het Centrum
Gertom de Beer

Herman van Veen houdt open huis in Westbroek

5 augustus 1971

(Van een onzer verslaggevers)

WESTBROEK,
„Jawel, ik ben de vader, die „Zangzaad" spoot, zoals mijn zoon, dat op de planken zegt, en daar heb ik tot op de dag van vanaag nog geen spijt van gehad. Want dat „zangzaad" heeft het Harlekijn Holland Theater Produkties n.v. mogelijk gemaakt, inmiddels al weer anderhalf jaar geleden hier, in dit prachtige oude gemeentehuis in Westbroek („eerste steen gelegd in 1880, door douariere Baronesse van TuyIl-Serooskerken") zijn intrek te nemen. Overigens met instemming van het gemeentebestuur, dat aanvankelijk nogal huiverig tegenover onze plannen stond, omdat zij vreesde, dat onze vestiging hier teveel jongelui op de been zou brengen. Dat alles is enorm meegevallen, we kunnen hier in alle rust werken aan allerlei kunstzinnige zaken, we hebben er daarom dan ook niet al teveel ruchtbaarheid aan ge- geven", dat zegt de heer J. F. A. v. Veen (53), vader van een zoon, die naar de naam Herman luistert en die momenteel hard werkt aan zijn geprolongeerde show op de planken van het Amsterdamse Theater Carré.



Het oude gemeentehuis van Westbroek, waar de „Herman van Veen- karavaan" zich tegen een redelijk huurbedrag heeft gevestigd, staat al die tijd voor iedereen open. En het is juist dat „open huis", wat door de Westbroekse gemeente hogelijk wordt gewaardeerd. „Idee van mijn zoon", vetelt vader van Veen. „In deze machtig mooie ruimte doen we ons best de artiest dichter bij het publiek te brengen.
Hier komt ook alles wat mijn zoon op de planken doet tot stand, hier repeteert de vaste begeleiding van Herman zoveel ze maar willen en daar mag iedereen vrijelijk getuigen van zijn. We hebben niets te verbergen, de lichten in de kamers en studio branden hier tot 's avonds laat en de deuren staan altijd open.
Maar d'r is nog meer, want kijk maar naar de schilderijen, die in alle kamers aan de muur hangen. Die zijn van schilder-beeldhou- wer-graficus-keranist Gérard Gras die hier al enige tijd exposeert. Zijn schilderijen antwoorden in kleur en vorm op de luisterliedjes van Herman, liedjes als „Suzanne" en „Langzaam begin ik te begrijpen, waar 't allemaal om draait" en nog vele andere. Hij noemt dat geluidstransformatie. Tot dusver zijn er al meer dan honderd mensen komen kijken naar die schilderijen, een aantal wat naar Westbroekse begrippen toch als „heel aardig" mag worden gekwalificeerd.


ONVERWACHT


„Heel aardig" vindt vader Van Veen, die zich belast heeft met de coördinatie van de maatschappij („we hebben ook een eigen muziekuitgeverij") ook de successen, die zijn zoon momenteel in Carré boekt. „De mensen waren op de laatste avond van zijn shows in mei gek met Herman, de ene ovatie na de andere, en het ene toegift na het andere, geweldig. Dat heeft diepe indruk op me gemaakt, vooral toen heel Carré daar met dat joch begon mee te zingen." En nu staat hij er dan weer voor 10 dagen, overigens nogal onverwacht.
Enige weken geleden zitten we hier in de werkkamer van Herman wat te praten en daar gaat de telefoon, met aan de lijn die bedrijfsleider van Carré, de heer Dekker. Of Herman in augustus nog eens voor tien dagen wilde optreden. Herman zei toen onmiddellijk „Nee, dat doe ik niet... maar daar kwam hij toch al vrij snel op terug. Die jongen is dol op theater en Carre is het helemaal voor hem".


TELEVISIE


„Al die tijd heeft hij zich hier weer voorbereid op die show. Of die show gewijzigd wordt? Herman wijzigt zijn shows altijd, iedere avond weer, zo is die jongen nou eenmaal. Hij is een ras-artiest, maar misschien wordt hij nooit een tv-persoonlijkheid. Dat ligt hem niet zo, die t.v., dat hebben we vorig jaar wel gezien. Desalniettemin schrikt hij er toch niet voor terug". Omdat te illusstreren pakt hij uit een bureaula een papier, waar Herman op geschreven heeft. „Onvolledig zeer voorlopig speelprograrmna".
Daar staat onder meer op, dat Herman weer een tv- show gaat maken. Op 29 augustus in „Zomaar een zomeravond" van de AVRO en overgenomen door de Nortwestdeutsche Fernsehn. „Zelfvertrouwen heeft Herman meer dan genoeg", zegt hij dan bedachtzaam.


