Eindhovens Dagblad
Max Steenberghe

"Ik ben een liefhebber."

3 april 1989

In de Antwerpse Schouwburg staan ze al een tijd op hem te wachten. Terwijl we opruimen grinnikt hij. "Het zal niet makkelijk worden. Ik kan wel op elke vraag een eenvoudig antwoord geven, maar zo werk ik niet. Ik probeer van alles wat je vraagt ook het tegenovergestelde te laten zien. Ik geloof niet in vaststellingen, ik probeer continu in beweging te blijven. Dat was als kind al zo. Als de meester zei: 1 en 1 is 2, zei ik: voor mij kan het ook vier zijn. En die drie appels in die schaal zijn voor de meester misschien drie appels, maar voor mij kunnen het er ook zes zijn. Of 624 pitten."


En ook deze keer heeft Herman van Veen (45) weer gelijk. Anderhalf uur heeft hij honderduit gepraat. De meest vreemde onderwerpen draagt hij ter tafel, op de meest normale vragen volgt eerst een lange stilte, dan begint hij lukraak een verhaal, waarin hij om de drie zinnen zichzelf wil verduidelijken, maar daardoor nog verder afdrijft van het gevraagde. Stopwoordje is: 'ik bedoel dit in de zin van:' en daar gaat hij weer. We blijven achter met een tape, goed voor tien velletjes A4 volgetikt met wijsheden. Maar een coherente levensloop, een overzichtelijk verhaal? Dat zit er niet in.


Pardoes


We hadden het kunnen weten, we hebben er zelf om gevraagd. Om precies te zijn: we hebben er vier jaar lang om gevraagd. Maar vreemd genoeg laat een van Nederlands bekendste sterren zich in principe niet interviewen. "Er zijn mensen die schrijven en er zijn mensen die schrijven over mensen die schrijven. Waarmee ik niet wil zeggen dat mensen die schrijven over mensen die schrijven, niet kunnen schrijven, maar er is een verschil," zei hij ooit in een programma. Vier jaar geleden ging ons eerste verzoek om een interview de deur uit. En elk half jaar weer een. Er kwam niet eens antwoord. Volgens de machteloze promotieafdeling krijgt hij eens in de zoveel jaar de geest en zegt pardoes 'ja' tegen een gezicht dat hem dan aanstaat. Een maand geleden schreven we naar hemzelf. We zouden hem ontmoeten op een party na een première. En als hij dan recht in ons gezicht 'nee' zou zeggen, zouden we echt afhaken-. We zagen hem, schudden zijn hand en hij zei: 'Kun je morgen?'





Onberekenbaar, onvoorspelbaar, mysterieus zwijgend, maar toch zo open in zijn programma's. Het is de eerste van de vele tegenstellingen in Van Veen. Een kunstenaar van het zuiverste allooi, maar daarnaast zakenman die het onderste uit de kan weet te trekken. Nee, niet voor zichzelf. Zestig elpees, waarvan de laatste verzamelaar 'ln Vogelvlucht' 250.000 maal verkocht, maar hij is er geen cent rijker van geworden. Vrijwel alle inkomsten worden verdeeld tussen Harlekijn Holland BV en Stichting Colombine. Het laatste een good- will-orgamsatie die - vaak in stilte - projecten oppakt in Azië en Afrika. De eerste een mantelorganisatie waarin kansarme kunsten en kunstenaars gehoor vinden heeft geen zin: Harlekijn Boek (poëzie), Harlekijn Plaat (uiteenlopende werken als Joost Nuissl en de Satie-vertolkingen van Reinbert de Leeuw), Harlekijn Film (speelfilms en Tv-documentaires), Harlekijn Theater (Internationale Nieuwe Scène, Hauser Orkater. Jules Croiset), Harlekijn Danstheater, Harlekijn Blad, bij elkaar leverden ze honderden produkties.


