TROUW
Rinske Wels

Schrijfduizendpoot hield van eenvoud

4 aug 2003

AMSTERDAM - Nederlands studeerde hij. En geschiedenis. Precies die twee studies kwamen hem prima van pas bij het schrijven van liedteksten, essays, recensies, (kinderverzen en wat al niet meer. Willem Wilmink was een schrijfduizendpoot. Zaterdag overleed hij op 66-jarige leeftijd in zijn woonplaats Enschede, na enige tijd ernstig ziek te zijn geweest.


Wilmink, die in Enschede werd geboren, was een Tukker in hart en nieren. Hoewel hij van 1960 tot 1978 in Amsterdam moderne letterkunde doceerde, bleef hij de grote stad en het westen van het land met argusogen bekijken. Een gedreven leraar was hij, met een grote liefde voor de literatuur in al haar verschijningsvormen. Hij had vanaf het eerste moment een zwak voor genres die in het verdomhoekje zaten, zoals volksboeken, jeugdliteratuur en ook liedteksten.

Wilmink had regelmatig aanvaringen met zijn collega-docen- ten die niet konden wennen aan de hedjesschrijverij, die steeds belangrijker voor hem werd. Vanaf 1965 publiceerde hij ook essays en gedichten en vertaalde hij verhalen en gedichten in literaire bladen. Van 1968 tot 1977 schreef hij poëzierecensies voor onder meer De Tijd en Spektator. Zijn studenten echter hingen aan zijn lippen vanwege zijn grote vertelkunst en brede kennis.
En vanwege de roem die hun docent steeds meer ten deel viel. Zo gebruikte de leden van Cabaret Dón Quishocking al tijdens hun studie teksten van hem. Jan Boerstoel, Hans Dorrestijn en Ivo de Wijs raakten door Wilmink danig beïnvloed in hun eigen schrijfkunst.

Taalkundig waren Wilminks liedjes altijd tot in de puntjes verzorgd. Of het nu ging om een ode aan Speenhoff, een vertaling voor Herman van Veen of een van vele kinderliedjes en -versjes die hij schreef. Misschien wel het simpelste lied was meteen het doeltreffendst. Voor de 'Film van Ome Willem' schreef hij het beroemde 'Deze vuist op deze vuist'. Zijn kinderrepertoire was over het algemeen blijmoedig en optimistisch.
Televisieprogramma's als De stratemakeropzee-show, Sesamstraat, Het Klokhuis en de nummers voor Kinderen voor Kinderen hebben daar van getuigd.

Wilmink had de gave om in zijn teksten voor volwassenen zelfs het ergste leed met gepaste ironie tegemoet te treden, zonder daarbij de pijn en het verdriet te ontkennen. De melancholie is daarbij vaak subtiel tussen de regels door gevlochten. Wilmink was geen man die zich veel vrijheden permitteerde in zijn liedteksten; metrum, ritme en rijm klopten altijd. En je kon wel met hogere onderwerpen be zig zijn, die moest je dan wel aards en toegankelijk behandelen. Eenvoud voor alles, was zijn motto. Maar dan wel eenvoud met inhoud en het liefst zeer herkenbaar geschreven, waardoor het lied kon troosten.
Zonder bijvoorbeeld ooit een voet in Neder lands Indië gezet te hebben, schreef hij voor Wieteke van Dort 'Arm Den Haag' met de regels:

Ach, kassian, het is voorbij.
Kassian het is voorbij /
Den Haag, Den Haag,
de weduwe van Indië ben jij.

Niet alleen Herman van Veen, Joost Prinsen, Jenny Arean en Adèle Bloemendaal hebben zijn werk uitgevoerd, Wilmink zong ook zelf. Als klein ldnd wilde hij 'zanger met een cowboyhoed worden'. Hij zong jarenlang met de groep Jakkes en begeleidde zichzelf op accordeon.

"Ik ben nooit ouder geworden dan elf jaar", zei Wilmink ooit Dit weekeinde stierf een 66-jarig man van elf.
De troost schuilt in de vele prachtige liedjes die hij achterlaat.



Rinske Wels