AD

Met verschillende schoenen op toneel

5 mrt 2009

Met aan zijn linkervoet een witte lakschoen en aan zijn rechter een zwarte verschijnt Herman van Veen (volgende week zaterdag wordt hij 64) op toneel. Na de pauze heeft hij de schoenen verwisseld. Van verstrooidheid is echter geen sprake. De Utrechtse zanger/muzikant/tekstschrijver/schilder/clown/moppentapper en kinderrechtenactivist doet niets zonder een bedoeling.


De schoenen symboliseren de balans in de hartstochtelijke show, simpelweg Herman van Veen getiteld. "In deze voorstelling ben ik twee mannen. Als Herman draag ik godzijdank nog geen kousen voor de aderen, schuifel nog niet op geruite toffels op haperende voeten. Ik ben echter ook Koos, die tobt met zijn lesbisch geworden vrouw, de maatschappij, het ouderdom en zijn verminderde seksuele vermogens."
De zwarte schoen staat voor Koos? "Dat mag het publiek zelf invullen. Het pad tussen zwart en wit, tussen negatief en positief is heel smal. Voordat je het weet, sta je met je lakschoen aan de andere kant van de scheidslijn."

Zijn ergernis over de botox-industrie steekt hij op het podium niet onder stoelen of banken. "Welke vrouw laat er nou haar schaamlippen corrigeren? Alsof ze iets verkeerds hebben gezegd. Wat is er mis met een paar verzakkingen?" Als een van zijn vier kinderen om cosmetische redenen een ingreep in het lichaam zou laten doen, dan zou hij dat 'bijzonder vreemd vinden'. "Wie zijn of haar lichaam verbouwt, doet zichzelf tekort. Ik vind het tragisch als mensen zich niet met zichzelf kunnen identificeren. Zoek in plaats van een plastisch chirurg naar iemand die van je houdt zoals je bent. Zo iemand is bovendien veel goedkoper."

Met het nummer Pijpenstelen zal hij in Rotterdam niet zo snel vijanden maken. In Amsterdam regent het pijpenstelen en als geen pijpenstelen regent dan gaat het pijpenstelen regenen. "Ik heb geen pesthekel aan Amsterdam. Ik ben er ongelooflijk graag. Maar ik ben nergens liever dan in Utrecht. Woon dan weliswaar niet meer in de stad, net zes kilometer daarbuiten, maar ik kan Utrecht zien liggen en dat idee is heel geruststellend."
Herman van Veen is niet alleen een supporter van FC Utrecht, voor Feyenoord juicht hij minstens zo hard. "Bij dit volk voel ik me op mijn gemak." De huidige zwakke prestaties van de Rotterdamse club doen hem pijn. "Ik weet niet wat er aan de hand is bij Feyenoord. Het lijkt wel of het gras te hoog is. Maar ik ben ervan overtuigd dat Feyenoord onder Mario Been gouden tijden tegemoet gaat. Hij begrijpt tenminste de Rotterdamse mentaliteit. Hij begrijpt dat je er op het veld voor driehonderd procent voor moet gaan. Je moet als speler door de paal heen willen schieten. Dat net moet stuk."

Met het nummer Pijpenstelen wil hij niet zeggen dat het in Amsterdam voortdurend regent, en in Utrecht en Rotterdam altijd de zon schijnt. "In Utrecht en Rotterdam regent het net zo hard. Dit lied gaat zo duidelijk over Nederland. Hoe vaak hoor je mensen niet de hoop 'als het maar niet gaat regenen' uitspreken. Zoveel woorden als eskimo's voor sneeuw hebben, zoveel woorden hebben wij voor regen."

In 1986 schreef hij een nummer over zijn jongste dochter Anne, in 2009 zingt hij een nummer dat Anne heeft geschreven. "Dit nummer, 'Bij mij', vond ik zo prachtig dat ik haar heb gevraagd of ik het mocht gebruiken in mijn programma. In haar eigen show, een heel discrete voorstelling, zit hetzelfde nummer verpakt. Of Anne op me lijkt? Ik vind Anne vooral Anne. Tuurlijk zie ik flitsen van mij en haar moeder in haar, maar ze is een uniek meisje. Ze is om op te vreten."
Tot een duet is het nog niet gekomen. "Dat initiatief laat ik helemaal aan haar over. Als ze me ooit voorstelt samen een duet te zingen, zeg ik beslist ja."