Eindhovens Dagblad
ROB SCHOONEN

Tijdloze clown knettert er weer onbarmhartig op los

3 sep 2004

Tournee 2004/2005 Herman van Veen. Met: Erik van der Wurff, Edith Leerkes en Wieke Carcia. Gezien: woensdag, Stadsschouwburg Eindhoven. Vanzelfsprekend is er de rijst, die nu eens niet door hemzelf, maar op een wel heel bijzondere manier door percussioniste Wieke Garcia over de hoofden van de bezoekers wordt uitgestrooid en even vanzelfsprekend is er - heel eventjes - de clownsneus.


Het zijn vaste ingrediënten in elke voorstelling van Herman van Veen en woensdag was het in de Eindhovense Stadsschouwburg niet veel anders. Rijst brengt immers geluk, zo is de stellige overtuiging van Van Veen en die clownsneus, die hoort simpelweg bij hem, vooral als die is gemaakt van rozenblaadjes. Van vernieuwing is nauwelijks sprake in deze bijna drie uur durende uitvoering, van vakmanschap des te meer. En dan; de bijna zestigjarige artiest hoeft zich zo langzamerhand ook niet meer in bochten te wringen om nieuwe dingen te bedenken. Sterker: hij heeft een geheel eigen stijl en beeldtaal ontwikkeld die staat als een huis. Zo er al sprake is van nieuwe invalshoeken, dan zit dat in kleine gebaren, subtiele afbrekingen of verrassende wendingen.


En dus zijn er veel herkenbare elementen; van het ingetogen gezongen 'Liefde van later' (een prachtig arrangement van vaste kracht Erik van der Wurff) tot en met het bekende 'Zo vrolijk', dat halverwege plots een heel andere, keiharde tekst meekrijgt.
Al even natuurlijk knettert Van Veen als hij spreekt of zingt over de huidige president van Amerika en diens navolgers in het Catshuis en hun onvermogen om met misstanden om te gaan. Opmerkelijk overigens dat er na die onbarmhartige uitspraken een zucht door de Eindhovense zaal wordt geslaakt. Mogelijk heeft dat iets met de gemiddelde leeftijd van de bezoekers van doen.

Armoede, eenzaamheid en on macht; Van Veen gaat er net zo makkelijk mee om als met ogenschijnlijk triviale zaken als zijn snurkende vader of de vraag of hij een trap óp of juist afloopt.
Mooi is het eerbetoon aan zijn niet zo lang geleden overleden vriend en tekstschrijver Willem Wilmink, waarna hij - en daar toont zich het theaterdier Van Veen - de zaal heel simpel om de vinger windt door mee te doen met het bekendste liedje van Wilmink.
De Utrechtse voetbalsupporter van weleer heeft plaatsgemaakt voor een al even Utrechtse stukadoor die pal staat voor zijn lesbische echtgenote en ook de symbolische bal - een ontsnappingsmogelijkheid voor als het mis mocht gaan - is onderdeel van deze voorstelling.

Het tekent Van Veen dat hij veel ruimte geeft aan de onbetwiste kwaliteiten van Garda, Van der Wurff en aan gitariste Edith Leerkes, die net zo makkelijk klassiek speelt als een rauwe blues uit haar gitaar rammelt.
Hij mag dan zo nu en dan tekstbladen nodig hebben, het is Van Veen vergeven; een meer waarachtige clown is er niet.



ROB SCHOONEN