de Volkskrant

Herman van Veen vindt Nederland te klein

4 april 1968

„Kan ik het allemaal wel waar maken?"


(Van onze verslaggever) UTRECHT, 4 april — Wim Kan heeft gesproken. En hij heeft gezegd: „Herman van Veen deed me van verbazing én van de lach bijna van mijn stoel tuimelen. Een prachtig talent, hij is nog volkomen onbekend maar hij heeft een zeer goede toekomst in dit vak in handen". En Nico Scheepmaker heeft al een rijtje van de Grote Vier ongesteld: Toon Hermans, Wim Kan, Wim Sonneveld en Herman van Veen.



Het onderwerp van alle uitbundige kritiek is er slechts een heel klein beetje confuus van. Helemaal onverwacht is het namelijk niet gekomen. Herman van Veen (23) is tenslotte al vier jaar met cabaret bezig. Hij zegt, in zijn Utrechtse woning naast het inmiddels ontruimde pand van de beruchte Ouwe Nol: „Natuurlijk ben ik geweldig blij met alle publiciteit. Het is te gek gewoon. Maar het heeft me niet verrast. Op een gegeven moment schijnt zoiets te moeten gebeuren. Dan breekt het als een steenpuist open en je krijgt alle kranten over de vloer."

Sinds augustus vorig jaar is de blonde Utrechter met zijn groep Harlekijn beroeps. Zijn gezelschap bestaat dan — behalve Herman — uit zangeres Floortje Klomp en een vijf man sterk orkest. Het laatste is niet zo vreemd voor wie weet dat Van Veen het Utrechtse conservatorium heeft afgelopen. Hij zegt: „Je weet nooit wat er gebeurt. Ik heb het diploma MO muziekleraar. Hoewel ik niet hoop dat ik er ooit gebruik van zal moeten maken."

De plannen van Herman van Veen (getrouwd, binnen enkele weken wordt hij vader) gaan in een andere richting. „Ik wil me op het buitenland gaan richten. Nu nog niet maar over een jaar of vier. Ik wil alle facetten van het theater leren kennen. Het moet een Engelstalige show worden die ik in Engeland. Frankrijk en Amerika kan opvoeren. Ik ben nu nog jong. over vijf jaar ben ik pas 28 mijn kansen liggen dan toch véél beter dan die van Toon Hermans die óók nog naar Amerika wil?"

Waarom wil hij niet in Nederland blijven?
"..Ik voel me Nederlander. Het is belangrijk dat een Nederlander is presteert in het buitenland. Zo'n Kees Verkerk die wereldkampioen wordt, dat vind ik iets geweldigs. Als ik dan de Nederlandse vlag aan de hoogste mast omhoog zie gaan. dan denk ik: wij Nederlanders doen het nog niet zo gek."
Bovendien: "Amerika is voor mij een soort walhalla, waar je het vak leert. Een Sammy Davis, een Frank Sinatra, noem maar op. Het echte theater, waar je de grootheden van je eigen tijd kunt leren kennen. En hoe kom ik in Amerika? Geld heb ik niet, dus moet ik het wel doen op de manier die ik me heb voorgenomen. En dat mag misschien verdomd eigenwijs klinken, maar zo is het nu eenmaal. Als het niet lukt, tja, ik weet het niet. Ik denk niet dat er dan van Herman van Veen veel overblijft."


geweldig


Voorbeelden aan wie hij zich spiegelen wil? „Danny Kay. dat vind ik zoiets geweldigs. En Yves Montand, Marcel Amont, Jacques Brel. Dat enorme plezier, die geweldige inzet. Die mensen gaan nat van het tonee, iedere voorstelling opnieuw." Vergelijkingen trekkien met deze idolen gaat hem voorlopig te ver. "En van de dingen waaraan ik vaak denk is: zul je de mensen in de toekomst niet teleurstellen? Kun je het allemaal wel wáármaken? Die publiciteit is soms een beetje beangstigend.

Van (maatschappelijk of politiek) engagement heeft Herman van Veen tot heden geen last gehad. ..Ik ben een clown, een harlekijn. Ik wil ontspanning brengen. De mensen krijgen al genoeg rottigheid thuisbezorgd, via de brievenbus. Maar ja ... over tien jaar denk ik daar misschien' wel anders over. Wie zal het zeggen? Als ik er behoefte aan krijg om me met de actualiteit bezig te houden, dan zal ik dat vast en zeker doen."
Achtereenvolgens noemt Herman van Veen zich zelf „harlekijn'', „clown", "cabaretier" en "zanger". Om nadere toelichting gevraagd geeft hij te kennen dat hij het meest prijs stelt op de betiteling „zanger". Hij zegt: „Ik ben zanger, want ik zing. Maar, eh, ik ben óók harlekijn. Ik parodieer een heleboel dingen. Ik overdrijf de dingen. Net zoals een verkoper een aspirantkoper wijs maakt dat de auto nóg roder is dan-ie in werkelijkheid is."


Herman van Veen (vanavond in een eigen programma op de televisie, via Nederland I, 21.55—22.30 uur) heeft geen enkele behoefte aan een verhuizing naar Amsterdam, de stad die toch het Mekka voor aankomende artiesten heet te zijn. Hij zegt: „Dat wereldje. met al die hippe vogels en zo. dat hoeft voor mij niet zo nodig. Het is vaak dolkomisch, die hele troep. Dat lieve, schattige wereldje. Ik ben de zoon van een typograaf, weet je wel. Ik heb er niets op tegen, hoor, van mij mogen ze, maar zelf ben ik helemaal geen hippe vogel, weet je wel."