ZUTPHENS DAGBLAD
Ton Oliemuller

Herman van Veen past in twee Duitse theaterculturen

3 november 1987


DEN HAAG - Voor een paar dagen terug uit Oost-Duitsland hield zaterdagavond Herman van Veen de bomvolle PWA-zaal van het Nederlands Congresgebouw bezig met zijn one manshow. Dit ter introductie van zijn op die dag verschenen jeugdboek 'Donkerlokje en het land van licht', waarvoor de opbrengst bestemd zal worden voor de Dr. Daniël den Hoed-kli- niek te Rotterdam. Hier krijgen jeugdige leukemie-patiëntjes de best denkbare verzorging. Voor de inrichting van dit ziekenhuis is twee miljoen nodig. Via de Stichting Colombine van Herman van Veens 'Harlekijn' kwam al 450.000 gulden binnen.


Na afloop van de voorstelling kreeg dokter A. Hagenbeek, die met zijn staf' de jonge zieken medisch behandelt,, van Herman van Veen dit bock aangeboden, alsmede het bedrag dat tot op heden werd ontvangen. Vanaf vandaag is dit boek in de handel verkrijgbaar. In het voorjaar zal samen met van Veen en doktor Hagenbeek op AVRO-tv een speciale uitzending aan deze actie worden gewijd.

Van Veen is intussen al weer vertrokken naar Wallonië, waar hij op veelvuldig verzoek nog een reeks voorstellingen geeft van zijn show. Daarna wachten hem ook nog tien dagen optreden in het gloednieuwe Parijse avant garde-theater 'Le Cigale'. In Oost-Duitsland heeft hij bovendien zo zeer tot de verbeelding van zijn publiek gesproken, dat hij binnenkort daarheen terugkeert om nog eens een tiendaagse tournee te maken.

In Oost-Berlijn werd hij door zijn publiek na afloop van de voorstelling op het balkon van het theater geroepen waar hem een openbare ovatie ten deel viel. Deze huldiging liiït in het verlengde van zijn manier van optreden in andere zalen van Europa, waar hij gewend is zijn voorstelling af te sluiten met een wandeling door de zaal over de stoelen heen dan wel via de gangen van hel theater. Pas in de loop van december eindigen voorlopig de theatervoorstellingen van Van Veen. Hij gaat dan de opera 'Pol' schrijven, handelend over Pollelje Piekhaar, een werkstuk, dat samen met het RO theater begin volgend jaar op de planken moet.


Glasnost


Volgens Herman van Veen werkt de glasnost, de nieuwe openheid in de socialistische landen, ook in het theater door. Het publiek treedt hem niet alleen opener tegemoet, maar zelf' heeft hij het gevoel zich vrijmoediger optreden te kunnen permitteren. zoals hij het miltairendom belachelijk maakt met zijn grootmodel-kapiteinspet, die bij plaatsing op het hoofd dreunende en dreigende marsmuziek oproept, daarvan is ook het oostduitse publiek onder de indruk. Hij bracht daar al de kindermusical ,'Jodocus Kwak' met ,,al het gesnater in het water", dat hij ooit in het Haagse Congresgebouw ten doop hield samen met het Residentie-Orkest.
Hij vertelt hierover; „Men kent mijn werk daar. Geluids- en beeldbanden over mijn optreden gaan daar van hand tot hand. Van de Westduitse tv en radio af maakt men kopieën. Dat gebeurt ook met mijn platen. Al mijn in West-Duitsland verschenen elpees kan men door middel van gekopieerde banden ook in Oost-Duitsland krijgen."

In de Oostduitse belangstelling voor zijn persoon speelt nog een ander verschijnsel mee. Aan weerszijden van de muur bestaat een andere theatercultuur. „Mijn optredens in Wesl-Duitsland," zo zet hij uiteen, „dragen het karakter van popvoorstellingen in grote hallen met duizendcn mensen en met het zwaartepunt op de muziek. In Oost-Duitsland ziet men in mij vooral een Liedermacher, een man die zijn eigen teksten schrijft en zingt en om aandachtige toehoorders vraagt."

Tot zijn onuitsprekelijke geluk vallen die twee talenten in hem samen. Hij noemt zich een entertainer in de stijl waarmee ons land vertrouwd is, van Kan tot De Jonge. Als 'vermaker' speelt hij schijnbaar chaotisch met tal van technische trouvailles en filosofische tekst, welhaast een clowneske tovenaar, waarbij hij op sommige momenten het loskomende applaus eigenhandig begint te dirigeren. Bovendien beschikt hij over de gave van een mooie stem.
Aan het samenvallen van beide mogelijkheden in hem, het passen in beide theaterculturen schrijft hij zijn succes toe.



Ton Oliemuller