Algemeen Dagblad
L.VAN DUINHOVEN

Cabaretshow zonder begin of eind

5 oktober 1970

DEN BOSCH -— De Franse gigant van het muziektheater Maurice Béjart begint naam te maken. Hij stuurt zijn publiek meestal in opperste venbazing de zaal uit en pas' bij reconstructie van het geziene en gehoorde begint men de grote klasse te onderscheiden.


In die zelfde zin stuurde de cabaretier Herman van Veen zijn publiek de Bossche Stadsschouwburg uit, na het afwisselend te hebben aangetrokken en afgestoten.
In zijn nieuwe programma. dat pas in november officieel in première gaat, is geen begin, geen eind. geen programma-opbouw. Het is alsof men een repetitie bijwoont.


Vanzelfsprekend


Van Veen richt zich tijdens , het applaus rustig tot zijn vijfkoppige combo praat wat komt terloops terug, doet alsof hij maar eens wat gaat proberen. Dat gebeurt bij deze uitgesproken vakman vanzelfsprekend met voorbedachte rade: geen applausmelkerij dus.

Het resultaat is verwarrend voor wie er zich voor openstelt om te worden verward. Kijk je er doorheen, dan blijkt er een cabaretshow aan de gang te zijn die in ons land zijn weerga niet heeft. Dit op Freek de Jonge en Bram Vermeulen na, die ook iets doen wat er voordien nog niet was: doortreinen zonder zich ogenschijnlijk maar iets van de zaal aan te trekken.


Topliedjes


Herman van Veen. vooral de componist in hem komt met een serie topliedjes op eigen teksten en verder met bijdragen van R. Chrispijn, Michel Legrand en Remco Campert. Samen met zijn combo, dat gemakkelijk over; schakelt van beat naar tango met Laurens van Rooyen voorop. brengt Van Veen uitzonderlijk sterke songs. Die zijn overwegend nostalgiek, zoals „Suzanne", "Morgen ben ik op de maan". „Ik hou van jou" en „Ik denk dat niemand mij morgen mist".

Soms bijt Van Veen, zoals met een tekst: „Vandaag is het de ellefde en nog precies de zellefde als de twaalefde en de tiende, Ik kreeg wat ik verdiende. .."


Zeer persoonlijk


De uitzonderlijkheid bij Herman van Veen zit in de zeer persoonlijke presentatie, vergezeld van een voortreffelijke dictie, een prachtige en veelzijdige zangstem en niet een geraffineerde vorm van dansante beweging. Dit is internationale klasse.
Helaas kan dit niet worden gezegd van de conférences, die te zeer op jeugdervaringen leunen en flauwe moppen bevatten, Maar het geheel, dat overigens geen titel heeft, is zeer origineel en meeslepend.