ZWOLSE COURANT
Dick Laning

Herman van Veen maakt van elke mug een lieve olifant

4 mrt 1996

THEATER Herman van Veen. Met Erik van der Wurff (piano) en Nard Reijnders (saxofoons, accordeon). Ogterop Meppel, vrijdag 1 maart.

'Als ik iets zou mogen wensen, zou ik in verlegenheid zijn. (...) Een beetje geluk zou ik willen. Maar als ik heel gelukkig was, zou ik heimwee krijgen naar de treurigheid.'


Met Herman van Veen weet je nooit welke kant het opgaat. Denk je hem te grazen te hebben, huppelt hij prompt in tegengestelde richting. Een eenrichtingsweg komt in zijn verkeersplan niet voor. Hij lijkt achter elke mooi spelende fanfare aan te willen lopen. Maar één ding staat vast: heeft een fanfare zijn hart gestolen, dan klinkt het koper zoals het nooit geklonken heeft en slaan de trommelaars een ritme dat geen ziel onberoerd kan laten.

Herman is terug. Vijf jaar was hij niet op de Nederlandse podia te zien. Het weerzien is warm, van beide kanten. 'Zingen lukt me beter dan zwijgen', zegt hij. Alsof we dat vergeten waren. Herman is terug. Het lijkt een dag geleden, een week hooguit. Tuurlijk is Herman terug, hij staat er weer alsof dat zo afgesproken was. Vanzelfsprekend, vertrouwd, dezelfde Herman, dezelfde galm die elke theaterzaal een godshuis maakt, dezelfde tederheid die je even raakt, als een vluchtige kus, een liefkozing, net lang genoeg voor geluk, zo kort dat het niet klef wordt.

Veel bekends opnieuw verpakt, flarden van teksten, klassieke melodietjes, vleugjes toen en toefjes nu. Hij is amper veranderd, of het zou de rust moeten zijn die hij uitstraalt, een vertrouwenwekkende zelfverzekerdheid. Het lijkt alsof het buitenland hem heeft geleerd dat hij persoonlijkheid genoeg heeft om een avond te boeien, zelfs als hij niet na elk lied de pias uithangt. Hij durft te zwijgen, al gaat het zingen hem inderdaad nog steeds beter af.

Af en toe hakt hij er even lekker in, maar centraal staan de onafgemaakte gedachten, die ongrijpbare wendingen, de constante afwisseling van verdriet en plezier, telkens even de diepte in om met woeste gebaren weer boven te komen en zijn gedachten te laten voor wat ze zijn.
Herman van Veen wil niet kiezen, hij wil delen en weet van elke mug een hele lieve olifant te maken. Het is de magie van het weinige, tierelieren over de diepste gedachten met een stem die betovert. Als hij de woorden leest die op een schutting zijn gekalkt, komt hij, misschien onbedoeld, dicht bij de kern van zijn unieke, maar onbenoembare podiumkunst. Want net als die woorden zijn zijn gedachten oprecht en onafgemaakt; soms diepzinnig dan weer onzinnig. Mooie idealen, feestelijk verpakt.



DICK LANING