Delftse Courant
Wim J. Smit

Herman van Veen dwingt publiek tot enthousiasme

4 september 1970

Delft — Dat Herman van Veen een zeer kundig artiest en een knap vakman is, lijkt boven alle twijfel verheven. Met zijn natuurlijke souplesse, die hij paart aan een volkomen beheerst vocaal kunnen en zijn vermogen om het het publiek te bespelen, creëert hij een sfeer van ogenschijnlijke nonchalance die echter een strak ritme tot ondergrond heeft. Deze virtuositeit bewees Van Veen gisteravond weer in een uitverkochte Stads Doelen.


Met de steun van zijn zeer stuwende en uiterst professionele combo achter zich wist hij de zaal tot een staande ovatie te dwingen. Voorwaar geen alledaagse prestatie die mij echter niet belet enige kritische kanttekeningen te maken.
Van Veens tekstmateriaal is, een gunstige uitzondering daargelaten, nogal zwak. Veel nummers in zijn overwegend melancholisch repertoire bieden naast een wat onbenullige toonzetting vaak een tekst die zelfs in het licht van een vrijere poëtische opvatting nogal kraakt. Ik krijg de indruk dat met name Rob Chrispijn, die het merendeel van de teksten schreef hier en daar te kampen heeft met een zekere woordarmoede gepaard aan 'n overbodige rijmdwang, die enigszins wrevelig werkt.Chrispijn kan daar natuurlijk onmiddellijk ,,Jacob Olie" tegenover zetten, wat zonder meer een goed nummer is en bewijst dat Rob de materie wel kent, maar dit versterkt toch de indruk dat hij ten aanzien van andere nummers wat slordig te werk is gegaan.

Wat mij opvalt is dat Herman van Veen in dit nieuwe programma het luchtige element wat verwaarloost. Zijn terloopse humor in de verbindende tekst woog niet op tegen de zwaarmoedigheden die de zaal te verwerken kreeg en daardoor kreeg de avond een Wat weemoedig karakter. Dit alles neemt echter niet weg dat

het Delftse publiek zich zeer enthousiast betoonde over het optreden van Herman van Veen en ik neem aan dat het hem daar om te doen was.



Wim J. Smit