Utrechts Nieuwsblad

Ondanks feilen goede prémière keldercabaret

3 mei 1965

UTRECHT, 3 mei — In meer dan één opzicht kan het idee van een cabaret-chantant, zoals dat zaterdagavond zijn première beleefde in de Persepolis-kelder, een gelukkige gedachte worden genoemd. Utrecht sluit zich daarmee in de rij van de steden, die gehorig aan het modeverschijnsel hun inwoners en bezoekers enkele uren kunnen onderbrengen in een cabaretkelder of cafeetje. Juist op dat punt speelt de Domstad weer een ondergeschikte rol, want kwalitatief .kan men zich zonder twijfel niet meten met andere gelegenheden als deze. Het is niet verwonderlijk, wanneer men bedenkt, dat hier moet worden gewerkt met amateurtalent. Wat er zaterdagavond werd geboden en naar wij aannemen ook de komende maanden nog uit de bus zal komen, is met voorbijzien aan de amateuristische tekortkomingen een bezoek van elke cabaret-minnaar niettemin volledig waard.


Belangrijkste verdienste van het Utrechtse cabaret is ongetwijfeld de verscheidenheid. Wanneer men erin slaagde deze gemêleerdheid aan te houden en mogelijkerwijs nog uit te breiden en de beginfeilen kunnen worden bijgeschaafd, ligt het succes dat dit initiatief beslist verdient, binnen het bereik. Het zal geen gemakkelijke opgave zijn, maar men mag zich verzekerd weten van de steun van een, naar zaterdag bleek talrijk en enthousiast publiek.

Een van Utrechts cabarët-voor-. vechters, Hennie Oliemuller, beet zaterdag op Bomansiaanse wijze de spits af met een parodisch praatje over de jazz en zijn coryfeeën. Een vlotte babbel met leuke vondsten („Aart Blekie is gearresteerd wegens de handel, in oorverdovende middelen"), die hij later voortzette in een beschouwing over Utrecht (,,En dan Hoog-Catharijne, alles wordt daar nieuw, alles gaat tegen de vlakte. De kapel van de Eeuwigdurende Aanbidding en zo....").

Het vrouwelijk element is in dit cabaret vertegenwoordigd in dit aardige figuur van Dominique. Zij heeft tot taak de verschillende onderdelen aan elkaar te praten, iets wat zij kruidt met declamatievoordrachten. Het was zonder meer een van de teleurstellendste intermezzi, iets wat misschien kan worden geweten aan een overdosis van nervositeit. Het is te hopen. Geen spoor van nervositeit bij Joris Schiks (René Vos is dood. leve Joris"), die afgezien van zijn ,,Ich habe meine Tante geslachtet!" met een geheel nieuw programma voor hel voetlicht kwam Zeer geslaagd vonden wij zijn baby- act met als climax een sneer op het USA Living Theatre. Het shock-element en een helaas wat te geforceerd zedeprekerige aanklachttoon markeerden zijn andere liedjes, waarvan wij ,,Platen-Johnny" en „De Psychopaat" de beste vonden.

Het muzikale gedeelte werd verzorgd door het piano/vioolduo Laurens van Rooyen-Herman van Veen. Zij speelden - overigens niet altijd even vlekkeloos - werken van Corelli, Bartok en Bela (Van Veen droog reagerend op te vroeg applaudisserend publiek: „Een sonate heeft altijd vier delen").
Gasten in dit programma waren de zanger/gitarist Frans Weisenbach, die beheerst werk liet horen en zich een waardig remplacant toonde van de deze avond verhinderde Ronnie Grant. Tweede gast was de Apeldoorner René van den Beld, die onlangs optrad in .Hennie Oliemullers „Muzeval". Hij bracht met veel succes hetzelfde programma als vorige maal, waarin ook nu het Luipaardnummer weer het hoogtepunt van de avond was.