Dagblad vh Noorden
Jacques J. d'Ancona

Ooit zo naïef, zo dapper, zo jong

3 apr 2015

Wie is het ontgaan dat Herman van Veen 70 is geworden...? Voor sentimenteel gekreun kun je bij hem niet terecht. Maar het feit gaat niet ongemerkt voorbij. Er is een mooie biografie uit, een fotoboek én een boek met zijn herinneringen. Typisch Herman: hij spreekt niet van memoires.


ja, natuurlijk is het prachtig om in de spotlights te staan als onze meest internationale entertainer. Maar soms wordt er gewerkt onder abominabele omstandigheden qua techniek. Herman van Veen heeft er een verhaal over. In zijn boek Herinnerde dagen beschrijft hij een voorstelling in Wuppertal.
Daar stond een mooi, nogal ouderwets theater, waar het licht bediend moest worden via grote ijzeren hendels in een hok dat geen uitzicht verschafte op het toneel. Normaal ondersteunt het theaterlicht een artiest, maar het was in dit geval een obstakel.
'Hoe hard ik ook heen en weer rende, ik was steeds te laat. Na afloop had ik tranen in mijn ogen... Soms kost het bloed, zweet en tranen. Het is maar goed dat het publiek dit niet weet.'

Dit boek heeft een verlengd motto: Voor ik het vergeet. Het begin van zijn levensverhaal stond in deel I. Het is een vervolg, een via via, waarin hij onder meer terugkomt op zijn toelatingsexamen aan het Utrechts Conservatorium in 1962. 'Daar stond ik deftig op het toneel in een keurige, met mijn moeder bij C&A gekochte grijze broek met stropdas, overhemd en een donkerblauw colbert met zilveren knopen.'
Herman van Veen is van de verhalen. Hij heeft een onwaarschijnlijk scherp oog voor details, en schrijft net zo fascinerend over de vierde mei in Soest als over de grenswacht die bij de Berlijnse Muur zijn wapen op hem richtte. Dezelfde man die zojuist nog voor zijn vrouw om een handtekening van Herman had gevraagd. 'Hij zou toch niet op mij schieten als ik over zou steken? Dus wel.'

Van Veen noemt het de ironie van de geschiedenis. Hij deed de verhalen op van Broadway tot in de voormalige DDR, waar hij mensen sinds het begin van de jaren zeventig boeide door een krachtig, persoonlijk geluid te laten horen en precaire onderwerpen aan de orde te stellen. Juist in die omgeving kwam dat erg aan.
Zijn boek is een cross-over. 'Toen onze dochter beviel, speelden wij in de schouwburg van Hoogeveen. Ik had met de toneelmeester afgesproken dat hij drie keer met een zaklantaarn zou knipperen als de weeën waren begonnen Middenin het slotlied hoorde ik mijzelf zeggen: 'De weeën zijn begonnen...'

Ben tijdens het applaus het toneel afgerend, over de Veluwe geraasd, werd nog even opgehouden door een overstekend wild zwijn met zeven biggen, maar kon er gelukkig net nog onderdoor... Mijn eerste kleinzoon. Geluk en verbijstering maakten zich van mij meester.'

En als hij in Parijs voor de kapspiegel zit in de kleedkamer van Espace Pierre Cardin, het theater naast de Place de la Concorde, vraagt Van Veen zich af: 'Speel ik diep in de tweede helft of in de extra tijd...?' En terwijl hij het toneel oploopt, denkt hij: fijn weer naar Nederland. Wat is er door de jaren heen veranderd? 'De liedjes over vrede en de gein bleven. De meisjes werden vrouwen, moeders, oma's. De zalen, de pleinen en de kerken vertrouwder. Ouder werden we, weinig wijzer.'

Emile Schra schreef de biografie over vijftig jaar Herman van Veen. Diepgaand, betrouwbaar, actueel en zuiver van toon, vooral in het beeld dat hij schetst van een theaterpersoonlijkheid die nog altijd bezig is



Jacques J. d'Ancona