Blauwe plekken


Herman kreeg als jochie een viool te pakken, haalde conservatorium-diploma's op dat instrument èn stem (hij is een van de meest miskende zangers) en begon in 1965 zijn tomeloze carrière. Sindsdien deed hij - behalve dat wat iedereen weet dat-ie deed- nog veel meer. Hij schreef een handvol toneelstukken, twee musicals, vijftien bundels, vijf kinderboeken, zes tv-series, een filmscript, documentaires, platen in het Nederlands, Frans, Duits en Engels (de laatste 'Blauwe Plekken' komt straks wereldwijd in vier talen uit), variërend van showregistraties tot kerstliedjes en sprookjes. En dan is hij ook nog Unicef-ambassadeur voor Nederland, een taak die hij al twintig jaar zwaar neemt. Geen wonder dat hij gewoon geen tijd heeft voor interviews. "Ik ben per dag al bijna een uur kwijt met afzeggen," klinkt het.

Nu heeft hij wat tijd voor ons. Zit in een op de rand van kitsch balancerend pompeus barok Antwerps hotel. Spij-kerbroek en blauw colbert. Hij hinkt. "Het theater hier heeft een afstapje. Dat vergeet ik wel eens." Het weinige haar is lang, peper-en-zout, krullend. De ogen licht en angstaanjagend doordringend. Tegen de verwachting in kijkt hij je bijna niet aan. Staart vrijwel constant naar buiten, praat als tegen zichzelf.


Afbrokkelende muren


Waar te beginnen met een man met wie je heel zijn en jouw leven even zou willen nalopen? Bij de actualiteit? Vredesapostel Van Veen zal wel gelukkig zijn in deze tijd van afbrokkelende muren, openschuivende gordijnen. Nou nee.
"Het is een puur economisch fenomeen, heeft met ideologie weinig te maken. Het westen had dringend behoefte aan een nieuw afzetgebied, heeft de derde wereld als zodanig opgegeven en zoekt de expansie hu in het oosten. Dit is het creëren van een markt, een westers overlevingsprincipe. Europa heeft zichzelf een nieuwe toekomst geforceerd. Zowel het oosten als het westen heeft voor zichzelf gekozen, voor een sterk Europa, maar met een flink stuk opportunisme."

"Maar dit kan catastrofale gevolgen hebben voor de derde wereld. Voorlopig blijven de geldstromen en hulpgoederen binnen Europa, terwijl de derde wereld ze zo hard nodig heeft. Nee, er wordt te veel geproduceerd en dit is gewoon een economische dijkdoorbraak die wel moest komen. Denk daar de concurrentiepositie ten opzichte van de VS bij."


De vos


"Natuurlijk heb ook ik met een brok in m'n keel naar die eerste beelden zitten kijken. Dat waren hele mooie bijverschijnselen, maar het is mascara. Herinner je nog die eerste toespraken? Kohl kon niks zeggen, Brandt was de held van de dag, maar je ziet hoe dat in de praktijk van alledag uitpakt. Kohl, eerst de verliezer, blijkt in de praktijk de vos met de streken".

"Ik heb veel te maken gehad met de mensen die het deden, met de grondleggers van Neues Forum. Wrang dat die mensen, de échte helden, uiteindelijk in een sloot spartelen, terwijl de rest frank en vrij over de brug reed. Zij die het hebben opgestart zijn door commerciële walsen in no-time geplet en terzijde geschoven."
"Natuurlijk is het fantastisch dat de Russen kunnen reizen, maar toch... ik ben zeer gematigd. Kijk je iets verder dan je neus lang is, dan is het bizar wat er gebeurt. En het is de vraag wat er netto mee wordt bereikt voor de mensheid."

Wat heb je zelf in die 25 jaar bereikt?
"Bereikt, bereikt... We hebben bereikt dat we dit nog steeds doen. En met niet aflatend plezier mag ik wel zeggen. Het wordt wel steeds moeilijker, in de zin van verwachtingspatronen. Die waren er in het begin niet. Het publiek wist niet wat het te wachten stond. Nu wel. Dat kan het soms erg lastig maken. Een publiek komt eigenlijk naar je vorige voorstelling kijken. En je moet oppassen dat je niet in de fuik van je succes tuint."

