Rijn en Gouwe
Henk Langerak

Pompen als een boer in de polder

3 apr 1995

Herman van Veen is 50 geworden. De NCRV viert dat met een documentair portret dat morgenavond (20.30 uur, Nederland 1) wordt uitgezonden. Daarin fragmenten uit zijn eigen video-plakboek, maar ook gesprekjes met mensen die belangrijk waren in zijn leven, zoals vioollerares juffrouw Doornekamp, zijn pianist en vriend Erik van der Wurff, Monique van de Ven, Shirley McLaine, prinses Irene, Peter Ustinov en Toon Hermans. En met uitspraken van hemzelf: "Als ik in de spiegel kijk, zie ik alsmaar meer van m 'n vader. Dat is overigens geen vervelend gezicht. " De tv-uitzending was aanleiding voor een gesprek.


HILVERSUM - Juist omdat hij zo vaak en soms lang onderweg is in allerlei buitenlanden is Herman van Veen Nederland steeds meer gaan waarderen en herkennen. "Wat opvalt is de kracht en de mespoge, waardoor je leert objectiveren. Soms is dat schrikken omdat je zelf deel uitmaakt van die werkelijkheid die je observeert. Maar toch blijft dit het enige land waar ik me echt thuis voel. Ik woon hier ook nog steeds."

Waarom Nederland boven alles zijn voorkeur blijft houden probeert hij in drie zinnen uit te leggen; "Omdat elke grasspriet in Nederland een mening heeft en mag hebben. Er is geen land ter wereld waar zoveel geloven in de vaas passen en nergens anders kun je de vijand van alle kanten zien aankomen en er iets tegen ondernemen. Dat zegt zowel iets van de geografische als van de psychologische aspecten. In Nederland loop je nooit met oogkleppen rond."
In zijn theatershows is, voor de buitenlander die er oog voor heeft, zijn Nederlandse afkomst symbolisch verbeeld door het veelvuldig gebruik van de kleur blauw. "Waar zijn de grote Nederlandse schilders beroemd mee geworden?" vraagt de violist, entertainer en zanger om er vervolgens snel zelf het antwoord op te geven. "Luchten! Lichtinval! Waar kijk je zelf naar als je met griep op bed ligt? Naar de wolken. Dat hebben wij allemaal. Buitenlanders vallen om van verbazing als ze zien hoe je door onze huizen kunt kijken. Wij hebben daardoor iets met dat licht.

Het blauw in mijn shows is daar een metafoor voor. Ik sleep Holland mee in mijn werk. Ik kom ook met een omgeslagen paraplu het toneel op, zodat de mensen weten: hij komt uit het land van wind, regen en voorbij- trekkende donderwolken. Uit dat perspectief moeten zij mijn shows bekijken."

Vijf jaar heeft Van Veen al niet meer in Nederland opgetreden. Niet omdat de mensen hem niet meer zouden mogen, nee, de verkoopcijfers zijn in Nederland constant, zegt hij. 't Is toeval, omdat hij een paar aanbiedingen niet kon laten lopen. Zo mag hij nog een keer in het beroemde Parijse theater Olympia staan, dat binnenkort moet sluiten. "Kijk, en de schouwburg in Hengelo staat er volgend jaar ook nog."
Nee, Nederland zal hij nooit verloochenen, al is de waardering in Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, België, Engeland of Amerika nog zo groot. "Het Nederlands is toch de enige taal die ik echt goed beheers. In Duitsland staat er een andere vent; omdat ik beperkter in die "taal ben. Dat geldt voor Frankrijk en Engeland ook. Ik werk in die landen, maar mijn taalbeheersing is daar bij lange na niet wat ik nu met jou uit- wissel. Dat heeft ook voordelen, want je kunt makkelijker werken als je niet belast bent. Maar ik kan in het Frans niet tegen iemand zeggen: zullen we een ommetje maken." Zijn basis is de muziek, maar niettemin ziet Herman van Veen zichzelf als een telg van het Nederlandse cabaret. Dat je van huis kunt gaan en als een ander mens kunt terugkeren. Als je een documentaire maakt in Afrika grijpt je dat aan. Het is wat anders als je leed van de televisie kent of er zelf bent geweest en meemaakt. Honger kun je op de televisie niet ruiken. In het echt wel. Daar heb ik ongelooflijke moeite mee gehad. Dan kom je echt als een andere vent terug."

