Limburger
WILLEM K.COUMANS

Herman van Veen was hier

4 mei 1991

In de Bonbonnière van Maastricht zit je abominabel. Zegt Piet van Hest, de nieuwe schouwburgdirecteur. Theater moet een feest zijn. Ik zit prinsheerlijk in de Bonbonnière en pleit voor het behoud van een gebouw dat tweehonderd jaar theatercultuur vertegenwoordigt. Ooit was het een kerk, een sacrale plek, ook al een reden om voorzichtig met de Bonbonnière om te springen. Laat niemand aan de Bonbonnière komen. Ik ben daar in de buurt gaan wonen en houd een oogje in het zeil.


Wie daar twee avonden in zijn element was? Herman van Veen. "Met protestants vertrouwen volhardt hij er-in, dat de loop van de we-reld ondanks alles beheers-baar is, dat ons jammerlijk verbruid lot toch nog de wending van het sprookje neemt." Schreef iemand in het programmaboekje van zijn nieuwe show. En inder-daad: Herman van Veen is het protestantse broertje van Toon

Hermans. Herman heeft veel gemeen met Hermans, is al even dartel en lyrisch, maar de toon van Toon is katholiek gekleurd, de grote clown is altijd een Limburger met een roomse jongenskiel gebleven, die geen last had van een wrekende god. In de stem van Herman van Veen daarentegen zit een kerkgalm. Er zit iets van een dominee in hem, iets van zelfkwelling. De dood zit hem op de hielen, en wat hij ook doet en tovert, hij weet het einde nabij.

Maar voor zijn fans is elk optreden van Herman van Veen een feest, met weemoed gekruid. Hoe zou je het liefst willen sterven? Een vraag die graag gesteld wordt aan bekende figuren. Vaak genoeg hoor je dan: in de armen van mijn vrouw. Toon Hermans zou het gezegd kunnen hebben, maar zijn vrouw is eerder gegaan. Herman van Veen bekende in Maastricht, het liefst samen met zijn vrouw het hoekje om te willen gaan. En dat op die plek viooltjes zouden bloeien. Zoiets zal een katholiek nooit verlangen. God kan het wel, maar waarom zou hij?

Herman van Veen was hier. Theater kan een feest zijn. En voor het overige zijn er de woorden van de dichteres Emilv Dickinson:
Ik denk maar, wij gaan dood
De grootste Levenskracht weert het Verval niet af. Maar wat dan nog?



WILLEM K.COUMANS