om Broadway te veroveren minder gelukkig werd onthaald door de critici; twee jaar geleden bij een optreden in Carnegie Hall kwam hij er beter af. Nu gaat hij binnenkort eerst naar Chicago, om vervolgens, in geval van succes, wellicht opnieuw New York aan te doen.

Aan Amerikaanse journalisten, speciaal naar Londen overgekomen om Van Veen alvast aan het werk te zien, maakte de Utrechtse entertainer tot hun verbazing duidelijk dat zijn trip naar Amerika geen onderdeel uitmaakt van een doordachte carrièreplanning met als doel wereldberoemd te worden.

"Dat is onbelangrijk, ik plan helemaal niets, ik beoefen alleen maar mijn vak, zo goed als ik kan, dat is alles. En dan zie ik wel waar ik uitkom," vertelde Van Veen, die tevens probeerde uit te leggen, waarom er over zijn programma's niets valt uit te leggen.

"Ik zing, maar ik ben geen zanger; ik dans. maar ik ben geen danser. Ik heb het niet over politiek, maar dat is misschien wel de meeste duidelijke politieke verklaring die ik kan afleggen. Ik heb het nergens over, of overal over. Waarom ik het doe? Omdat ik er stapel op ben om op het toneel te staan, omdat ik houd van communicatie. De dingen zijn meestal niet wat ze schijnen en dat probeer ik vorm te geven in het abstracte, in kleur, beweging, ritmiek, klank.


Persoonlijk


Er is geen boodschap. Er is alleen maar dit: HELP. Ik ben net zo bang, net zo alleen als iedereen. Daarom praat ik, daarom communiceer ik. Niet succes is het doel, maar comunicatie. Daarom is alles wat ik doe heel persoonlijk. Wat ik op het toneel aanbied, is een open venster naar mijn leven," filosofeerde Herman van Veen.

Voor het argument dat hij niet veel kans maakt op Amerikaans succes tenzij hij eerst een platenhit grijs gedraaid krijgt op de radiostations, toonde Van Veen zich weinig onder de indruk. "Dat zal de gewone gang van zaken wel zijn, maar ik heb geen bijzondere belangstelling voor hits. Het theater is mijn basis en als ik toevallig een hit maak, ben ik heel gelukkig. Maar die ga ik vervolgens niet in mijn programma's stoppen of extra promoten, alleen maar omdat het een hit is. Als het er niet in past, dan past het er niet in. Zo simpel is het."

Maar in welk hokje hij wel past, bleek opnieuw, tot Van Veens genoegen, minder simpel te rubriceren. "Er is geen traditie waar ik bij hoor, behalve wellicht bij die van de middeleeuwse troubadours. Vroeger heb ik me daardoor wel eens geïsoleerd gevoeld, maar dat stadium ben ik voorbij. Ik vertrouw nu veel meer op mezelf, op mijn in-tuïtie. Er zit geen systeem in: ik werk vanuit het georganiseerde toeval. Paradoxen laten zien, dat is wat ik doe."



PETER LIEFHEBBER