DAMSLAPEN


Die bedachtzaamheid slaat bij een man als J. F. A. van Veen a la minute om. Evenals zijn zoon, kan ook hij geen moment stil zitten. „Van wie die jongen dat artiestenbloed heeft.' Van zijn moeder even goed als van zijn vader. Ik was vroeger typograaf en speelde toneel bij amateurgezelschappen, organiseerde alle mogelijke feesten van personeelsverenigingen en we hielden ook iedere maand een culturele avond.
Maar die vrijheid die je tegenwoordig hebt", dit zegt hij met weemoed, „die had je toen niet.. Ik zou, als ik nog zo jong als Herman was, misschien ook op delr Dam geslapen hebben. Hermain heft de kans gehad- zij het met veel tegenwerking - zich vrijer te kunnen ontwikkelen".


LEVENSFILOSOFIE


Als voorbeeld haalt hij dan het Utrechtse muziekconservatorium aan. „Dat conservatorium heeft Herman afgemaakt, maar vraag niet hoc. Hij studeerde viool, maar mocht nooit in het openbaar meespelen met het conscrvatoriumorkest. Die jongen haalde gewoon andere klanken uit die viool en dat kon niet. Ik weet nog als de dag van vandaag dat hij voor zo'n zestien gecommitteerden van het conservatorium met een groep kinderen een zangstuk moest maken. Herman maakte een cabaretliedje en kreeg een twee.
Toch slaagde hij. Later belden die gecommitteerden ons nog op „het kwam nou eenmaal niet in de "examenvoorschriften voor, dut cabiiret- liedje", zeiden ze. Ik bedoel maar, makkelijk heeft hij het ook niet gehad. Nu hij carrière maakt op de planken is dat allemaal voorbij. Nu heeft hij een fijn leven. Zijn levensfilosofie is ook de mijne: „Je moet met kinderen beginnen en verder... je moet altijd proberen dat te doen,waar je zin in hebt, uiteraard, binnen bepaalde normen".


EIGEN TAAL


„Die normen hanteert hij naar eigen goeddunken op de bühne. Herman spreekt daar zijn eigen taal, die wat ouderen weleens wat cru in de oren mag klinken, maar die jongen kan niet anders, daar is hij te eerlijk en misschien ook te vrij voor. Grof vond ik het ook niet toen Seth Gaaikema tijdens zijn oudejaarsavondshow het liedje „Wat een spreker is die man, met „ouwehoeren" en al bracht.
Onder elkaar zeg je dat toch? Waarom zou je jezelf verloochenen. Zo weet ik dat Herman veel mensen tegen zich in het harnas heeft gejaagd toen Willem Duys hem zonder aanleiding midden in een uitzending van „Voor de vuist" vroeg wat hij van de toestand in het Midden-Oosten vond, „Wat hij toen antwoordde, zegt hij ook tegen zijn collega's, als hij dat vindt. En dat is misschien ook de grote kracht van Herman, hij noemt alles bij zijn naam, is zichzelf op het toneel.. Wirn Kan beschouwt zich als zijn tweede vader. Dat vind ik toch wel wat. Onlangs is Herman hem samen met zijn vriend de cabaretier Paul van Vliet een aubade gaan brengen ter gelegenheid van Wim Kan's 60-ste verjaardag".


BOEK


Inmiddels zit „Harlekijn Holland Theater Pordukties N.V." in Westbroek geen, moment stil. In oktober komt een boek van Herman uit, getiteld: „Herman van Veen, 5 jaar", 10 september wordt de zesde lp - als alles goed gaat - van hem uitgebracht en medio september is 'n eerste voorstelling van een kinderrock- musical ten bate van Unicef in Eindhoven plaats, waarvan Herman zelf de muziek heeft geschreven. Hij is ook ambassadeur van Unicef in Nederland en doet daar heel veel aan. Begin september beginnen hier in Westbroek de repetities met de kinderen, die aan de rockmusical deelnemen. Dit „open huis" staat ook open voor popgroep April Shower, Leo Unger en talloze andere musici en andere artiesten.
Zij kunnen hier, wanneer ze willen repeteren, evenals de Amerikaan Ernie Vann dit doet, en hun muziek wil Harlekijn Holland graag uitgeven, maar dat hoeft geen voorwaarde te zijn. Bij ons gaat „vrijheid, blijheid" voor alles, en dat is nodig, want de tijd dat impressario's alleen nog maar belangstelling hebben voor het tellen van de dubbeltjes is nog lang niet voorbij, vandaar ..."



GERTOM DE BEER