"Zelf voorkomen we dat door de internationalisering van het werk. Als ik naar Kopenhagen ga, zitten daar weer 150 mensen in plaats van de 1500 hier of de tienduizenden van andere landen. Die luwte zoeken we telkens heel bewust op, om te blijven wat je bent. Dat maakt het ook heel leuk. Het ene moment in een achterafzaaltje, de volgende weken in een volle bak in Carré, dat is absurd, dat is goed."


Balkonscène


"En dan zoeken wij ook nog altijd naar de paradox. De meest bizarre grap in meest ontspannen situatie, zonder dat je het verliest, om telkens weer te laten zien op welke absurde momenten beslissingen worden genomen. Om ter terug te komen op de DDR, daar op dat balkon: de winnaars van dat moment zijn de verliezers van de toekomst. Brandt die eindelijk voor de hele wereld overwonnen had en nu uiteindelijk de grootste verliezer blijkt."
"Het is de eeuwige balkonscène die altijd weer wordt herhaald. Of het nu opera of toneel of werkelijkheid is, hetzelfde dramaturgische moment. Op derde rij staat de man met de dolk, alleen krijgt hij in de film extra licht en staat hij op een krukje. Begrijp je?" We begrijpen. Een andere vraag. Welk lied is er voor hem in al die tijd overeind gebleven? Zonder aarzelen: "Het Tedere Gevoel. Dat is een soort lijflied.
De tekst is voor me geschreven door Riwka Bruining, een Eindhovense, nadat we elkaar goed hadden leren kennen. Het is een soort motto voor me." "Weerloosheid, naastenliefde. Ik probeer daar ook naar te leven, hoewel me dat natuurlijk nooit lukt, in de zin van: we begaan natuurlijk nog steeds de fout voor anderen te willen denken, problemen te willen oplossen en de illusie te Hebben dat je mensen zou kunnen helpen. Maar het houdt me op de been. Ik denk dat ik zonder zo'n morele feedback de interesse in dit leven allang zou hebben verloren."

"Verder? Zolang ik mensen ontmoet van wie ik het idee heb dat ze ergens voor staan blijf ik op de been. En ook als ik iets heb gedaan dat mensen heeft geholpen. Als ik een brief krijg van 'Toen-en-toen, daar-en-daar zong je dat-en dat lied, wat me veel heeft geholpen' Mensen die denken dat ze de enige zijn die gek zijn, maar ik blijk dat ook te zijn Begrijp je? Die solidariteit is heel mooi.Dat houd je op de been."


