Brabants Nieuwsblad
Dirk Willem Rosie

Herman van Veen 'We houden allemaal van jenever'

4 apr 1991

WESTBROEK - Herman van Veen was lang onderweg. Voor Foster Parents was hij in Indonesië en India, in New York voor de Wereldtop voor kinderen. Van Veen zong bij een boomplantceremonie in de tuin van het gebouw van de Verenigde Naties en baalde er de voorpagina van de New York Times mee.


Op de kunstpagina's van kranten in Zwitserland, Denemarken, Engeland en de Verenigde Staten stonden de recensies: 'We've never seen the like' is daar een redelijke samenvatting van. Voorjaar 1990 stond Van Veen zeven uitverkochte weken in Carré. Zoveel mensen moesten worden teleurgesteld, dat een reeks voorstellingen in het land voor de hand lag.


Groeien


Nooit heeft Van Veen zich onderworpen aan het bioritme van het Hollandse theater. Niks schrijven, try out-en, première, en dan maar spelen tot je groen en geel ziet. De shows van Van Veen groeien met de tijd mee. Zo is de voorstelling waarmee hij nu door het land trekt in principe dezelfde als die van Carré 1990, maar de clown-muzikant- cabaretier-theatermaker is in de tussentijd, zoals hij het zelf zegt 'wat ouder, wat wijzer, wat grijzer' geworden.

Waar Toon en Freek faalden, slaagt Herman. Wat is de achtergrond van zijn internationale carrière. Is het een zakelijke onderneming, of een artistieke? Of misschien een hachelijke? Van Veen: "Het is veel eenvoudiger. Je wordt gewoon uitgenodigd. Voor festivals, door di-recties die interessant vinden wat je doet. En natuurlijk ook door promotors die eraan willen verdienen. Het is een markt en wij zijn goed voor de beweging. Voor ons is het over het algemeen geweldig werk. Je bent even van de straat: Olympia, Carnegie Hall, maar ook de hele kleine huizen. Veertig man in Marseille, twaalf in Connecticut, geen hond in Leningrad."

De laatste entertainer met ouderwets maatschappelijk engagement is inmiddels in een dwangbuis afge-voerd. Herman van Veen blijkt er nog te zijn.

Hoe verklaart hij het aanhoudende succes van zijn geëngageerde theater?

Van Veen: "Ik zou eigenlijk het liedje 'Lieg alsjeblief niet tegen me' van Judith Herzberg moeten citeren, dat is het beste antwoord op die vraag. Theater is een bekentenis, een démasqué. Je gaat met de billen bloot en probeert zo mooi mogelijk te vallen. Ondanks de euforie stond onze beschaving er mijns inziens nooit zo slecht voor. En iedereen die dat ontkent naait zichzelf een oor aan. Een enorm voedselprobleem, catastrofaal milieu, oorlog, aids, het ineenstorten -al dan niet terecht - van het Oostblok, de geallieerde arrogantie, de ondergang van de PvdA, Feijenoord-SVV."

De shows van Van Veen hebben de perfectie benaderd. De toeschouwer, beleeft een avond met Van Veen als een chemische reactie van taal, beweging en muziek. Voor de maker ervan is het in de eerste instantie 'een opluchting'. "Natuurlijk ben je een heleboel: tuinman vader, chagrijn, minnaar, angsthaas, wereldkampioen, verliezer en 's avonds vier je dat dan."
De laatste tijd krijgt de dood een accent. "Dat is mijn enige zekerheid. Het is een zekerheid die ik op één of andere manier probeer te ontlopen door er zo min mogelijk bang van te zijn, wat mij absoluut niet lukt."


Trouw


Wat opvalt is de trouw van Van Veen aan de mensen om hem heen Aan zijn muzikanten Erik van dei Wurff, Nard Reijnders, Chris Lookers en Cees van der Laarse. Maat ook aan schrijver Willem Wilmink, die hem al sinds jaar en dag van (lied)teksten voorziet. "Willem Wilmink legt als het ware de wereld op een vensterbank", aldus Van Veen. "Hij brengt de wereld bij je thuis, op het dorpsplein, in de straat. Hij is één van ons. Bij hem is de taal van hout."

Over de 'Harlekijn-subcultuur': "We houden allemaal van jenever, van Eric Clapton, van knutselen, van slap ouwehoeren. We zijn sentimenteel als we over onze kinderen praten, verontwaardigd over een verkeerde bas. We hebben een overdreven zwak voor vrouwen, zijn religieus, ieder op zijn eigen manier, en als de dood om zonder elkaar verder te moeten."


Voorstelling: 'Blauwe plekken' -Herman van Veen. Met Erik van der Wurff, Nard Reijnders, Chris Lookers en Cees van Laarse. Te zien: 7 april, Concordia, Breda; Ifi t/m 20 april, Luxor, Rotterdam; 23 en 24 april, De Kring, Roosendaal; I oktober, De Maagd, Bergen op Zoom.



Dirk Willem Rosie