Nieuwe Nrd Hol Krant
Maria Ebben

"Deze kinderen zijn veel oorspronkelijker"

4 sep 1990

PURMEREND. - "Daarbinnen is een dansgroepje bezig'', zegt een nietsvermoedende vrouw die in de buurt van de J.F. Kennedyschool in de Wheermolen woont. In de school is echter wel wat meer aan de hand. Het Nederlands Kindertheater (NKT) nam afgelopen zaterdag bezit van het gebouw, omdat in wijkcentrum De Inval - waar gebruikelijk gerepeteerd wordt - een open dag werd gehouden. In veel lokalen was het hard werken geblazen om zang, dans en toneel voor de musical 'Smogsmullers reuzendaad' onder de knie te krijgen. Vooral wat de zang betrof liet de jeugd horen wat het in haar mars heeft, want niemand minder dan Erik van de Wurff was in hun midden.


Van der Wurff is de componist van de veertien liedjes die de theaterproduktie, welke als thema het milieu meekreeg, rijk is. Hij maakte de muziek met behulp van een synthesizer. ..Een manier om muziek te maken die goed klinkt en niet duur is", zegt hij. ..Je kunt het vergelijken met soep trekken van een been of van een zakje. Dat laatste hoeft niet slecht te zijn." Volgens Van der Wurff is de prestatie van de kinderen hoog. ..Je merkt dat er intensief wordt getraind". Hij kan de vorderingen wel een beetje inschatten, want hij liet zijn gezicht al een paar keer eerder in Purmerend zien. Vandaag is hij ook van de partij, omdat de foto voor het programmaboekje en de platenhoes moet worden gemaakt. De componist is bekend als schrijver van liederen voor Herman van Veen. Al sinds hun conservatoriumtijd in de jaren zestig trekken beide heren met elkaar op. Dat resulteerde uiteindelijk in een nauwe samenwerking en tot nationale en in-ternationale bekendheid.


Oorspronkelijk


Van de Wurff vertelt met de muziek voor de musical net zo aan het werk te zijn gegaan als voor een theateroptreden van Van Veen. ,,Liedjes hebben een bepaalde plaats in een voorstelling.- Breng je een lied te vroeg of te laat. dan komt het soms niet tot zijn recht. Dat zijn dingen die je door de ervaring leert. Dan weet je dat het werk goed is en toch slaat het aan. Breng je dan wat verschuivingen aan, dan merk je dat veel beter loopt."

Een theaterproduktie heeft volgens Van der Wurff een kop en een staart: "Daartussenin moeten rust- en aktiepunten zitten. Voor kinderen geldt dat nog sterker dan voor volwassen. Kinderen hebben de behoefte om zich lichamelijk te uiten, vooral in het begin. Spanning en zenuwen moeten eruit. Het openingslied File bijvoorbeeld, heeft een enorm tempo. Er zit ongelooflijk veel tekst in. Deze muziek moet ook klinken alsof het zo bedacht is, alsof je daar bijna geen moeite voor hoefde te doen."

Van der Wurff schreef liedjes voor kinderen. Maar zo uitvoerig als voor deze musical, zegt hij zelf. Daarbij zat hij onder meer drie jaar in een commissie die het werk voor de jaarlijkse elpee 'Kinderen voor Kinderen' bepaalt. Zonder enige overdrijving zegt hij spontaan over het NKT: "Deze kinderen zijn veel beter, veel oorspronkelijker. Hier staat ook het kind voorop. Als een lied niet lukt omdat ik het een octaaf te hoog heb geschreven, word ik teruggefloten en pas ik de muziek aan. Wat je trouwens op tv ziet van Kinderen voor Kinderen is allemaal al opgenomen en een moeilijk woord wordt desnoods honderd keer opnieuw gedaan om het correct uitgesproken op de plaat te krijgen."

De componist uit tegelijkertijd zijn ongenoegen over het tv-aanbod voor de jeugd. "De Nederlandse tv heet niet commercieel te zijn, maar een min der goed bekeken programma moet al na een paar afleveringen verdwijnen. Het repertoire voor kinderen wordt helemaal ondergewaardeerd. Producenten menen: 'Kinderen kijken toch wel'. Dus gooien ze een paar beweegbare tekeningetjes op het scherm, huren een acteur in die er een verhaaltje bij vertelt en hebben vijftien minuten tv voor vijfduizend gulden. Maar je moet naar de inhoud kijken en je afvragen of het iets te bieden heeft."

"Op een avond werd ik gebeld en hoorde dat Erik van de Wurff de muziek zou schrijven.
Toen heb ik echt door de kamer gedanst", vertelt Manja Siebrecht ,artistiek leidster van het kindertheater. In samenwerking met de stichting Conamus die de Nederlandstalige muziek bevordert en promoot, Zocht Manja naar een componist die:voor 'Smogsmullersers reuzendaad'. "We zijn er ontzet-tend blij mee dat John de Mol van de stichting ons goed genoeg vindt om er geld in te steken. Op die manier worden er deuren open gegooid, waardoor je verder komt. Dat is gewoon heerlijk", aldus Siebrecht, die wederom een niet aflatende energie stopt in de nieuwe produktie.

Die vastberadenheid is ook wel nodig, want volgens haar is het deze keer echt 'ploeteren' omdat de musical veel zwaarder is dan de vorige produktie 'Tien is te veel'. "Die twee musicals zijn eigenlijk niet te vergelijken. De vorige was ook goed, maar met 'Smogsmullers reuzendaad' gaan we een stap verder. Als je creatief wilt zijn moet je niet stil blijven staan; dan moet je je grenzen verleggen. Hier zit veel meer diepte in. Maar het is wel een moeizaam proces. We moesten met 'Tien is teveel' iets loslaten dat succesvol was en gingen weer terug naar af."

Het feit dat Van der Wurff de muziek zou componeren, stimuleerde Siebrecht om goede lied- kopij te schrijven. "Ik heb grote bewondering voor hem en kon toch moeilijk met onbenullige teksten aankomen. Maar aan de andere kant kun je ook geen veertien liedjes schrijven over bodemvervuiling en zure regen. Hoewel ik alles wat ik heb willen zeggen in die liedjes kwijt kon." Gedeelten van de musical zijn eind oktober voor het eerst te zien tijdens de openingsdagen van Theater De Purmaryn. "We willen dan wel een beetje Uitpakken", zegt de artistiek leidster van het NKT. De première is volgend jaar op 19 januari.


Soms wel eng


De jonge artiesten repeteren onverstoorbaar verder. Ergens klinkt vol overgave het ope-ningslied. In een ander zaaltje oefent Meta van Essen haar solodans. Ze beeldt een stervende, met olie besmeurde, vogel uit. Van der Wurff kijkt en luistert toe hoe er eventueel iets aan de muziek valt aan te passen, om deze zo perfect mogelijk te laten aansluiten bij de dans.

Renske Lunenburg maakt zich op om aan de toneelrepetities te beginnen. De vijftienjarige moet een oude, maar krasse oma op de planken zetten. Gelet op haar toneelervaring kan het niet anders dan dat het zal slagen. Maar zelf is ze daar nog niet zo zeker van. "Ik zat ongeveer vier jaar op een toneelclub. In Hoorn zag ik 'Tien is teveel' en toen wilde ik ook meedoen aan de musical. Hoe de kinderen daar speelden, dat was gewoon te gek. Maar soms vind ik het wel eng. Hoe zal het gaan als je werkelijk moet optreden. Vinden de mensen je wel leuk, geloven ze wel in je. Ik ben dan bang dat het misgaat."



Maria Ebben