Melkpoeder


"Ja, hel is een illusie dat je iemand kunt helpen .Waarmee ik bedoel: iemand helpen kan alleen maar als de-gene die je helpt hebepaalt hoe die hulp er uitziet. Waaarmee ik wil zeggen: we zijn er veel te veel van uitgegaan dat wat wij zijn de enige manier is. Wat natuurlijk niet klopt, want wij zijn een Europeaan die een Afrikaan of een Aziaat helpt. En er is een enorm verschil in denken, in zijn, in alle optiek en opzichten, vocabulair, andere materiële en intellectuele achtergronden. We kunnen ons niet eens realiseren hoe anders die ander is." "Om een sinister voorbeeld te geven: melkpoeder was tot niet zo lang geleden voor de Afrikaan iets om op zijn gezicht te smeren. Dan werd hij wit en zou het hem binnenkort net zo goed gaan als die witte man. Dat is de praktijk." "Als je helpt of geld geeft, dan moet je accepteren dat degene die de hulp ontvangt zelf bepaalt wat-ie er mee doet en hoe. Of je wilt of niet: hij heeft dat recht. Hij kan het zelfs vernietigen. Dat is natuurlijk best bitter, vooral voor het Nederlandse volk (met een Utrechts accent): 'Wat gebeurt er met m'n geld?' Nou, daar mogen en moeten zijzelf over beslissen. Je kunt hoogstens bijstaan, als hij dat toestaat. Je moet afstand nemen." "Zo zijn er legio voorbeelden. Stilstaand ?water koken, omdat het vies is, betekent: bossen kappen. Westerse normen die daar fataal uitpakten. Het klopt bij ons op de Coolsingel, maar in New Delhi is het een heel ander verhaal. Sta je een kind uit te leggen dat ze haar handjes moet wassen in de rivier, blijkt er elke vijf minuten een lijk in die rivier voorbij te drijven. Bye-bye met je goeie raad."
Hulp geven is op zich ook een paradox. Als ik honderd gulden geef aan Greenpeace, geef ik 'm daarmee niet aan Amnesty. Hoe maak je een keus tussen milieu, overleven of vrijheid?
"Je moet niet in die normen denken. Honderd gulden is een druppel op een gloeiende plaat, maar veel druppels kunnen toch koelen. Het kan ook op heel andere fronten. Ze zouden op school ook eens de werkelijkheid kunnen vertellen, in plaats van de geschiedenisboekjes. In onze Gouden Eeuw waren we ook de grootste slachters van de wereld. Ik zag Napoleon als held, maar wat leren de kinderen over een paar generaties van Hitler? Een idealist die zijn droom van een verenigd rijk geregealiseerd wilde zien!"

"Het hele foute denken bestaat nog steeds, ondanks al die duizenden jaren ontwikkeling en beschaving. Er is nauwelijks progressie, althans zoals ik dat zie. Het is nog altijd: ik wil meer, hoger, beter, desnoods ten koste van god weet wat. Met de geschiedenisboekjes in de hand zou Ceausescu toch niet gekund hebben? Maar helaas. We negeren het en ondertussen herhalen die dingen zich, steeds meedogenlozer."
"De Unicef heeft rapporten over de staat van de kinderen van de wereld. Nou, nou, nou, nou, dat gaat er niet op vooruit. Ja, er zijn een hoop injecties gegeven, maar er gaan er ook nog steeds een hoop dood. Het is een onvoor-stelbare paradox. Je houdt een baby een dag in leven, maar de dag daarop? Wat ons nu bedreigt is de enorme overbevolking, als een tros sprinkhanen vreten we de wereld leeg."
"Ironischer: de condoomindustrie vaart wel bij de aids-angst. En zo is de een zijn dood altijd de ander zijn brood. Waarom is Japan zo rijk? Omdat ze zich van ons niet mochten bewapenen."


Hiddink


"Kijk naar de zakenwereld, de business. Je moet overvragen en dat weet de tebegintgenpartij. Degene die de meeste trucs kent wint. Als je je daarmee bezig wilt houden: prima, maar dat is niet mijn vak."

"Maar het gebeurt overal. Kijk naar de voetballerij, ik ben er gek van, we hebben een eigen elftal. Maar daar kweken ze conflictstof om de spelers te motiveren. Vlak voor de wedstrijd worden er bij PSV wat rottrucs uitgehaald om die kerels weer overeind te krijgen. Conflictstof. Heeft Hiddink dat nu wel of niet gezegd? Heeft Lerby wel of niet een spuit?"
"Al die dingen worden opgeklopt, maar ik ben ervan overtuigd dat het gros van de mensen niet ziet dat het een spel is. En daarmee verwordt het tot werkelijkheid, staat het op de voorpagina. Het begint als spel, een aardigheidje, wordt dan ernst en is opeens heel bittere realiteit. Dat is sneu, er vallen altijd slachtoffers." Het foute denken heerst nog steeds, de aarde ziet er niet florissant uit, evenmin als de toekomst. En toch zetten we kinderen neer waar we zielsveel van houden. Hoewel? Van Veen beschreef ooit hoe een baby het lichaam van de moeder overnam, haar leegvrat.
Hij lacht. "Ik was jaloers. Je zegt op dat moment op toneel datgene wat jij begrijpt van de werkelijkheid. Vader zijn is in het begin niet te vergelijken met het moederschap. Je staat daar met een prikkelende kin en grote handen, terwijl de moeder met haar heerlijke borsten een heel andere wereld uitstraalt. Er is een veel grotere afstand als vader. Je moet langer wachten, pas als er communicatie mogelijk is kun je aankomen met 'Hallo, ken je mij al?'."