Terugkerend naar je theaterwerk. Je maakt toemees van driejaar door Europa. Hoefje drie jaar geen nieuw programma te bedenken.

"Maar er verandert onderweg veel hoor. Soms is na drie maanden de helft al anders omdat de werkelijkheid verandert. Een. voorbeeld: de muur is omgevallen. Dan heeft een liedje waarin je jouw' steentje bijdroeg ineens geen zin meer. En ook per land moet je je aanpassen. Iets simpels: de kleur bruin wordt in Zwitserland onmiddellijk geassocieerd met chocolade omdat Zwitserland daarvan de grootste producent is. Zing je datzelfde bedje met hetzelfde woord bruin in Beieren, dan zie je de hoofden tussen de schouders verdwijnen, want dan gaat het ineens over fascisme. Zing je het in Antwerpen dan gaat de rechterarm gesrrekt omhoog: vijf pils. Dan is het meer een grap. Zo moet je je voortdurend realiseren wat iets per land betekent en tegen welke achter

Van Veen noemt nog een praktijkvoorbeeld. De eerste keer dat hij in New- York optrad; witte schoenen, sokken, broek, overhemd. "Zegt een man op de eerste rij: This is about a housepainter. Ja, verdomme, zo zag een Amerikaanse schilder er uit. Had niemand rekening mee gehouden. Mij ging het om het dramaturgische gegeven van wit, in de zin van met een schone lei beginnen. Voor die Amerikanen kwam ik nergens vandaan, had ik geen betekenis. Blanco dus. Had ik over nagedacht. Maar ja, even vergeten dat schilders er zo uitzien. Dan hg je wel 15 minuten achter op de realiteit. Dan duurt het even langer voor je zo'n zaal weer te pakken hebt."

Waarom wil hij toch steeds opnieuw, in steeds weer nieuwe plaatsen in Europa, maar ook in Amerika, het publiek veroveren. Soms in kleine zalen staan of in grote waar nauwelijks publiek komt? "Omdat het fascinerend blijft. Ik ben een reiziger. Ik vind het prachtig om in een nieuwe stad te komen, mijn verhaal te vertellen en terug te keren met de verhalen van die mensen of met ervaringen die je daar hebt gehad. Voorbeeld: Ik kom in Hartford, aan de oostkust van Amerika. Belangrijk voor me omdat ik daarna naar Philadelphia moet. Vraag hoeveel kaarten er zijn verkocht. Geen een. Niks, helemaal niks. Ik was echt in paniek, ga somber in een univer- siteitskantine een kop koffie drinken. Een wat oudere serveerster merkt dat, vraagt wat er aan scheelt en ik vertel. Zij wil wel komen 's avonds. Ik zeg mens, neem de hele straat, de hele buurt mee."
"Ze druppelen, 35 man sterk, een half uur te laat de zaal binnen. De belangrijke journalist uit Philadelphia, die er voor kan zorgen dat er straks misschien 100 man in de zaal zitten, moet ook wachten. Ik doe mijn show en hoor helemaal niets. Ik sta 20 minuten te pompen als een boer in de polder, maar het bleef stil. Water in m'n schoenen. Zelfmoord leek de enige uitweg."

"En dan ineens, in een stilte in het programma, hoor ik een oude kerel zeggen: Bless that man. En al die anderen: Yeh! Dat was fantastisch. En dan moet je mij niet gaan vertellen dat het niet leuk is om in een zaal waar 1.500 mensen in kunnen voor 35 man te spelen. Het was bovendien een prachtig verhaal voor de collega van jou uit Philadelphia. Want wat dacht je, toen ik daar kwam zaten er meteen 750 mensen in de zaal, die het prachtig vonden dat die gek uit Holland voor 35 mensen had opgetreden. Die wilden zij ook wel eens zien."



Henk Langerak