Nieuwsbl.vh. Noorden
JACQUES J. D'ANCONA

Entertainer Herman van Veen terug met fascinerend theater

5 sept 1996

Geen rituelen, geen vaagheid.De wereld entertainer is terug in Nederland.Dat overkomt hem en ons eens in de vijf jaar en bij het begin van de voorstelling vraagt hij zich af: "Zouden ze ons nog kennen?"


De klokken in zijn stem luiden op een manier zoals ze zelden deden in een kleine dertig pinr. 1'raelitig, helder, krachtig, bronstig soms. Herman van Veen heeft zijn podium-présence aangescherpt, veel ballast weggesmeten. Zijn gedrevenheid is gebleven, zijn appèl in de richting van onafhankelijkheid, begrip, bezorgdheid en rechtvaardigheid is niet beschimmeld, absoluut niet overwoekerd door commercieel succes.

Zijn nieuwe theaterconcert biedt een opmerkelijke stabiliteit en duidelijkheid. Van Veen vertoont zich soms als de cabaretier een nieuwe fase in zijn ontwikkeling. Hij weigert zeker niet als vanouds de vuren van passie te ontsteken, maar hij heeft een keuze gemaakt. Een keuze die hem dwingt niet langer object te zijn van zijn emoties. Hij brandt er niet aan op en weet de boel onder controle te houden in een tempo-cadans van een schitterende, spannende collectie liedjes en de bijten de ironie van grappen, moppen en verhalen.

Muzikaal biedt het concert werk van heel hoog niveau. Een vervolg op de show van 1990: een vloeiende, gekanaliseerde beweging van songs, gesproken tekst, spel en beweging, gevat in het mooist denkbare decor van belichting en geluid.
Veel eigen teksten, bijdragen ook van Willem Wilmink, die hem een oud verhaal in handen gaf dat er op neerkomt dat er in de carrière geen ontkomen en ontkiemen meer is, dat niets voorbij is, alsof zich een oud voorjaar in het broze najaar meldt. Herman van Veen gaat niet minder diep dan hij placht te gaan, maar de symboliek dient hij gedoseerd toe.
De prekerige en wat wollige toonzetting heeft plaats gemaakt voor exactheid en een opmerkelijke, ongekende portie vrolijkheid en lol. De twee Utrechtse types die hij in monologen ten tonele voert (met name die wielrenner op een ondergrond van aambeien) ontketenen stormen van hilariteit, die hij vervolgens moeiteloos dempt in een broos chanson, een fascinerend clowntje of de act van een striptease dame op wankele hakken.

Wat onverbrekelijk is verbonden met Van Veen? Zijn avond herbergt warmte, tederheid en lieve, ontroerende naïviteit. Daar vallen mensen bij bosjes voor. Hij melkt het niet uit. Wie gek is van de magiër in hem wil ook leven met de komiek die tevens een beetje danser is, mime-kunstenaar, acteur, zanger-vertolker, verteller en musicus. Dat alles in de combinatie met zijn magistrale kompanen Erik van der Wurff en Nard Reijnders die je afschuwelijk tekort zou doen door in hen niet meer dan begeleiders te ontdekken.

Uiteraard weet Herman van Veen wat werkt. Met theatrale effecten en rekwisieten doet hij wat hij wil, zonder er zelf in weg te zakken. Snippers, flarden van oude liedjes komen voorbij in een nieuwe zetting. Dan is hij oersterk, omdat hij het lef heeft ze in een parodiërende en relativerende versie te brengen, geraffineerd en ontwapenend. Aardigste voorbeeld? My Way... om te gieren, zo leuk...

Herman van Veen back to basic, met beide benen op vaste grond en het hoofd in de wolken. Uitgeluid met diep, langdurig applaus dat een stevige serie geprogrammeerde toegiften ontlokt. Een theateravond van bijzonder formaat.



JACQUES J. D'ANCONA