"De positie van de vrouw is vorstelijk. Ik zing erover in deze show: 'negen maanden lopen groeien, je schaamteloos met je binnenkant bemoeien, ik wou dat ik dat kon'. Ik kan met benijdend verlangen naar een zwangere vrouw kijken. Wat moet dat formidabel zijn!" ..Kinderen krijgen, wie zegt dat jij dat doet? Je vraag: ;e dat terecht af, maar ik vraag me ook het tegenovergestelde af. Wie kiest wat? Koos zijn bewustzijn jullie om bij geboren te worden? Dat beweer

"Kun je iets uitsluiten? Iets wat ik niet waarneem, wat ik vergeet, dat wat ik negeer, dat waarvan ik het bestaan nog niet eens vermoed, waarom sluit ik dat uit? Omdat ik het niet zie, betekent dat niet dat het er niet is. En dat is ons grote probleem: we overschatten ons denken. Terwijl de geschiedenis leert dat we er zo vaak naast zaten. Als we werkelijk begrijpen dat de geschiedenis zich herhaalt moeten we hem toch kunnen tegenhouden?"


Zanger


"Ach wie ben ik? Ik zeg wel eens in een ogenblik van helderheid: dat wat ik NIET zing is mijn statement, dat wat ik niet ben maakt mij interessant, ik ben geen generaal, ik ben een zanger. Ik ben geen bouwonderneming, ik ben een zanger. Ik ben niet bezig met chemie, zit niet in de politiek, ik ben een zanger. Bezig met lucht te verplaatsen. Ik ben een zanger.

Je bent meer dan zanger.

Hij staat op: "Nee, ik ben niet meer. Maar ook niet minder. Ik weet goed wat ik niet ben en wat ik ben."

Dan loopt hij weg, veel te laat. Opzij- opzij-opzij, maakplaats-maakplaats- maakplaats... Ho. De foto! En terwijl hij zich met fotograaf Roy Tee terugtrekt geven we hem nog een vraag mee. De honderden recensies beginnen steevast met hetzelfde: elke journalist geeft toe dat het fenomeen Van Veen niet te beschrijven is: zanger, danser, acteur, schrijver, violist, producent, mimespeler, zakenman, filosoof. Als hij weet wie hij is, weet hij dan ook wat hij is? Peinzend verdwijnt hij.
We blijven op de gang. Verdwaasd door de woorden (dit was maar de helft), verbaasd. Velen doen Van Veen af als 'vaag'. En hij lijkt inderdaad niet al te vast op Gods aarde verankerd. Maar: "Het geeft geen pas om datgene wat je niet kunt volgen af te doen als vaag. Dat anderen niet weten wat ik zeg wil niet zeggen dat ik dat zelf niet snap. Het zegt meer over die ander dan over mij." Vaag? Eerder te dicht bij die grens van genialiteit, waar zaken ook lijken te gaan zweven. Wat hij ook is, Van Veen is niet degene die je je voorstelt. En zeker niet de harlekijn voor wie we nog een antiek clownsboek op de kop tikten voor zijn verjaardag, twee weken geleden.
Of toch wel? Tien minuten later gaat de deur open, fotosessie klaar. Herman: "Liefhebber."
Huh?
"Ik ben een liefhebber. Ik wilde eerst zeggen: minnaar, maar dat begrijpen we vast verkeerd. Ik ben een liefhebber, heb lief. Dag."