EINDHOVENS DAGBLAD
Piet Snijders

Een 'Ooiter' valt nooit uit z'n rol

5 aug 1992

Speurend naar acteur Mark van Seggelen (28) uit Eindhoven, werd in 't 'Land van Ooit', dat merkwaardige sprookjesland nabij Drunen, onze weg versperd door niemand minder dan Ridder Graniet, sterker-dan-ik-kan-niet. Hij bleek een niet te omzeilen wachtpost.


Ik ben Ridder Graniet, sterker-dan-ik-kan-niet.
Ik ben de stoerste en sterkste ridder van het Land van Ooit, en daarom heeft de Gouverneur mij gevraagd 't Land van Ooit te beschermen. Zeker, ik woon hier. Ik heb nog wel een vakantieverblijf in 't Buitenland - in Eindhoven in Nederland om precies te zijn - en ook ga ik elke dinsdagavond in Tilburg op cursus - deeltijd journalistiek - maar ik ben en blijf Ridder Graniet van 't Land van Ooit.

Vroeger, toen ik nog in 't Buitenland woonde, was ik verpleger in de gezondheidszorg. Maar na een jaar of zeven had ik dat wel gezien, ik wilde iets anders. En omdat ik altijd graag heb geacteerd - ik heb straat- theater gedaan bij de SKVE, een beetje clownerie, én ik ben lid geweest van toneelgroep Boem heb ik op een advertentie van 't Land van Ooit gereageerd. Na een auditie ben ik door de Gouverneur voor het hele seizoen aangenomen als Ridder Graniet.

In 't Land van Ooit, het land van Graaf Wildebras en Gravin Rondalia, moet ik de grote maar vooral de Kleine Bazen wijzen op de gevaren die hen bedreigen en ik leg ze uit hoe ze hun vijanden moeten verslaan. Nee, vechten leer ik ze niet, want ik ben een vriendelijke ridder, en al ben ik nog zo stoer en sterk: ik versla mijn vijanden het liefst door vlug achter een grote boom weg te springen.

's Avonds, als de Kleine Bazen weer de grens over zijn, ga ik eten bij Ma Kei en speel Zwaneborden met de andere bewoners van het Land van Ooit of ik ga zingen en wandelen met de hofdames. En natuurlijk doe ik dc avondronde. Soms, als ik heel moe ben om aldoor de stoere, sterke ridder te spelen, mag ik in de huid van Yurre de Zeeheer kruipen, en net als hij vaar ik dan dwars door de aarde en vertel daarna de Kleine Bazen over mijn spannende avonturen. Af en toe neem ik ook wel de taak over van Droef de Voorproever, of mag ik als Water drager met water knoeien, of als Rak de Reiger, die engerik, de grote en Kleine Bazen de schrik op het lijf jagen. Maar ik ben en blijf natuurlijk voor alles Ridder Graniet, sterker dan ik kan niet.

Net als mijn collega's speel ik dagelijks meerdere rollen, om dat het zo vermoeiend is voort durend hele elfde verhaal af Ie steken. Bij| hel invullen van de rollen hebben wij een hehoorlijke vrijheid, al houden we de karakters van de uit te beelden figuren natuurlijk goed in de gaten. Ridder Graniet moet per slot de stoerste en sterkste ridder van het Land van Ooit blijven.

De teksten en verhalen worden in grote lijnen door de 'Ooiters' zelfgeschreven. Het is een misverstand dat Herman van Veen daarachter zou zitten. Die is met zijn creatie Alfred Judocus Kwak slechts zijdelings bij 't Land van Ooit betrokken. Het is waanzinnig leuk om in dit land te mogen wonen. Ik werk hier samen met een stuk of twaalf acteurs en actrices, en met nog een heleboel andere 'Ooiters', die allemaal hun eigen taak hebben. Hard werken ja, dag in dag uit, meestal tot half zeven 's avonds.
Na afloop ben ik doodmoe, maar altijd voldaan, want de reacties van het publiek zijn meestal heel aardig. Veel mensen die één keer op staatsbezoek zijn geweest in het Land van Ooit komen terug. Dat zegt genoeg. Hoe vaak ik op een voormiddag mijn Ridder Graniet-verhaal afsteek weet ik niet. Op een dag als vandaag, met zeker 4000 bezoekers, haal ik misschien wel tien of vijftien keer per uur. Maar ik heb geen tijd om het echt bij te houden. Het publiek blijft wisselen en eist voortdurend de aandacht op. Als ik een grote groep voor me heb, draai ik min of meer een standaardverhaal af, maar door de reacties van het publiek wordt dat toch iedere keer weer anders. Sta ik tegenover een of twee Kleine Bazen, dan ontstaat er al gauw zoiets als een dialoog. Een goede 'Ooiter' valt nooit uit zijn of haar rol, en is er zich voortdurend van bewust dat ie in een ander land leeft, met een eigen taal, eigen gebruiken en regels, een eigen groet en zelfs met eigen geld. Hier praat je vanzelf 'Ooits', zoals je in Nederland Nederlands praat en in Engeland Engels.

Als mijn vader of moeder op bezoek komen - daarstraks stonden ze nog voor me - blijf ik tegenover hen dezelfde stoere Ridder Graniet als tegenover andere mensen. Of ik een echte ridder zou willen zijn? Pas op, je speelt met je leven: ik bén immers Ridder Graniet, sterker-dan-ik-kan-niet... "



Piet Snijders