Limburgs Dagblad
Jacques J. d'Ancona

Herman van Veen kijkt terug op New York

"De bom heb ik laten ontploffen, maar over gezongen heb ik niet"



3 juli 1984
HILVERSUM - De roekeloosheid om een atoomexplosie te laten horen tijdens zijn jongste, eenmalige concert in New York is de entertainer Herman van Veen ter plekke niet in oprechte dank afgenomen. Maar wezenlijke kritiek was er niet, constateert hij, terugkijkend op het tweede Amerikaanse avontuur dat hem in zijn eigen termen 'heel gelukkig' stemt.


Het optreden in Carnegie Hall leidde in een deel van de Nederlandse pers echter tot een negatieve berichtgeving. Herman bestrijdt die tendens. „Er is door de Newyorkse correspondent Bernard Hammelburg geschreven dat er die avond 400 mensen waren. Ik kan het borderel tonen. De voorstelling heeft een kleine 900 bezoekers, getrokken. Boven zaten ook mensen...". Negenhonderd, vindt Herman, is nog altijd goed voor een uitverkochte grote Nederlandse schouwburg.
Hij heeft daar dezelfde show gebracht als in Parijs en (naar hij zegt) consequenties getrokken uit de reacties in de Amerikaanse pers na zijn voorstellingen in december '82.
Toch speelde hij ook nu weer de clown en bracht hij mime-acts, terwijl het duidelijk is dat het grote publiek in de Verenigde Staten volgens de formule van .het spetterende theatercircus de Europeaan Herman van Veen als chansonnier, als zanger wil horen. Voor zijn getuigende verhalen en zijn boodschap kan het kleindere non-show-circuit van Broadway hem ongetwijfeld een publiek bieden dat die teksten aan kan en graag wil horen. Ook in Amerika bestaat verwantschap met zijn ideeënwereld en maatschappijvisie. Dat heeft weinig te maken met een gelikte theatershow.


Overleven


Er is echter een forse investering nodig om daar als buitenlander een tijd te staan. Als artiest kun je alleen overleven als je de kans krijgt iets op te bouwen. Dat lukt niet in één week, zoals eind '82 pijnlijk gebleken is. Is dat te realiseren?
Herman van Veen: „Er zijn interessante perspectieven en er is niet één echt negatieve reactie geweest. Voor de New York Times die me destijds volledig afbrak, blijf ik overeind. De recensie is niet juichend, maar de vooruitgang wordt gesignaleerd. Ik ben nu aanvaard met wat ik wil zijn en met wat ik kan".

Inderdaad. Maar hij mist kansen voor open doel. zegt de krant. Een andere kritikus dan de gevreesde Frank Rich van destijds schrijft dat Van Veen de Chaplin-achtige kant uit wil, maar met zijn zingen al veel verder is. Shirley Maclaine zag de voorstelling ook opnieuw. Herman:

„Ze houdt zich niet zo op de vlakte als. toen. Ze vindt dat ik gegroeid ben in vergelijking met de vorige situatie. Ik heb het gevoel dat ik de rest van mijn leven welkom ben in New York".
Seth Gaaikema ook in Carnegie Hall bij het Van Veen-concert tijdens een eigen toerneetje naar de VS en Canada voor Nederlandse clubs vindt dat Herman halverwege is. Ook hij zoekt het sterke punt voor Van Veen's Amerikaanse toekomst in de songs. Wél heeft hij opgemerkt dat er een aanzienlijke hoeveelheid Nederlanders in de zaal zat.


De bom


Het liedje 'De bom valt nooit' heeft Van Veen niet gezongen in New York. Dat hadden Nederlandse kranten dus niet mogen schrijven, vindt hij. „Wel heb ik in Carnegie Hall de bom laten ontploffen, aldus insiders en theatermensen, op de dag dat de Nederlandse regering, het plaatsingsbesluit rond de kerwapens bekend maakte".

Inmiddels staat hij in eigen land aan de top met zijn nieuwe elpee 'Signalen'. „Vijftien jaar is blij baar niet voor niets geweest", denkt hij. „Je komt niet net kijken. Misschien dat het effect van de film 'Ciske de Rat' ook meespeelt". Op die plaat staat het hitje 'Hilversum III'. Een tekst die niet van Herman van Veen zélf is. Willem Wilmink, een van zijn lijfschrijvers, is de auteur. De melodie is van oorsprong Duits: 'Lang schó nimma g'sehn'.



Jacques J.d'Ancona