???
Karel Verdonschot

Fenomeen Herman van Veen worstelt met clou en lijn

3 april 1990

Voorstelling: Herman van Veen. Dans en mime: Muriel Janssens. Muziek: Erik van der Wurff e.a_ Schouwburg Nijmegen. Nog te zien aldaar t/m 9 apriL (Geheel uitverkocht).

Herman van Veen speelt een week in Nijmegen. Telkens uitverkocht. Geen wonder.

,In de afgelopen decennia heeft de gebo-ren Utrechter een reputatie verworven die tot ver voorbij Lobith reikt En heeft een oeuvre van liedjes, melodietjes, clowneske acts en ander amusement bij elkaar verzonnen dat barst van de pareltjes. Van Veen is met het stijgen der jaren en de haargrens een legende geworden. Van zo'n formaat dat een titel voor zijn programma niet meer nodig is. Zijn naam is het garantiebewijs.
Als hij in levenden lijve het podium beklimt, weet je meteen weer hoe dat zo gekomen is, hoe zijn succesformule luidt .Herman van Veen heeft de stem van een eigentijdse Orpheus, zo welluidend, zo gevoelig. Hij speelt virtuoos (maar ditmaal weinig) viool en beweegt met de sierlijkheid van een kat of een harlekijn.


Gevoel


Daarenboven beziet hij de werkelijkheid met ogen van poëzie, van gevoeL Met een wonderlijke openheid voor het kleine geluk, de droom, het gekke en tegelijk voor de alledaagse tragiek van ziekte en verval en voor onrecht op menselijke maat Dat kruidt hij dan met een lik ordi-naire lol, met de vette humor van het ge-boren haantje - voor het contrast en om op aarde te blijven. Het maakt zijn voor-stellingen tot oases van romantische menselijkheid in de woestijn van no-nonsense.


Maar toch.


Toch is zijn huidige titelloze voorstelling geen echt juweel. Natuurlijk: er zitten prachtige momenten in en vakkundigheid spreekt uit alle facetten. Maar er zit geen hart in. Waar Van Veen heen wil, valt maar niet op te maken uit deze verzameling afzonderlijke, losstaande deeltjes. Hij heeft het bij herhaling over dromen, over ouder worden, over zijn moeder en de dood, maar daartussen vallen amper lijnen te trekken. Van Veen strooit enkel confetti.


Stuurloos


Bovendien missen heel wat van zijn teksten kernachtigheid, een dwingende gedachte. Alsof ze blijven steken in mooie woordvondsten, in tekstuele aanzetten die nog wachten op voltooiing. Inhoudelijk maakt zijn programma een stuurloze indruk.

In zijn aanpak manifesteert zich soms hetzelfde euvel. In de voorstelling is bijvoorbeeld danseres, mime- en poppen speelster Muriel Janssens aanwezig. Haar pasjes zijn bevallig en ze verricht sierlijk wat toevallige hand- en spandiensten. Maar wat voegt zij nou toe behalve vulling? En op andere momenten leunt Van Veen wel heel sterk op oud succes. De bokser van weleer is nu een tennisspeler geworden, de herhaling in slow motion en de verwrongen tronie incluis. Duidt dat op sleetsheid? Gemakzucht? Na zoveel bedenkingen kan de conclusie van dit commentaar moeilijk luiden: te gek. Daarvoor is echt teveel onrijp of regelrecht zwak. Niettemin: het is nog steeds een voorrecht om onder te gaan In die melancholieke, bijzondere sfeer die Herman van Veen weet te creëren. Die wonderlijke clown met hel hart in de mond, die koester je onvoorwaardelijk. Daar doet een incidentele dip toch zeker niks op af.



Karel Verdonschot